Een doodlopend straatje ergens in het Verenigd
Koninkrijk, waar vier woningen op een kluitje bijeen staan. Buren kortom die
bijna letterlijk op elkaar aangewezen zijn, maar altijd toch wel ergens iets
voor elkaar te verbergen hebben. Er zijn de Morgans, een kinderloos echtpaar
dat eigenlijk het liefst alle contact zou vermijden; Brenda is een gescheiden vrouw
die haar woning liet uitrusten met de meest gesofisticeerde alarminstallaties;
er is Luke die, na de dood van zijn vrouw, samen met dochtertje zijn leven weer
op de sporen moet zien te zetten. Helemaal aan het eind van het steegje woont
Ruth, die onder pseudoniem een bijzonder succesvol debuut als
thrillerschrijfster maakte met de roman ‘Bloed aan de muren’. Zij kampt nu
echter met een kanjer van een writer’s block en, vanuit het principe van de
roman-in-de-roman, volgt de lezer de moeizame genese van wat het boek ‘Een
ijskoude nacht’ zou moeten worden.
Snel wordt duidelijk dat Ruth kampt met waanideeën die
terug te voeren zijn op haar kindertijd. Vandermeeren neemt hier als
vertrekpunt het syndroom van Capgras, een zeldzame, psychische aandoening die
maakt dat iemand ervan overtuigd is dat zijn partner, een familielid of een
bekende vervangen is door een persoon met hetzelfde uiterlijk en gedrag. Deze
wanen kunnen zich uitbreiden naar huisdieren, voorwerpen en gebouwen. In haar
roman-in-wording beschrijft Ruth hoe haar moeder ten onder is gegaan aan de
paranoïde waanbeelden die een gevolg zijn van het Capgras-syndroom en hoe dit
alles geleid heeft tot de gewelddadige dood van zowel haar vader als haar
moeder. Ruth zit met het drukkende angstgevoel dat zij dezelfde weg dreigt op
te gaan als haar moeder.
Wat volgt, is een
zich supersnel ontwikkelend relaas van de verregaande psychische ontreddering
waaraan Ruth ten prooi valt. Met heel kort gehouden hoofdstukken waarin telkens
weer andere en nieuwe signalen de spanning opdrijven, gunt Vandermeeren de
lezer op geen enkel moment een rustpauze. Handig speelt zij hier het spel van
werkelijkheid en fictie. Een voorwerp in huis dat eventjes verplaatst is, een
vleesmes dat uit de keuken is verdwenen…: alles lijkt ertoe bij te dragen de
angstgevoelens bij Ruth op te drijven. Dat de lezer hierbij ook wel eens op het
verkeerde been wordt gezet, is mooi meegenomen.
Wel overheerst het gevoel dat
Vandermeeren niet steeds even nauwgezet heeft weten te doseren, er gebeurt te
veel om de geloofwaardigheid in stand te houden. Dat Pas op voor de buren dan toch overeind blijft, is te danken aan de
manier waarop nevenintriges worden aangereikt: Is de dood van Luke’s vrouw wel
echt een ongeval geweest? Wat heeft de Morgans naar die godvergeten uithoek
gebracht? Wat heeft de ex van Brenda nog te betekenen in haar leven? Welke rol
speelde de neef van Ruth in het verleden en is hij daarom ook nu nog steeds
voor Ruth een ankerpunt in haar leven? Wat heeft de psychiater die haar
behandelt, er rechtsreeks of onrechtstreeks mee te maken? En, uittorenend boven
dit alles: welk geheim draagt Ruth als schrijfster én als dochter van een
ontspoorde moeder met zich mee? Veel ‘en-en’s’ in deze roman, die in een
wervelend slot in elkaar grijpen waarin werkelijkheid en fictie om voorrang
strijden, ook in de perceptie van de lezer.
Hilde Vandermeeren: Pas op voor
de buren, Q , 2018 Amsterdam, 298 p. ISBN 9789021408125. Distributie L&M
Books
deze pagina printen of opslaan