Dat Leïla Slimani heel goed weet hoe je een
roman moet schrijven die eenvoudig lijkt en toch even hard kan aankomen als een
versplinterende mokerslag, wisten we al sinds Een zachte hand,
de bestseller waarmee ze eerst de Franse en vervolgens ook de internationale
letteren wist te bestormen. Nu is ook haar debuut vertaald. In de tuin van het beest is opnieuw een
roman die vertrekt vanuit een eenvoudige, efficiënte stijl. Maar ook deze keer
word je als lezer achtergelaten met het onbehaaglijke gevoel dat je als mens
behoort tot de meest ondoorgrondelijke en zelfvernietigende aller diersoorten.
Adèle werkt
als redacteur bij een Parijse krant. Ze is moeder van een peuter en echtgenote
van Richard. Ze lijkt een geslaagd, maar al bij al weinig kleurrijk bestaan te
leiden. Haar kleinburgerlijke leventje is in orde, niets meer maar ook niets
minder. Haar huwelijk is saai maar veilig. De dingen kabbelen hun weg door de
tijd. Niemand weet precies waar naartoe.
Maar Adèle houdt er een
dubbelleven op na als nymfomane. Seks bedrijven is voor Adèle als een drug.
Niet zozeer met Richard, maar wel met alles en iedereen die ze ook maar
eventjes in haar web gevangen kan houden. Seks in portieken, seks op kantoor,
in hotels allerhande, seks in parkjes, in groezelige cinema’s. Seks is als
opium voor Adèles al te grijze leventje. Ze gaat steeds verder om het te
krijgen, en ook steeds verder om het te verstoppen voor Richard, die er
allemaal niks van mag weten. Het is seks om de seks, liefde komt er niet bij
kijken, en door het verschroeiende tempo waaraan Adèle haar veroveringen aan
elkaar rijgt, lijkt er zelfs nauwelijks opwinding of spanning aan te pas te
komen.
Wanneer
Richard een verkeersongeval krijgt slaan de stoppen helemaal door. Dan wordt
pas helemaal duidelijk dat de nymfomanie waar Adèle aan leidt wel degelijk een
verslaving is, en dat er weinig aantrekkelijks aan is. Als een volbloed junk
probeert ze de dagen door te komen. Zorgen voor haar man kan ze niet, laat
staan voor haar kind, dat opvallend vaak gewoon buiten beeld blijft in de
roman. Uiteindelijk komt alles uit en verhuist het gezin naar het platteland,
weg van de verleidingen, in de hoop dat Adèle daar de rust zal vinden om
opnieuw aan een leven te beginnen. Het huwelijk als sanatorium, nog saaier dan
voordien lijkt het, Adèle die een bestaan leidt als een leeuwin in een kooi.
In de tuin van het beest is niet alleen
interessant omdat het aantoont dat seks echt een verslaving kan worden, net als
drank, drugs of gokken dat kan. Ook de reactie van Richard is tekenend voor het
weinig heroïsche mensbeeld dat Slimani ons voorschotelt. Hoe hij nauwelijks
moeite doet om zijn vrouw echt te begrijpen en vooral angstig lijkt te zijn
voor de reacties van andere mensen. En allicht ook voor de waarheid achter het
gedrag van Adèle. Hij probeert de meubels te redden en blijft en passant blind
voor de werkelijkheid onder zijn ogen. Je vraagt je meermaals af met wie je nu
eigenlijk het meeste medelijden moet hebben: met Adèle, die zichzelf niet onder
controle heeft, of met Richard, die zo angstvallig de controle over zichzelf en
zijn illusoire geluk probeert te behouden dat hij op den duur elke connectie
met de waarheid verliest.
Vrolijk word je er allemaal niet van, vooral niet als Adèle
op het einde van het boek opnieuw naar Parijs trekt voor de begrafenis van haar
vader en alles van voren af aan lijkt te beginnen. In de tuin van het beest schetst een mensbeeld waarin mensen klein
en nietig zijn. Niet eens in de eerste plaats tegenover de grote boze wereld,
maar vooral, en bovenal, tegenover zichzelf en hun niets ontziende vermogen
zichzelf te vernietigen.
Leïla Slimani:
In de tuin van het beest, Nieuw Amsterdam, Amsterdam 2018,
174 p. ISBN 9789046823217. Vertaling van Dans le jardin de l'ogre door Gertrud
Maes. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan