Uit de fluwelen pen
die hem kenmerkt laat deze jonge Chileense auteur andermaal een weeïg verhaal
vloeien dat de broosheid van het samenleven tot thema verheft. De dertigjarige
Julián, literatuurdocent en zondagsschrijver, wordt geacht op zijn stiefdochtertje
Daniela te passen tot zijn vrouw Verónica, die naar de tekenles is, thuiskomt.
Maar Veronica komt niet thuis, althans niet tijdens het verloop van het boek.
De auteur maakt al gauw duidelijk dat hij haar lot in handen heeft: totdat
Verónica terugkeert, blijft het boek doorgaan, stelt hij, of totdat Julián er
zeker van is dat zij niet meer terug zal keren.
Binnen
het bestek van de roman gebeurt dit niet, en dus besluit Julián ‘dat hij maar
met de toekomst moest beginnen’, want ‘dit is de volgende dag’ — ook al is de
vorige niet echt afgesloten. De ongemakkelijkheid die Julián daarbij ervaart,
gaat naadloos over op de lezer, die zulk een ‘onaf’ romaneinde niet gewend is
en graag een harmonische afsluiting ziet, ten goede of ten kwade. Die komt er
niet, en dus wordt diezelfde lezer teruggeworpen op wat de essentie is van het
boek: de onzekerheid omtrent het eigen zijn en dat van de ander, in dit geval
Julián en Verónica en de ongewisheid van hun relatie. Met daartussenin de frêle
figuur van dochtertje Daniela, een kind dat heel nabij en reëel is, dat verrukt
luistert naar verhaaltjes over het verborgen leven van bomen, maar dat evenzeer
de schoolrealiteit onder ogen moet zien; haar eigen wereldje, waar Julián de
eigen onzekerheid niet in wil zien doordringen.
Meer dan op de (eigenlijk
irrelevante) feiten die zich op die ene avond afspelen, spitst Alejandro Zambra
zijn aandacht toe op het observeren van de gedragingen en roerselen van zijn
personages. Juliáns twijfels bijvoorbeeld, zijn hersenspinsels. Daarbij blijft
de auteur zelf niet afzijdig: regelmatig komt hij tussen in het verhaal,
bijvoorbeeld om stellingen onderuit te halen of knopen door te hakken. Zambra
zelf gelooft niet in het grootse, het verhevene. Hij relativeert permanent,
komt over als een door het leven geteisterd romanticus zonder houvast. Ook in
dit boek duikt in dat verband het beeld op van het boompje waarrond gans zijn
vorige verhaal werd gebouwd: de bonsai, het dwergboompje dat nooit groot wordt
en voortdurend bijsnoeien nodig heeft om tenminste toch iéts te worden. Een
betere metafoor voor zijn levensfilosofie is moeilijk te vinden. Dat alles
gekoppeld aan een uitermate delicaat taalgebruik, maakt dit werkje tot een
juweeltje van vertelkunst.
Alejandro Zambra:
Het verborgen leven van bomen, Karaat, Amsterdam 2010, 105 p. ISBN 9789079770038. Vertaling van La vida privada de los árboles door Luc De
Rooy
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf 2010
deze pagina printen of opslaan