Ik heb wel eens
iemand horen praten over 'de haperende schepping'. Onzin. De schepping hapert
niet. De schepping is." Zo spreekt de verteller in een van de ultrakorte
verhalen die Armando onder de titel De haperende schepping heeft
bijeengebracht. Op het eerste gezicht hapert er heel wat in deze verhalen. Wie
aan het woord is, raakt de draad kwijt of wordt niet gehoord. Wat hij aan moois
wil tonen, wordt door de anderen niet gezien. Personages vallen uit hun rol, er
is veel drukte en geweld, en tegelijkertijd wordt de lof gezongen van de
eenzaamheid en de stilte.
De aarde wordt
bekeken als een vreemde planeet, waar de tijd grote veranderingen
(verwoestingen) aanbrengt. Hij is bevolkt met zich uitslovende en bekvechtende
mensen, die te weinig
beseffen dat ze stervelingen zijn. En daarnaast zijn er de dieren: "Dieren
hebben maling aan het heelal". Soms voel je je als lezer in het ootje
genomen: heerst hier niet te veel willekeur, waar willen deze verhaaltjes in
hemelsnaam naartoe?
Wie de ergernis overwint, een
tweede en een derde keer leest, merkt hoe diep hun schijnbare oppervlakkigheid
is. Hedendaagse mythen die niet het laatste woord willen hebben, hommages aan
de grilligheid van het niet in theorieën te vatten leven, wijze lessen zonder
een zweem van meligheid. Over vertrouwelijkheid en geestdrift bv., en hoe
voorzichtig je daar onder mensen mee moet omspringen. Absurde verhalen ook,
maar met de kracht van een zenmeester die zijn leerling met een klap van
nutteloos gepieker bevrijdt.
In Armando's
beeldende werk is sinds enige tijd de kleur teruggekeerd. De tragische noot in
de geschiedenis, het thema van macht en willekeur, de obsessie door het
verleden zijn niet verdwenen uit deze verhalen, maar ook het palet van de
prozaschrijver is bonter geworden. Nu en dan doen ze denken aan Toon Tellegens
variaties op sprookjes, aan Kafka's bittere parabels en overpeinzingen, aan
W.F. Hermans' sadistische universum. In hun terloopse spreektaal, waarin het
meest alledaagse verrassend wordt gecombineerd met de grootse worp, blijven ze
op en top Armando. "Ach, laat de mensen maar, mensen zijn slechts
groeisels. Mensen hebben een heuvelachtig brein." Het is heerlijk dwalen
in de windingen van dat brein.
Armando: De haperende schepping, Augustus, Amsterdam 2003, 125 p. ISBN 90-457-0241-X
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf 2003
deze pagina printen of opslaan