Roemloze levens,
de vertaling van Pierre Michons Vies minuscules (1984) is het soort boek
dat zijn lezers druppelsgewijs vindt, dat het alleen moet hebben van goede
recensies en mond-tot-mondreclame. Intussen is de eerste druk (2001) van deze
hedendaagse klassieker toch nog uitgeput geraakt. Eind vorige maand verscheen
bij uitgeverij van Oorschot na zes jaar een herdruk.
Roemloze levens bevat een
achttal novellen en verhalen, qua volume bijna de helft van Michons hele
oeuvre. De meeste protagonisten van die verhalen zijn ongeletterde boeren uit
het departement Creuse, de arme plattelandsstreek waar Michon zelf is geboren
en opgegroeid. Michon tracht hun vergeten levens aan de vergetelheid te
ontrukken, hij wil zijn doden doen opstaan, vlees doen worden in de geest van
de lezer, zoals hij het in zijn van katholicisme doordrenkte privémythologie
verwoordt — al is hij zich er scherp van bewust dat hij ze met zijn literaire
evocatie ook verraadt.
Maar dat is niet de enige inzet
van het boek. Michon wil zijn eigen leven redden. Op de achtergrond van de
levensbeschrijvingen uit Roemloze levens verschijnt het portret van de
verwoede schrijver ‘zonder geschrift’ die hij tot zijn vijfendertigste is,
opgesloten in een haat-liefdeverhouding tot de taal van de grote literatuur, de
taal die hem lokt en hem tegelijk uitsluit. Die paradox maakt de schoonheid van
Roemloze levens uit: Michon verwoordt zijn onmacht in een meeslepende
stijl, een stijl die die onmacht ontkracht. Hij overwint zijn uitsluiting uit
de grote literatuur door de letteren aan zich te onderwerpen.
Pierre Michon: Roemloze levens,
Van Oorschot, Amsterdam 2007, 234 p. ISBN 9789028250567. Vertaling van Vies
minuscules door Rokus Hofstede. Distributie Elkedag Boeken
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf 2007
deze pagina printen of opslaan