Schrijver Karl Ove
Knausgård is 33 als hij zijn vrouw verlaat en van het Noorse Bergen naar
Stockholm verhuist, zonder verdere plannen voor de toekomst. Een paar maanden
later komt hij zijn nieuwe liefde Linda tegen, een schrijfster, die hij al eens
eerder op een seminarie ontmoette en die hem toen zo bruusk afwees dat hij
zichzelf in het gezicht kerfde. Met Linda krijgt hij al snel een dochter,
Vanja, die zo’n beetje de rode draad van dit tweede deel van de reeks ‘Mijn
strijd’ gaat vormen.
Het is een andere
Karl Ove die we volgen in Liefde: zelfzekerder, wat volwassener,
evenwichtiger dan in Vader. Maar zijn verteltoon is dezelfde gebleven.
Honderden pagina’s lang biedt hij ons een inkijk in zijn gevoels- en
denkwereld. Net zoals in het
eerste deel is ook hier het verhaal bijzonder complex opgebouwd. Knausgård
houdt ervan met behulp van associaties en losse herinneringen flashbacks in
andere flashbacks in te bedden, en onderbreekt zijn relaas graag voor
filosofische uitweidingen en zelfanalyse.
De
auteur presenteert ons een personengalerij met Stockholmse intellectuelen die
ieder hun trekjes en problematische relaties hebben, en smeert de manische
persoonlijkheid van zijn nieuwe vriendin breed uit. Zelf is Karl Ove op
kortstondige momenten dolgelukkig, tot zijn aloude melancholie de kop opsteekt.
Gepieker over zijn schrijver- en zijn vaderschap vormt een belangrijk
bestanddeel van de roman, net als de ellenlange dialogen met Geir over vooral
zichzelf.
Het werkt allemaal wel, maar soms
is het toch wat ploeteren. Knausgårds egodocument stelt het geduld van de lezer
met al zijn beschouwingen erg op de proef. Waar wrange humor de toon in Vader nog
wat lichter kon maken, dramt Knausgård in Liefde wat te veel
door. Soms lijkt hij spanning te willen opbouwen, zoals wanneer hij beschrijft
hoe hij ontdekt dat iemand sterke drank uit zijn keukenkast steelt of wanneer
hij op een bizarre manier zijn verloren mobiele telefoon terugkrijgt, maar de
raadsels worden opgelost nog voor ze de aandacht van de lezer goed en wel
getrokken hebben. Interessante lichtpunten zijn de kijk van een Noor op het
leven in Zweden, de ervaringen van iemand die op afstand zijn eigen herkomst
analyseert, of de zelfironie waarmee Knausgård zichzelf als auteur benadert.
De kracht van Knausgård schuilt
in de manier waarop hij literatuur maakt van het alledaagse leven, van
verliefdheden, dromen en teleurstellingen, vriendschappen en kleine conflicten.
Maar diezelfde focus op het banale is ook zijn zwakte. De vertelling gaat als
het ware nergens naartoe, de personages verrassen niet, en op het einde kun je
je niet van de indruk ontdoen dat Knausgård op het zeurderige af gepreoccupeerd
is met zichzelf. De toon uit Vader is voortgezet, maar jammer
genoeg zonder de variatie die van Liefde een boeiende leeservaring had
kunnen maken.
Karl Ove Knausgård: Liefde, De Geus,
Amsterdam 2016, 602 p. ISBN 9789044522044. Vertaling van Min kamp : andre bok
door Marianne Molenaar. Distributie L&M Books
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf
deze pagina printen of opslaan