Alina Bronsky’s De
allerbeste oma van de wereld is typerend voor het soort interculturele
literatuur dat tegenwoordig de Duitse boekenwereld domineert. Net als Feridun
Zaimoglu en Melinda Nadj Abonji bracht Bronsky de vormgevende jaren van haar
kindertijd door in het buitenland en verhuisde ze pas op haar twaalfde naar
Duitsland. Het verhaal van deze boeken is dus vaak deels het verhaal van hun
auteurs. Ook al volhardt Bronsky in de overtuiging dat haar boek niet
autobiografisch is, het valt niet te ontkennen dat wat ze schrijft gegrond is
in een zeer specifieke migrantenervaring. De allerbeste oma van de wereld,
in 2010 genomineerd voor de prestigieuze Deutscher Buchpreis, thematiseert een
leven tussen twee culturen. Hoewel haar moreel kompas meer dan twijfelachtig is, heeft de Russische baboesjka Rosalinda
het altijd goed voor met haar gezin. Dat het goede vooral subjectief is,
bewijst de geleidelijke implosie van haar matriarchaat. Zelfs de emigratie naar
Duitsland kan het gezin niet samenhouden.
Transnationale identiteit en culturele wortels vormen de thematische
zwaartepunten. Dat is ook, zo beweert Bronksy in een interview in NYT
Magazine, wat deze verhalen zo meeslepend maakt: het feit dat ze de lezer
de mogelijkheid bieden in een vreemde wereld binnen te kijken en zo tonen dat
essentieel menselijke gevoelens als liefde en eenzaamheid landsgrenzen
overschrijden. Zoals de nogal ongelukkig gekozen vertaling van de titel
suggereert, valt of staat dit boek met haar buitengewone protagonist. Rosalinda
— ongegeneerd narcistisch, pathologisch oprecht — leer je heel geleidelijk te
appreciëren. Haar radicale overlevingsinstinct en haar volharding in een idee
van hoe de wereld eruit hoort te zien, zijn bewonderenswaardig. Ze functioneert
zowel als verteller en focaliserend personage. Dit eenzijdige perspectief op de
fictionele wereld problematiseert de betrouwbaarheid van wie spreekt en van wat
gezegd wordt. Bronsky stuurt haar lezer zo herhaaldelijk op een zoektocht naar
de objectieve waarheid achter haar woorden. Ze hoort geprezen te worden voor de
originaliteit waarmee ze met zulke fundamentele concepten van de romanstructuur
speelt: niet enkel thematisch, maar ook structureel worden ‘identiteit’ en
‘zelfbeeld’ in vraag gesteld.
Nochtans realiseert dit boek niet
volledig het potentieel van zijn genre. De eindeloze opeenvolging van
gebeurtenissen is vaak te letterlijk en getuigt van weinig diepgang. Bronksy
lijkt het komische en oppervlakkige te verkiezen boven subtiliteit, wat
regelmatig tot ongemakkelijke passages leidt. Een oude vrouw die naast de as
van haar overleden dochter in slaap valt, bijvoorbeeld, hoort een tragisch en
kwetsbaar beeld te zijn, maar hier leidt het tot misplaatste humor.
Alina Bronsky’s De allerbeste
oma van de wereld is geen grote literatuur, maar zeker ook geen triviaal
boek. Unterhaltungsliteratur lijkt mij een accurate beschrijving. Deze
roman — technisch complex en origineel — mist een diepere waarheid die aan de
gebeurtenissen van het verhaal voorbijgaat en een reflectie op die waarheid, zoals
in de recente Duitse literatuur bijvoorbeeld Julia Franck die zo poëtisch weet
te verwezenlijken.
Alina Bronsky: De allerbeste
oma van de wereld en de beste moeder, echtgenote, gastvrouw en de mooiste vrouw
óóit (volgens haarzelf), De Geus, Breda 2012, 285 p. ISBN 9789044518399.
Vertaling van Die schärfsten Gerichte der tatarischen Küche door Gerrit Bussink
en Elly Schippers. Distributie L&M Books
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf
deze pagina printen of opslaan