Vertaald proza

Jenny Erpenbeck: Huishouden

door Katrijn Van Hauwermeiren

De geschiedenis van Oost-Duitsland is er een van vele bladzijden. In het begin van de twintigste eeuw nog een keizerrijk, vervolgens van een republiek naar Hitlers Derde Rijk, na de oorlog de communistische DDR en uiteindelijk na de val van de muur weer verenigd met het West-Duitse deel. Vooral voor de inwoners van het gebied zorgt de steeds veranderende heersende moraal voor de nodige problemen. De bejubelde Duitse schrijfster Jenny Erpenbeck vertelt met haar vierde vertaalde roman Huishouden -? een niet erg geslaagde vertaling van de originele titel Heimsuchung - het verhaal van Oost-Duitsland en haar inwoners op een wel heel bijzondere manier: via een huis en een tuinman.
 
Het huis bevindt zich bij het Märkisches Meer in de buurt van Berlijn. In de loop van de eeuw volgen de bewoners elkaar in een ras tempo op. De naamloze tuinman doet tussen de verhalen van de andere personages door zijn werk rondom het huis. Hoewel hij het enige constante personage in het boek is, komt de lezer bijna niets over hem te weten. Hij doet zijn werk voorbeeldig, met een bijna angstvallige precisie, maar blijft verder een mysterieus figuur.
 
Na een proloog en de introductie van de tuinman, maken we kennis met de eerste bewoners: een herenboer en zijn vier dochters, die tijdens het Duitse keizerrijk in het huis wonen. Door de jaren heen wonen er o.a. 'de architect', 'de soldaat' en 'het meisje'. In twaalf verhalen vertelt Erpenbeck het verhaal van het huis en haar bewoners. Twaalf op zich staande levensverhalen, verbonden door het huis, de tuinman en de echo's uit het verleden. Zo ruiken alle bewoners dezelfde geur van kamfer en pepermunt in de slaapkamer. Ook door de terugkerende voorwerpen raken de levens van de verschillende bewoners van het huis met elkaar verweven. De architect ? die zijn heil in West-Berlijn gaat zoeken ? begraaft zijn tinnen kannen tussen de wortels van de grote eik in de tuin. Jaren later vindt 'het jeugdvriendje' de schat terug. De geheime ingebouwde kast die de architect maakt voor zijn vrouw, dient later als schuilplaats voor 'het meisje' dat ontdekt wordt door 'de soldaat'. Dit is slechts een greep uit de poel van verwijzingen van het ene verhaal naar het andere.
 
Niet alleen is Huishouden ingenieus geconstrueerd; de kracht van de roman schuilt ook in de markante nouveau-romaneske stijl van Erpenbeck. Ze beschrijft de twaalf lotgevallen op een afstandelijke, bijna wetenschappelijke manier. Het contrast met de sterk aangrijpende verhalen zorgt voor een bevreemdend effect. Zo wordt de dodenrit van een groep Joden in gaswagens onthutsend detaillistisch en onthecht van elke emotie geschetst. Ook de niet-gedramatiseerde hij-verteller en de vaak naamloze personages dragen bij tot de afstand tussen verteller en verhaal.
 
Jenny Erpenbeck is allesbehalve een nalatige schrijfster: Huishouden gonst van de betekenissen en de inhoud, de opbouw en de stijl spelen vernuftig op elkaar in. Dit leidt echter niet tot gekunsteldheid, maar tot een verrassend sterke roman die niet weggelegd is voor de gemakzuchtige lezer.
 
Jenny Erpenbeck: Huishouden, Van Gennep, Amsterdam 2009, 173 p. ISBN 9789055159604. Vertaling van Heimsuchung door Gerrit Bussink en Elly Schippers
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri