De geschiedenis van Oost-Duitsland
is er een van vele bladzijden. In het begin van de twintigste eeuw nog een
keizerrijk, vervolgens van een republiek naar Hitlers Derde Rijk, na de oorlog
de communistische DDR en uiteindelijk na de val van de muur weer verenigd met
het West-Duitse deel. Vooral voor de inwoners van het gebied zorgt de steeds
veranderende heersende moraal voor de nodige problemen. De bejubelde Duitse
schrijfster Jenny Erpenbeck vertelt met haar vierde vertaalde roman Huishouden
-? een niet erg geslaagde vertaling van de originele titel Heimsuchung -
het verhaal van Oost-Duitsland en haar inwoners op een wel heel bijzondere
manier: via een huis en een tuinman.
Het huis bevindt zich bij het
Märkisches Meer in de buurt van Berlijn. In de
loop van de eeuw volgen de bewoners elkaar in een ras tempo op. De naamloze
tuinman doet tussen de verhalen van de andere personages door zijn werk rondom
het huis. Hoewel hij het enige constante personage in het boek is, komt de
lezer bijna niets over hem te weten. Hij doet zijn werk voorbeeldig, met een
bijna angstvallige precisie, maar blijft verder een mysterieus figuur.
Na een proloog en de
introductie van de tuinman, maken we kennis met de eerste bewoners: een
herenboer en zijn vier dochters, die tijdens het Duitse keizerrijk in het huis
wonen. Door de jaren heen wonen er o.a. 'de architect', 'de soldaat' en 'het
meisje'. In twaalf verhalen vertelt Erpenbeck het verhaal van het huis en haar
bewoners. Twaalf op zich staande levensverhalen, verbonden door het huis, de
tuinman en de echo's uit het verleden. Zo ruiken alle bewoners dezelfde geur
van kamfer en pepermunt in de slaapkamer. Ook door de terugkerende voorwerpen
raken de levens van de verschillende bewoners van het huis met elkaar verweven.
De architect ? die zijn heil in West-Berlijn gaat zoeken ? begraaft zijn tinnen
kannen tussen de wortels van de grote eik in de tuin. Jaren later vindt 'het
jeugdvriendje' de schat terug. De geheime ingebouwde kast die de architect
maakt voor zijn vrouw, dient later als schuilplaats voor 'het meisje' dat
ontdekt wordt door 'de soldaat'. Dit is slechts een greep uit de poel van
verwijzingen van het ene verhaal naar het andere.
Niet alleen is Huishouden ingenieus
geconstrueerd; de kracht van de roman schuilt ook in de markante
nouveau-romaneske stijl van Erpenbeck. Ze beschrijft de twaalf lotgevallen op
een afstandelijke, bijna wetenschappelijke manier. Het contrast met de sterk
aangrijpende verhalen zorgt voor een bevreemdend effect. Zo wordt de dodenrit
van een groep Joden in gaswagens onthutsend detaillistisch en onthecht van elke
emotie geschetst. Ook de niet-gedramatiseerde hij-verteller en de vaak naamloze
personages dragen bij tot de afstand tussen verteller en verhaal.
Jenny Erpenbeck is allesbehalve
een nalatige schrijfster: Huishouden gonst van de betekenissen en de
inhoud, de opbouw en de stijl spelen vernuftig op elkaar in. Dit leidt echter niet
tot gekunsteldheid, maar tot een verrassend sterke roman die niet weggelegd is
voor de gemakzuchtige lezer.
Jenny Erpenbeck: Huishouden, Van
Gennep, Amsterdam 2009, 173 p. ISBN 9789055159604.
Vertaling van Heimsuchung door Gerrit Bussink en Elly Schippers
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf
deze pagina printen of opslaan