Met Reisverslag van een kat heeft de veelbekroonde Japanse schrijfster
Hiro Arikawa (geb. 1972) een knap en meeslepend boek geschreven over de liefde
tussen kat en baasje. Het is een thema dat veelvuldig in de Japanse literatuur
terugkeert, denken we maar aan Ik ben een
kat (1906) van Natsume Soseki, of – recenter – het wonderschone De kat (2001) van Takashi Hiraide. In
Natsume’s klassieker becommentarieert een kat op ironische wijze zijn baasje en
de mensen rondom hem; in Hiraide’s werk komt een straatkat bij een koppel terecht
komt en geeft zijn visie op wat er om hem heen gebeurt. Indirecter kennen we dan
weer Satoru Nakata, het hoofdpersonage van Haruki Murakami’s Kafka op het strand,
die converseert met katten en stenen.
Reisverslag van een
kat sluit zodoende naadloos aan bij een aloude Japanse literaire traditie
om de kat, mysterieus en gracieus, een prominente plaats in de literatuur te
gunnen. Net als in De kat komt Nana in
Reisverslag van een kat vrij
toevallig bij zijn baasje terecht: hij is gewond en Satoru beslist hem,
aanvankelijk tijdelijk, op te vangen en te verzorgen.
Baasje Satoru gaat op weg in een poging een nieuwe thuis
voor Nana te vinden bij een van zijn vroegere vrienden en kennissen. Samen
trekken ze in een zilverkleurige van door Japan. Voor Satoru is het onmogelijk geworden
om zorg te dragen voor zijn geliefde huisdier, alleen weet Nana nog niet wat de
draagwijdte zal zijn van hun tocht. Eerst blijft het ook voor de lezer
onduidelijk waarheen, waarom en met welk doel de tocht ondernomen wordt; we
kijken immers door de bril van de kat. Langzaamaan, door de verschillende
standpunten (Nana, Satoru, vrienden van Satoru…) begrijpen we steeds beter de
reden van deze reis.
Er ontspint zich een meeslepend en ontroerend verhaal dat door de
wisselende ontmoetingen steeds meer compassie oproept voor de belangrijkste
protagonisten. De relatie tussen dier en mens ontwikkelt zich, want Nana
transformeert van gewonde straatpoes uiteindelijk tot onontbeerlijk
gezelschapsdier. Eenzaamheid en vriendschap vormen de essentie in het verhaal
en gaandeweg leren we zowel Nana als Satoru steeds beter kennen. De uiteindelijke
plot is hartverscheurend – Arikawa behoudt echter tot op de laatste pagina een
lichte toon.
Het
hoeft niet te verwonderen dat Reisverslag
van een kat na de vele vertalingen binnenkort ook een filmeditie zal krijgen.
Want kattenliefhebbers of niet, velen zullen geroerd worden door de vasthoudendheid
van de kat en de trouw van een mens aan zijn dier. Universele thema’s als
vriendschap en trouw beperken zich immers niet tot één enkel land. Bovendien
vertelt auteur Hiro Arikawa dit alles volgens een welbepaalde nuchtere ‘kattenlogica’,
die bijdraagt aan de schijnbaar lichtvoetige toon van het boek.
Reisverslag van een kat is een aanrader en verdient het ook onder
het Nederlandstalige lezerspubliek tot een succes uit te groeien.
Hiro
Arikawa: Reisverslag van een kat, Ambo/Anthos, Amsterdam 2018, 238 p. ISBN 9789026341281. Vertaling door Sander Schoen. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan