Haruki Murakami, is allang niet meer alleen in Japan
een grote ster. Onlangs was hij nog een van de kanshebbers voor de Nobelprijs
voor Literatuur en in Praag nam hij de Kafka-prijs in ontvangst. Zijn pas
vertaalde roman verwijst naar Kafka, en dat is maar een van de vele literaire
en andere culturele verwijzingen die dit nieuwe meesterwerk bevat. Van Oedipus
en Kenzaburo Oe tot de muziek van Prince of Haydn ? in de ruime wereld van Kafka op het strand is het allemaal op
zijn plaats.
Een kluwen van verwijzingen
In Kafka op het strand lezen we afwisselend
over het jongetje Kafka Tamura, dat van huis wegloopt en in allerlei bizarre
situaties terechtkomt, en over Satoru Nakata, een oudere heer die met katten en
stenen kan converseren. Kafka is de
vijftienjarige zoon van een beeldhouwer, die in zijn vroege jeugd door moeder
en zus verlaten werd. Hij beslist alles achter zich te laten en neemt de
nachtbus naar Shikoku, een eiland ten zuiden van het hoofdeiland Honshu. Daar
vindt hij werk en onderdak in de plaatselijke bibliotheek. Satoru Nakata is een
zestiger die in zijn jeugd (tijdens de Tweede Wereldoorlog) samen met zijn
klasgenoten tijdens een buitenles getroffen werd door een flauwte. Wanneer hij
weer bij bewustzijn komt, is hij zijn geheugen en zijn lees- en schrijfvermogen
kwijt. In plaats daarvan kan hij spreken met katten, een gave waar hij, eens
volwassen, een bijverdienste van maakt: op vraag van buurtbewoners bezorgt hij
verloren gelopen katten terug thuis. Op zoek naar lapjeskat Sesam wordt hij gedwongen
kattenviller Johnny Walker te vermoorden, een man - natuurlijk met een hoge
hoed en zwarte laarzen - die de beestjes tot magische fluiten verwerkt. Tijdens
Nakata's vlucht, weg van de plaats van de misdaad, regent het vissen en
bloedzuigers uit de lucht. Ook hij beslist om de brug naar Shikoku over te
steken.
Hoe
grotesk de avonturen ook zijn die deze twee eenlingen afzonderlijk van elkaar
meemaken, je accepteert ze omdat ze nu eenmaal gebeuren in de wereld van Haruki
Murakami. Fantasie en realiteit worden in al zijn boeken met elkaar verweven.
Andere herkenbare ingrediënten zijn o.a. de verwijzingen naar videospelletjes,
een mysterieuze verdwijning, en beelden als de steen en de haring. Deze
motieven zijn als de maan in veel van de prenten van de 19e-eeuwse Japanse
kunstenaar Tsukioka Yoshitoshi: ze vormen een deel van de handtekening van de
artiest, maar hebben verder geen verborgen betekenis. De steen is dus steeds
een steen, een haring steeds een haring.
Ook de literaire referenties
zijn in Kafka op het strand weer
legio. Zo zijn er tal van indirecte verwijzingen naar die andere Japanse
grootmeester, Kenzaburo Oe, van wie Murakami in zijn jeugd een groot
bewonderaar was. De kleine Oe werd op Shikoku geboren, het eiland waar het
grootste deel van Kafka op het strand
zich afspeelt. De latere schrijver verwerkte vooral in zijn vroege verhalen de
traditionele, landelijke atmosfeer - die van heel Japan het langste op Shikoku
bleef bestaan. Shikoku werd van oudsher aanzien als een mythisch gebied. Die
beladen sfeer heerst ook in het woud dat Kafka Tamura betreedt: "De bomen
worden steeds machtiger, de lucht wordt almaar dikker en zwaarder. Boven mijn
hoofd groeien de takken zo dicht op elkaar dat ik de hemel nauwelijks kan zien.
De aanwezigheid van de zomer, die daarnet nog vaag voelbaar was, is helemaal
verdwenen. Seizoenen lijken hier niet te bestaan. Al gauw durf ik niet meer met
zekerheid te zeggen of ik nog wel over een pad loop. Het ziet eruit als een
pad, het heeft ergens nog wel de vorm van een pad, maar anderzijds kan het ook
iets heel anders zijn. In deze bedrukkende groene lucht worden alle definities
een beetje wazig. De dingen lopen door elkaar, of ze nu iets met elkaar te
maken hebben of niet." Die laatste zin zou overigens als motto hebben
kunnen dienen bij Kafka op het strand.
Kafka is - net
als de kinderen bij de vroege Oe vaak - opvallend vroeg wijs (zoals het
goddelijke kind-type bij Jung). Na een onverhoedse confrontatie met soldaten
bevindt hij zich, net als het jongetje in Oe's debuut, geïsoleerd in een
verlaten dorp. Het lijkt mij meer dan een toevallige verwijzing van Murakami
naar zijn vroegere voorbeeld.
Kafka op het strand is een kluwen van literaire referenties:
Natsume Soseki, T.S. Elliot, Federico Garcia Lorca en Santoka Taneda, het is
maar een kleine greep. En naast literaire of filosofische zijn er ook een hele
hoop muzikale verwijzingen (naar bv. Haydn, Coltrane en Prince), en filmische,
naar o.m. François Truffaut en diens 'Les quatre cents coups', over een
jongetje dat in een moeilijke thuissituatie zit. Overigens toont het laatste
beeld van die Franse klassieker de hoofdpersoon met zijn voeten in de branding:
Kafka wellicht, op het strand?
Murakami is een buitengewoon knap literator die zijn
inspiratie uit alle culturen haalt en bovendien liefhebbers in alle continenten
vindt. Murakami zet niet alleen aan tot het lezen van nog meer Murakami, hij
zet vooral ook ramen open naar nog te ontdekken films, boeken en muziek uit
Japan en de rest van de wereld. Met daarbij de brede opzet en de mooie
compositie, de heldere poëtische taal en de geslaagde beelden, wordt Kafka op
het strand alweer een grootse en fascinerende roman.
Haruki Murakami: Kafka op het strand, Atlas/Contact,
Amsterdam 2016, 639 p. ISBN 9789025443757. Vertaling van Umibe no Kafuka Jacques Westerhoven. Distributie VBK België
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf 2006
deze pagina printen of opslaan