Annemarie Estor is als dichter altijd op zoek.
In haar werk tast ze de grenzen af van ervaringen, maar ook van grenzen en
stijlen. Dat boeiende avontuur gaat daarenboven uit van de overtuiging dat
verbaal krachtige poëzie alle lagen van de taal opzoekt. De poëzie van Estor is
inderdaad overdadig, met aandacht voor ritme en klank maar evengoed voor beeld
en zinstructuur. Dat haar werk meermaals is gelauwerd, hoeft dan ook geen
betoog.
Met Niemandslandnacht levert Estor eens te
meer een bijzonder knappe bundel af. Hoewel de ondertitel lijkt te wijzen op
een soort van misdaadverhaal, vertoont de intrige ditmaal vooral overeenkomst
met elementen uit de fantasy-literatuur. Zo bevat het boek zelfs een getekende
plattegrond die de belangrijkste plaatsen aangeeft waar het verhaal zich
afspeelt. Die grote aandacht voor de ruimte is allerminst een detail. Niet
alleen zijn de personages vaak onderweg, de contrasten staan symbolisch voor de
manier waarop de maatschappij in het verhaal is geordend.
Centraal staat de stad Orb, waar het hoofdpersonage, de
jonge vrouw Pili, woont. Het is een stad die zichzelf als een geslaagde utopie
beschouwt, maar die in feite vooral berust op een verregaande controle van haar
burgers via computers en camera’s. De reinheid en de orde zijn dan ook slechts
schijn. Pili ontdekt gaandeweg het bestaan van een ander universum, dat van
Grout waar de verschoppelingen leven en waar ordeloosheid en wetteloosheid
heersen. Tegelijk is het een milieu waarin plaats is voor creativiteit en vrijheid
van denken.
Die
zoektocht naar de achterzijde van de maatschappij betekent voor Pili echter ook
het blootleggen van allerlei geheimen. Het blijkt dat Orb gebaseerd is op
leugens en gruwelen. Bij die zoektocht wordt Pili geholpen door allerlei
vreemde figuren (soms ontleend aan personages uit de
wereldliteratuur, zoals de waarzegster in The
Waste Land). Zonder de clou van het verhaal prijs te geven kan ik toch
stellen dat Pili familiegeheimen op het spoor komt die haar kijk op het leven
en de samenleving ingrijpend veranderen, maar die tegelijk ook de gezagsdragers
in Orb niet onberoerd laten. De uitkomst van dat alles is, niet verwonderlijk,
weinig optimistisch.
Annemarie Estor is erin geslaagd een dichtbundel te schrijven met een
grote epische intensiteit. In die zin past haar jongste titel in de tendens van
heel wat dichters om lange verhalen in dichtvorm te construeren. Tegelijk gaat
ze echter een stap verder door allerlei gezichtspunten te introduceren en uit het
overkoepelende verhaal vooral afzonderlijke episodes te belichten. Daarbij is
ze bijzonder sterk in het neerzetten van personages met behulp van enkele
treffende eigenschappen of beelden. Dat komt de geloofwaardigheid en de
intensiteit van haar gedichten ten goede, maar het zorgt ook voor suggestieve
beeldende fragmenten.
Ook voor wie minder geboeid
wordt door de globale verhaallijn blijft er in deze bundel veel te ontdekken.
Er zijn de prachtige metaforen, de visuele indrukken, de sfeer van
vervreemding, de vele links naar andere teksten en mythologieën (het geheel is
duidelijk een helletocht) maar vooral ook de weinig verhullende allusies op
onze werkelijkheid: fake news, de controle door de staat, de inbreng van
computers en camera’s die ons privéleven bedreigen, de eenzijdige klemtoon op
normaliteit en efficiëntie… Estor weet haar kritiek op onze samenleving te
verwoorden in krachtige lyriek. Dat haar bundel bij herlezing lang niet alle
geheimen prijsgeeft en ook herhaaldelijk elementen uit haar vroeger werk
herneemt, zal voor veel lezers een extra aansporing zijn om zich in dit Niemandslandnacht te gaan verdiepen.
Annemarie
Estor: Niemandslandnacht. Een crime-poem, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2018, 76
p. : ill. ISBN 9789028427471. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan