De dag dat iedereen
de dood van Franco verwacht, nadat hij wekenlang kunstmatig in leven was
gehouden uit angst voor politieke onrust, is ook de dag van de verjaardag van
José Ricart, een 75-jarige ondernemer die groot en rijk is geworden met het
regime. Het is ook de dag dat zijn zoon en opvolger in de zaak, Tomás Ricart,
rede en redelijkheid betracht bij zijn jongste zoon Quini. "Zal ik je eens
wat vertellen? De mens moet wennen aan een leven met smerigheid. Sterker nog,
de mens is alleen maar denkbaar als levend met smerigheid, want smerigheid
hoort bij hem, het is deel van hem, vanaf dat hij in de luiers zit."
Quini, die aan de universiteit van Madrid studeert en zich heeft aangesloten
bij een uiterst linkse studentengroepering, heeft daar natuurlijk geen boodschap aan. Net zo min
als de oudste zoon, Josemari, die lid is van de falange en deel uitmaakt van
een rechtse knokploeg, altijd klaar om de verworven rechten te verdedigen. Ze
zijn de enige kleinzoons van José Ricart, en vooral hun moeder Olga Albizu, die
het feest organiseert, maakt zich zorgen over mogelijke conflicten. Alle
personages die in dit fresco optreden hebben van ver of dichtbij te maken met
dat feest. Ze zijn er op uitgenodigd, ze zijn aanwezig, of ze zijn betrokken.
De auteur bouwt langzamerhand de
spanning op voor iets wat onvermijdelijk is maar waar niemand de uitkomst van
kent. Stuk voor stuk tekent hij bijzonder knappe portretten van de personages
die hij in hun diepste motieven ontleedt, net zoals hij dat al gedaan had in
dat eerste frescoboek De Lange mars, waarin de generatie die de
burgeroorlog had meegemaakt geconfronteerd werd met haar kinderen. Zoals ook in
dat boek gaat het hier om allen op hun eigen manier geëngageerde mensen, met
goede en minder goede bedoelingen, met goede en minder goede resultaten. Of om
het nogmaals met de bedachtzame Tomás Ricart te zeggen: "Waarom maakte
iedereen zich druk over het lot van de mensheid en leek niemand een zier te
geven om het lot van de dingen om zich heen?" Een meesterlijk
tijdsbeeld.
Rafael Chirbes: De val van Madrid, Menken, Kasander & Wigman, Leiden
2003, 301 p. ISBN 90-74622-43-7. Vertaling van La caida de Madrid.
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswolf 2003
deze pagina printen of opslaan