Vertaald proza

Toni Morrison: Liefde

door Jen de Groeve

Achter elk verhaal schuilt een monster
 
Iedereen die zich mijn echte naam herinnert is al lang dood en niemand vraagt er meer naar". L, de oude vrouw die dit verhaal van de mythische boosdoeners vertelt, is nog dagelijks bang dat ze opnieuw opduiken. Sinds een projectontwikkelaar voor Gelijke Kansen de streek exploreerde, maatschappelijk werk in de achtergebleven wijken op gang kwam en de sociale woningbouw de kustlijn ging beheersen, hebben de mensen hun diep verankerde angsten en zwaarmoedige gedachten weggesloten. Maar in het grote huis in Monarch Street wonen nog altijd Heed en Christine, die hun dodelijke vete al tientallen jaren met vitale haat onderhouden. Aan de wonden die hier zijn opgelopen, kleven vele verhalen, sommige algemeen bekend, sommige geheim, sommige zo geheim dat er geen woorden voor zijn. L ziet veel van deze verhalen herleven als ze de jonge vrouw Junior, beschadigd, vrijgevochten en hunkerend, in het huis in Monarch Street ziet binnengaan.
 
Ruwweg kunnen twee verhaallijnen onderscheiden worden in de caleidoscopische structuur; de ene speelt zich in het verleden af en is opgebouwd uit de herinneringen van diverse personages; de tweede speelt zich nu af. Junior is de motor en haar komst maakt de sluimerende herinneringen wakker.
 
Bill Cosey is de man om wie alles draait. Iedereen heeft het altijd over hem. Eertijds al, toen hij het Cosey Resort uitbouwde, de place to be voor de zwarte elite, en tot grote bloei bracht. En nu nog steeds, de Resort is grotendeels door de oceaan overspoeld, Cosey is lang dood en begraven, maar geen van de personages uit Liefde is van hem los kunnen komen. Het gaat in de eerste plaats om zijn kleindochter, Christine, zijn tweede vrouw, Heed en L, die tientallen jaren bij hem in dienst was. Cosey zorgde voor werkgelegenheid in de streek en werd beschouwd als weldoener en toeverlaat. Maar het Cosey-imperium brokkelt geleidelijk aan af vanaf het midden van de jaren '50. De visgeur van de conservenfabriek in Up Beach schrikt de rijke gasten af, dacht Bill, zijn schoondochter May gaf er Martin Luther King en de Civil Rights Movement de schuld van - met de opheffing van de segregatie konden de rijke zwarten ook elders met vakantie. Maar Coseys droom werd ten gronde verwoest door oplaaiende passies van binnenuit.
 
Christine en Heed waren hartsvriendinnen tot het ongelukkige moment dat Cosey zich door Heeds kinderlichaampje liet verleiden. Ze was 11 toen hij met haar trouwde, haar familie stond haar af alsof ze een puppy was. Een onbegrijpelijk iets, dat huwelijk, niet het minst voor May, tot dan toe de dame van het huis, die zich nu opzijgeschoven voelt door "een strontvlieg" uit een achterbuurt, die iedereen zou besmeuren met de smeerboel waarin ze geboren was. En het verlies van Christine is veel groter dan denkbaar: "We waren dikke vriendinnen. De ene dag bouwden we op het strand zandkastelen, de volgende dag zette hij haar op zijn schoot. De ene dag speelden we vadertje en moedertje onder een sprei, de dag daarop sliep ze in zijn bed. De ene dag speelden we haasje over, de dag daarop neukte ze mijn opa [...] De ene dag was dit mijn huis, de volgende dag was het van haar." Zo ging dat.
 
Gevolg is dat Christine, al te vaak van huis weggestuurd omdat zij en Heed nu elkaars bloed konden drinken, op een dag definitief wegblijft. Ze kwam pas terug na Coseys dood om haar aanspraak op zijn erfenis te laten gelden. Coseys testament, geschreven op een menukaart, vermeldt dat hij zijn bezit nalaat aan zijn "lieve Cosey-kindje". Dat kan zijn kleinkind zijn, maar hij had ook een kind-bruidje natuurlijk. De tijdelijk opgeschorte vete werd krachtdadig hernomen, Christine en Heed voerden een strijd alsof ze kampioenen waren in plaats van slachtoffers.
 
Wanneer Junior met een door sociaal en menselijk onrecht beladen verleden in Monarch Street wordt aangenomen zgn. om Heed te helpen bij het schrijven van haar memoires, vreest L dat de politiehoofden opnieuw zullen opduiken. Want het verleden is nooit helemaal verleden tijd. Ook niet als er krampachtig over gezwegen wordt.
 
Als Junior Bill Coseys portret aan de muur ziet, voelt het net alsof ze thuiskomt, zijn vriendelijke ogen beloven bescherming, een leven, een meisje op de schouders te zullen dragen "terwijl zij appels van de hoogste takken stal." Precies wat ze Heed beloofden, een big daddy die voor goede tijden zorgde, terwijl hij haar enige kans op een leven stal. Ze lieten de mensen geloven dat hij hun machtige en vrijgevige vriend was. Ze wisten niet met wie ze te maken hadden. Maar het zou al te makkelijk zijn om van hem een januskop te maken. Tussen de mythe van de man die rust bracht in een gemeenschap die onzeker de loop van de geschiedenis ondergaat, en de onmens die zich aan jonge kinderen vergrijpt, ligt de mens Bill Cosey. Hij is charismatisch en weerzinwekkend, charmant en pervers. Als weldoener van zijn gemeenschap verwoest hij de levens van wie hunkeren naar zijn bescherming. Was bovendien zijn bedrijf, dat exclusief voor rijke zwarten openstond, niet zowel een zegen voor de gemeenschap als een bevestiging van de vloek van de segregatie? En het is confronterend om te moeten vaststellen dat de tedere, beschermende man Cosey en de seksueel geperverteerde niet scherp van elkaar te scheiden zijn.
 
Morrison schetst het beeld van zijn persoon zeer gedeeltelijk, fragmentarisch, schimmig zelfs. Heed, Christine en May hebben een beperkte kijk op Cosey, gevormd en gehavend door onverwerkte trauma's en uitslaande emoties. L is de enige die tot een completer, scherper en genuanceerder beeld komt, ze lijkt van op een grotere afstand te oordelen. Haar passages, in cursief gezet, zijn voor de lezer de enige die wat houvast kunnen bieden. Maar dan nog blijft het zoeken, puzzelen en afwegen, en wanneer je denkt tot een schuchter begin van inzicht te komen, wordt dat even later weer tegengesproken of minstens bijgestuurd. Morrison laat de tekst direct op de lezer inwerken, ze verklaart niets, want verklaring schept afstand. En ze verstrooit de flarden individueel ingekleurde informatie over de hele roman. De opbouw van de tekst doet in zekere zin aan een mondeling, ongestructureerd relaas denken, waarin sterk associatief van het ene onderwerp op het andere wordt overgeschakeld, waarin gedachten niet worden afgemaakt, meningen maar gedeeltelijk worden uitgesproken.
 
Om uit de verschillende versies de splintertjes informatie tot een iet of wat interpreteerbaar geheel te brengen, is een herhaalde, geconcentreerde lectuur nodig. Op zoek naar een plausibele betekenis, moet je een breed spectrum van waarden afwegen, om vervolgens vast te stellen dat de technische obstakels in deze roman lang niet de lastigste zijn. Terugbladeren en opnieuw lezen is geen oplossing wanneer de roman bereidheid van je vraagt om je waardestelsel te bevragen en je ethische overtuigingen mee in het geding te brengen. Daders en slachtoffers kan je niet in afgelijnde categorieën onderbrengen en de liefde die streelt, slaat ook. Bill Cosey is een man die gedreven wordt door toorn en liefde, onmacht, vernedering, passie en verlangen, die zijn droom zag botsen met de werkelijkheid. Een complex en ambivalent mens die goede dingen deed om slechte redenen en misdeed terwijl hij goed meende. Ambivalent is ook zijn liefde en het is schokkend om te ervaren hoe destructief ze was. En hoe moet je omgaan met L's oplossing van het drama? Zij is de schrijver van het neptestament op de menukaart. Het echte, waaruit blijkt dat er nog een derde Cosey-kindje was, heeft ze vernietigd. Er was lef voor nodig om Cosey te stoppen, maar vingerhoedskruid, op de juiste manier gebruikt, werkt snel. En er was liefde nodig (Staat L voor 'liefde'?) om de neerwaartse spiraal te stoppen waarin de vrouwen worden meegesleurd: "Mijn menu werkte prima. Gaf ze een reden om met elkaar contact te houden en misschien te ontdekken hoe waardevol de tong is."
 
De tong, de taal, de mogelijkheid om te praten over dat vreselijke, onbevatbare wat hen als kind is overkomen en waarvoor zij en niet Cosey de schaamte en de schuld hebben gedragen, zal ten slotte de niet te temperen haat doen wijken voor een enig soort liefde dat zij als kinderen hebben gekend, "zich niet bewust van hun eigen sekse of wie van beiden honger lijdt en wie er goed doorvoed is, voordat ze kleuren van elkaar kunnen onderscheiden, familie van vreemdelingen", die mengvorm "van overgave en muiterij waar ze nooit meer zonder kunnen." Liefde en taal, de kenmerken die de menselijke soort onderscheidt. Degene die afscheiding en isolatie nastreeft, ontneemt de kans op leven. De brutale diefstal van hun kinderliefde en de onmogelijkheid tot communicatie hebben niets dan haat en verlies meegebracht in de persoonlijke relatie van Christine en Heed. Bill Cosey heeft met zijn paradijs voor rijke zwarten de gemeenschap waarin hij opgroeide, verder gekneveld in sociale en culturele afscheiding; het bloedt onherroepelijk dood. Toni Morrison: "You have to talk, and exercise those feelings of almost witless affection for another human being. If we lose that feeling for the other, or the ability to talk to one another, there's really not much left. Personally, politically, culturally, it's death." En dan beleven de politiehoofden hun hoogtijdagen.
 
Toni Morrison: Liefde, Bert Bakker, Amsterdam 2004, 209 p. ISBN 90-351-2606-8. Vertaling van Love

Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2004 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri