De 70-jarige Troerak, die beseft dat "na
veertig jaren zijn eenzaamheid oud was", boetseert het beeld van een
'vrouwman' waaraan hij in zijn verbeelding die laatste veertig jaren had
gewerkt. Hij geeft haar de naam Vrint, een "zinnenzuigend" wezen
zoals ze op zeker moment wordt genoemd. Meer en meer zal Vrint zich trachten
los te rukken van haar schepper en, gevolg gevend aan de lokroep naar mensen en
dingen, een zelfstandig leven trachten uit te bouwen. De manier waarop zij/hij
zich onder de mensen beweegt en die weet te fascineren, leidt ertoe dat een
soort genootschap de Vrintschap wordt opgericht. Vrint ontmoet mensen van
allerlei slag, leert hoe sterk de lichamelijkheid in de beleving van de liefde
voorop wordt gesteld en zal uiteindelijk bij
Reus, de man die haar verkracht heeft, troost en soelaas vinden.
David Nolens, zoon van Leonard
Nolens, heeft het zich voor zijn debuut allerminst makkelijk gemaakt. Eerder
dan een licht consumeerbaar verhaaltje bijeen te schrijven, opteert hij voor
het onverwachte: "Verlangen wij niet allen naar het ongewone?" Alleen
al de figuur van Vrint intrigeert: een 'vrouwman', een seksloos wezen dat juist
de seksualiteit ontdekt of ermee, soms zelfs op een brutale manier,
geconfronteerd wordt. Voor de lezer blijft Vrint een uitdaging, zeker
als we ervan uitgaan dat Nolens na een tijdje de greep op zijn verhaal
verliest. Zo wordt de indruk gewekt dat de tekst het vooral moet hebben van
vondsten, die op zichzelf wel niet oninteressant zijn, maar uiteindelijk nog
moeizaam in het verhaal geïntegreerd raken. Van die treffende uitspraken zijn
er voldoende voorhanden. Over volwassenheid bv., die zo wordt omschreven:
"overleven in een steeds veranderende omgeving en uit de verandering
selecteren wat nuttig en zinvol is". Of nog: "de grenswachters van de
samenleving: de reclamemannen die alles van over de rand de rand de normaliteit
in sleurden". En over de stedelingen: "Ze hadden zich genesteld in de
kussens van een morgen als vandaag". Het esthetiserende schrijven is nooit
veraf bij Nolens.
David Nolens: Vrint,
Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2002, 151 p. ISBN 90-388-5515-X
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf 2002
deze pagina printen of opslaan