‘Dit boek is een narratief werk. Daar waar
namen, personages, verenigingen, organisaties, plaatsen, gebeurtenissen en
situaties niet de vrucht zijn van de verbeelding van de auteur, worden ze gebruikt
voor narratieve doeleinden.’
Dit is de waarschuwing die Edoardo Albinati de lezer van
zijn lijvige De katholieke school
voorschotelt, net boven het colofon. Hiermee geeft de auteur ook meteen hoe
gelaagd dat werk wel is en hoe moeilijk het te labelen valt. Albinati
bestempelt zijn ‘werk’ immers niet als een roman, maar wel als fictie, en,
zoals de lezer gaandeweg zal ontdekken, bevat De katholieke school vele autobiografische elementen en stoelt het
op historische feiten, waarvan de auteur een (on)rechtstreeks getuige was.
Verder doorspekt Albinati zijn meer dan 1400 bladzijden tellende werk met
intertekstuele verwijzingen, filosofische en socio-economische beschouwingen en
neemt hij de lezer mee in een meanderende vertelling waarin je je meermaals
dreigt te verliezen.
Albinati haalt je echter ook weer terug, zo bijvoorbeeld met de 413 korte
beschouwingen in het voorlaatste deel. Die beschouwingen zijn niet van de ik-verteller,
maar van zijn inspirerende leraar Cosmo, en frapperen niet alleen door hun
gebalde karakter, maar ook door hun raakheid. Ze lijken de vragen die de
ik-verteller zich in het hele werk stelt, te counteren of te vervolledigen. In
de negen andere delen probeert de ik-verteller, alter ego van Albinati, zijn
katholieke opvoeding, die hij voornamelijk op school meekreeg, en de
beklemdheid van een bepaalde Romeinse bourgeoisie te doorgronden. Hij staat
lang stil bij de manier waarop zijn leraren-paters, hem en zijn medeleerlingen
kennis probeerden bij te brengen en hoe heel verschillende leerlingen vaak
vergelijkbare resultaten behaalden.
Albinati weidt nog meer uit over hoe die katholieke leraren de seksualiteit van
hun leerlingen deden beleven. Hypocrisie en onderdrukking leken daarbij nooit
ver weg; bovendien was die seksualiteit bij sommigen een vorm van macht, die
gewelddadige vormen kon aannemen. Met dat laatste verwijst hij naar het
‘massacro del Circeo’ van 1975, waarbij drie van Albinati’s klasgenoten twee
meisjes ontvoerden en verkrachtten, wat een van die meisjes het leven kostte.
De ik-verteller beoogt in geen enkele passage een nauwkeurige reconstructie van
de wrede feiten, maar probeert in de hoofden van zowel de beulen als de
slachtoffers te raken. Heel veel wijzer raakt hij echter niet.
Eenzelfde gevoel
bekruipt je bij de beschrijvingen van de levenservaringen van het
hoofdpersonage: samen met de auteur-ik-verteller kan de lezer die niet volledig
te plaatsen en wordt hij telkens opnieuw meegezogen naar die (mis)vormende
‘katholieke’ jeugd. Albinati’s werk is echter ook een tijdsdocument, waarin de
(recente) geschiedenis van Italië gehekeld wordt, zonder vernieuwende inzichten
weliswaar. Zo lees je in een andere lijst beschouwingen van medeleerlingen en
diezelfde Cosmo:
‘In Italië is nooit gebrek vaan
het materiaal dat moet worden vormgegeven, integendeel, dat is er in overvloed.
Het zou eeuwen duren om dat allemaal te verwerken, alle problemen ervan het
hoofd te bieden. De ellende is dat het merendeel van dat materiaal al een vorm
heeft, en van inferieure kwaliteit is; en de rest van het materiaal is nog
vormloos en zo afzichtelijk van zichzelf dat men bang is om er vorm aan te
geven. Daarom hebben schrijvers het uiteindelijk nergens over; of als ze het er
wel over hebben, stijgen ze nooit boven het niveau van gebabbel. Ze hebben niet
het lef om het vormloze vorm te geven; en wat ze al onhandig uitgedrukt
aantreffen in het cliché, laten ze liever zoals het is, of hooguit versterken
ze het. De enige bijdrage van schrijvers is een overmaat aan formele felheid,
die het vrijwel nooit waagt tot de kern te komen. En intussen blijft de berg
aan materiaal maar groeien en groeien…’
Met deze uitlating verbindt
Albinati naadloos Italiës geschiedenis en literatuur, maar uit hij hiermee ook
een vorm van zelfkritiek?
Edoardo Albinati: De katholieke school, Atlas/Contact,
Amsterdam 2018, 1486 p. Vertaling van La scuola cattolica door Manon Smits en
Pieter van der Drift. ISBN 9789025449759. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan