De nasleep van een ingebeelde vadermoord
De
Zweedse schrijfster Linda Boström Knausgård (1972) debuteerde in 1998 met de
dichtbundel Gör mig behaglig för såret.
In 2011 brak ze door met een bundel korte verhalen, Grand Mal, en haar korte roman Helioskatastrofe
(2013) verscheen in 2014 in het Nederlands onder de titel De val van Helios. Linda Boström, die aan een bipolaire stoornis
lijdt, schrijft ook kronieken voor het blad Ystads
Allehanda, en ze was tot 2016 getrouwd met de Noorse schrijver Karl Ove
Knausgård. Dat ze na de scheiding toch nog de naam van haar ex aan haar eigen
familienaam toevoegt, heeft wellicht te maken met een weloverwogen
marketingstrategie. Haar nieuwe roman Välkommen
till Amerika (2016) werd vrij snel vertaald in het Engels, het Duits en het
Nederlands.
Welkom in Amerika is een korte roman
over een ingebeelde vadermoord en andere trauma’s. Het ik-verhaal van Ellen,
een meisje dat opgroeit in een kerngezin dat uit elkaar spat, wordt in een ware
éciture automatique-stijl
afgehaspeld. De schrijfster stapelt de beelden en gebeurtenissen in korte
zinnen op, zonder pauze, en de verleden tijd gaat bijna geruisloos over in de
tegenwoordige tijd en omgekeerd. Vanaf de eerste alinea wordt haar probleem
samengevat: ze is erfelijk belast. Nu hult ze zich in een halsstarrige stilte,
vroeger vertelde ze dingen die niet klopten. Haar broer zondert zich af en
gedraagt zich bizar. Zelf gaat ze gebukt onder de twijfel. Hun vader is dood,
en zij heeft ‘hardop aan God gevraagd om papa dood te laten gaan en toen deed
hij dat.’ Ellen gaat ervan uit dat haar woorden veel macht hadden, en wellicht
is het daarom dat ze nu zwijgt.
Het was niet altijd kommer en kwel: vroeger ging ze met
haar moeder, een actrice, naar het theater, en ze heeft goede herinneringen aan
de laatste rol die ze haar zag vertolken, die ‘van een gevallen vrijheidsgodin
die emigranten welkom heette in Amerika.’ Al snel blijkt Ellens moeder ook
thuis een gevallen godin te zijn. Vroeger verlangde Ellen altijd naar haar, en
als ze huilde, wilde ze haar helpen, ‘maar haar tranen waren zo veel sterker.’
Nu ontwijkt ze haar moeder. In haar dromen hoorde ze haar vader vragen wat er
met haar stem aan de hand was, en ook al was hij dood, toch moest ze hem
geruststellen. Maar ze negeerde zijn vragen, zoals ze de blik van haar moeder
begon te ontwijken. Vroeger had ze zich niet schuldig gevoeld, toen ze haar
vader dood wenste. ‘Het was de beste oplossing.’ Ze voelde zich soms wel
schuldig omdat hij eenzaam was. Moeder had hem de deur gewezen. Wanneer haar
broer haar iets vraagt, doet ze dat zonder aarzelen, want ze is bang ‘voor de
vingers in [haar] nek.’ Geweld lijkt ook een erfelijke factor te zijn.
Ellen heeft niet
alleen de dood van haar vader gewenst, ze had het gevoel dat ze haar moeder
misschien tot waanzin dreef door haar zwijgen. ’s Avonds bad ze altijd het
zelfde gebed: ‘Lieve God die in de hemel zijt. Ontferm u over mijn moeder. Maak
haar gelukkig en laat haar niets overkomen. Amen.’ God had haar op haar wenken
bediend toen ze haar vader dood wenste, en later dacht ze: ‘Papa’s dood was een
triomf voor mij en God. Het was ons eerste gezamenlijke project.’ Haar vader
was plots veranderd tijdens een verblijf in hun buitenhuis, hij dronk er
onophoudelijk en begon liederen te zingen uit de film Cabaret. Later werd hij ook gewelddadig. Dat werd als een
bedreiging ervaren en haar moeder had hem de deur gewezen.
Het lijkt erop dat Ellen met een vraag worstelt die ook
Doktor Glas in de gelijknamige roman (1905) van de Zweedse schrijver Hjalmar
Söderberg (1869-1941) bezighield: mag men iemand doden om iemand anders te
redden? Het standaardantwoord is neen, maar een andere Zweedse schrijfster,
Kerstin Ekman (1933), die het verhaal van Söderberg in de roman Mordets praktik (2009) heeft verwerkt,
heeft erop gewezen dat het een vraag is die niet met ja of neen kan worden
beantwoord: ‘Medelijden is een vrouwelijke eigenschap die tot catastrofes kan
leiden.’ (mijn vertaling)
De ingebeelde
vadermoord kan als de keerzijde van Ellens medelijden worden geïnterpreteerd.
Het meisje groeide op in een omgeving die met de theaterwereld was verbonden,
en kunstenaressen moesten wel vaker tegen zichzelf en hun omgeving worden
beschermd, zoals overduidelijk blijkt uit Den
sårade divan (2015) van de Zweedse historica Karin Johannisson (1944-2016).
Die bescherming viel vaak negatief uit, zoals dat ook het geval was met de
bescherming die de moeder van Ellen aan haar dochter trachtte te geven. Tussen
welvaart en welzijn kan geen gelijkheidsteken worden geplaatst, ook niet in het
vooruitstrevende Zweden. Lichte façades verhullen soms donkere kamers.
Linda Boström
Knausgård: Welkom in Amerika, De Geus, Amsterdam 2018, 119 p., ISBN
9789044539127. Vertaling van Välkommen till Amerika door Maydo van Marwijk
Kooy. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan