Een
teken van leven gaat luidens de ondertitel ‘over rouw
en alles wat de dood behelst’. Na de dood van haar zus Joyce lukt het de
schrijfster niet om verder te gaan met schrijven. Toch dwingt zij zichzelf stil
te staan bij wat de dood – niet alleen die van haar zus, maar ook die van
vriendinnetje Vonny, of haar neef Boy en vooral die van haar vader – in haar
leven betekent:
‘Ik pak de pen al op voordat er
veertig dagen voorbij zijn gegleden. Volgens traditie zal er op de veertigste
dag een familiebijeenkomst gehouden worden, omdat de spirit van de overledene
na veertig dagen voorgoed zal vertrekken. […] Voordat zij er, voor altijd, met
onze gedeelde herinneringen vandoor gaat, zet ik, als een Javaanse gekko, mijn
tanden in haar geest totdat ze onze belevenissen loslaat. Ik wil ze terug. Ze
zijn ook van mij.’
Mede bepaald door haar Indische afkomst laat Marion Bloem in haar
terugblik onverklaarbare elementen, die dwars staan op de nuchtere visie waarvan
mensen in het Westen blijk geven, meespelen in haar relaas over de manier
waarop wordt aangekeken tegen leven en dood. Signalen die worden opgevangen van
over de dood heen, maken dat zij, ook in haar relatie met haar man, Ivan
Wolffers, een eigen kijk heeft op de samenhang van geboorte en dood:
‘Er is energie, er is communicatie, er is steun van de
overledenen. Ik hoef niet te weten hoe het allemaal kan.’
Ontroerend is bv. de manier
waarop zij omgaat met de ziekte van haar zoontje Kaja, die geboren is met een
hartafwijking en – daarvan is zij overtuigd – overleeft dank zij de magische
krachten die hier in het spel zijn. Het geloof in het leven – en dat heeft ook
te maken met de ziekte van haar man – licht op tegen de achtergrond van de
dood.
Marion Bloem grijpt terug naar
het verhaal Onder het deksel, dat ze
schreef naar aanleiding van de dood van Vonny. Herinneringen worden ingepast in
de mijmeringen over het verlies. Hoe diep deze herinneringen snijden in het
gemoed van de schrijfster blijkt uit de anekdotes over en rond zus Joyce, en
bij uitbreiding over haar vader:
‘Ik heb een fase in
mijn leven bereikt, waarop tussen die twee werelden geen scheiding meer
bestaat. Ik ben de wereld van mijn ouders ingestapt en hun verleden is in het
mijne opgenomen.’
Pas wanneer haar vader de dood in de ogen ziet, komt hij ertoe zijn
verhaal over de tijd in Indië deels in kaart te brengen. En verder: hoe hij
altijd is blijven geloven aan de magie van het land, komt onder meer tot uiting
in het kretek-verhaal over de totaal eigen geur van de rookwaar die hij op een
bepaalde dag thuis in Nederland meent waar te nemen en als een signaal opvat
van de overkant, een bericht dat zijn neef is gestorven in Jakarta.
Op een heel persoonlijke
manier, ver weg van alle sentiment, tekent Marion Bloem haar leven-met-de-dood
uit. Schrijven is voor haar omgaan met de emoties die er hoe dan ook mee
verbonden zijn, ‘het leek alsof het maken van leesbare zinnen mijn zolen toch
van die startlijn had afgetrokken.’
Marion Bloem: Een teken van
leven, De Arbeiderspers, Amsterdam 2018, 267 p. ISBN 9789029526272. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan