Onder vrienden bestaat uit acht verhalen over leden van de
fictieve kibboets Jikhat ergens in het midden van de jaren vijftig. Omdat de
verschillende personages in elkanders verhalen opduiken kun je moeilijk van een
verhalenbundel spreken, maar het is ook geen gestructureerde roman in de
klassieke betekenis van die term — eerder een samenhangende verzameling van
vignetten die heel indringend een bepaald tijdperk van het zionisme en van de
collectivistische utopie van de oorspronkelijke kibboetsbeweging schetsen.
Het zijn stuk voor stuk sterke persoonlijkheden, van
strenge leninisten tot vrijgevochten anarchisten, die er een paar decennia in
geslaagd zijn ondanks hun ideologische verschillen samen te blijven wonen en
werken in een gesloten
wereld zonder God, de Staat of het Gezin, om even te verwijzen naar de drie
belangrijkste bronnen van onvrijheid en onderdrukking volgens Michael Bakoenin.
In tegenstelling tot de romanhelden van de Russische anarchist Nikolai
Tsjernytsjevski (Wat te doen?, 1863) of de Amerikaan Henry David Thoreau
(Walden, 1854) bij wie die utopische projecten tot literaire ficties
beperkt bleven, hebben de zionistische kibboetsniks gedurende bijna de hele
twintigste eeuw reëel bestaan, zodat we dit werk van Oz als een ‘fictie ná de
feiten’ moeten lezen.
De verhalen, waarin Oz het dorp
vanuit het standpunt van de kibboetsleden bekijkt (‘wij’ en ‘ons’) zijn met
onverholen empathie en sympathie geschreven, maar ze zijn — gelukkig maar
allesbehalve nostalgisch: ‘Niettemin erkende hij in zijn hart dat de
kibboetsmethode in wezen de vrouwen voortdurend onrecht deed en hen bijna
zonder uitzondering dwong tot dienstbare arbeid, koken, schoonmaken,
kinderverzorging, wassen, naaien en strijken. De vrouwen genoten bij ons
officieel volstrekte gelijkheid, maar die gelijkheid kregen ze alleen op
voorwaarde dat ze zich gedroegen als mannen: ze mochten zich niet opmaken en
geen lippenstift gebruiken en ze moesten alle vrouwelijke maniertjes
achterlaten.’
De
kritiek gaat echter nog dieper: officieel bestaat er bijvoorbeeld ook geen
eenzaamheid op de kibboets, want ‘we’ zijn allen kameraden, wat niet wil zegen dat
we ook vrienden moeten of willen zijn. Wanneer je lid wordt van zo’n linkse
kibboets moet je zo nodig met je ouders en familie breken. (Wellicht niet
toevallig werd in diezelfde periode van jonge jezuïeten (novicen) verlangd dat
ze na hun intrede in de orde spraken over ‘zij die mijn ouders waren’, of hoe
radicale engagementen op elkaar kunnen lijken.) De nieuwe mens moet zuiver
zijn, sober, puriteins en hard en, in het geval van de traditionele kibboets,
een totaal toegewijde soldaat van de nieuwe Joodse staat. Dit wordt heel
indringend duidelijk in het verhaal ‘Klein kind’, waarin een nogal
huilerig jongetje van vijf in het kinderverblijf regelmatig door de andere
jongens gepest en geslagen wordt en ten slotte naar het huis van zijn ouders
loopt. Waarop de moeder, een door de wol geverfde linkse militante en
principiële tante, hem naar dat gehate en gevreesde verblijf terugbrengt,
terwijl de vader het niet kan aanzien, maar wanhopig zijn mond houdt. Die
nederlaag is des te sterker omdat ze slechts aangeduid wordt. Hij kan namelijk
geen slaap vatten en meent zijn zoontje in de verte te horen schreien, maar
‘Even verbeeldde hij zich zwak gepiep te horen. Hij ging in bed zitten en
luisterde aandachtig, maar nu hoorde hij alleen regen en wind en de schurende
tak. En toen viel hij in slaap.’
Punt.
En zo eindigen ook de andere verhalen nogal abrupt, waarbij de lezer maar zelf
moet raden wat er allemaal verzwegen wordt. We weten al sinds onder meer Black
Box en Dezelfde zee dat Amos Oz een meester is in de beschrijving
van de intiemste gevoelens en tegelijkertijd de ingehouden expressie ervan,
maar in dit boek overtreft hij zichzelf. En ten slotte nog iets: het feit dat
de verdrijving van de Palestijnse bevolking in het verhaal ‘Dir Adjlon’ door de
nochtans radicaal socialistische en gepassioneerd humanistische leden van de
kibboets in die tijd hooguit als gerechtvaardigde ‘vergeldingsmaatregel’
bekeken wordt, is wellicht schokkend, maar de historische waarheid.
Amos Oz: Onder
vrienden, De Bezige Bij, Amsterdam 2013, 204 p. ISBN 9789023473466. Vertaling van Been chaveriem door Hilde Pach. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan