Me Tarzan You Jayne: Jan Cremer
over Jayne Mansfield
Na Odyssee:
Fernweh en Odyssee:
Sirenen lag het voor de hand dat Jan Cremers volgende boek het
derde luik zou zijn van de nieuwe Odyssee-cyclus,
waarin hij in niet geringe mate zijn eigen mythe herschrijft. Vreemd genoeg
wordt de publicatie van deze cyclus (waarvan het volgende deel reeds voor
voorjaar 2019 is aangekondigd) hier onderbroken met een boek over Cremers
kortstondige maar intense affaire met de Amerikaanse filmster Jayne Mansfield.
Dat is om verschillende redenen opmerkelijk. Aangezien het
tweede deel van de Odyssee-cyclus een
prachtige ode aan zijn geliefde Loes Hamel was, is het vreemd dat zijn memoires
over zijn relatie met Jayne niet gewoon een luik in die nieuwe cyclus mochten
zijn. Een boek voor elk van de belangrijke vrouwen in Cremers leven: dat lijkt
een goed concept. Alles wordt nog opmerkelijker als men bedenkt dat het in dit
boek gepubliceerde materiaal is overgenomen uit het eerdere Ik Jan Cremer:
Derde Boek (2008). Dat is op zijn zachtst gezegd ongewoon. Wat
is de zin van een dergelijke duplicatie? Is het louter commercieel cynisme of
gaat er ook een diepere artistieke logica achter schuil? Het is in elk geval niet
de eerste keer dat Cremer zo’n truuk uithaalt: jaren geleden was Wolf (1993) immers al een distillatie
van de autobiografische hoofdstukken uit De
Hunnen (1983).
Alleen Cremer kent vermoedelijk het hoe en waarom van dergelijke
démarches, maar zo’n publicatiestrategie verplicht ons wel om het materiaal
rond Jayne Mansfield hier als op zich staand boek te lezen en te evalueren. Als
dusdanig beschouwd, komt Jayne moeizaam
uit de startblokken: de eerste tien pagina’s zijn verwarrend en schetsmatig.
Het lijkt alsof Cremer hier heeft geprobeerd om een voorgrond of aanloop te
creëren voor het materiaal dat uit het Derde
Boek is gelicht. Dat voelt stuntelig en gekunsteld aan. Maar van zodra het
voorbereidende werk achter de rug is, krijgen we Cremer op volle kracht. Met
veel bravoure vertelt de auteur hoe hij door de filmster, aan wie hij zijn
eerste onverbiddelijke bestseller Ik Jan
Cremer (1964) had opgedragen, hem sommeert om haar te begeleiden tijdens
een tournee door Zuid-Amerika. Wat volgt, is een picareske roman waarin Cremer
zich gegijzeld weet door het entourage van de ster en van de ene louche context
in de andere tuimelt. Het verslag wemelt van de corrupte onderwereldfiguren,
hoeren, wapens, nachtclubs, hysterie, geld en alcohol, en een algehele
atmosfeer van decadente degeneratie. Op een bepaald moment wil Cremer ons doen
geloven dat een fan de gevel van het hotel heeft beklommen waar Mansfield
verblijft en dat iemand vervolgens op diens vingers trapt wanneer hij zich vastklampt
aan haar balkon, waarna de ongelukkige te pletter stort. Indien dat een waar
verhaal is, zijn wij en Cremer getuige geweest van een moord waar verder geen
gevolg aan wordt gegeven.
Het is duidelijk dat de hyperbool regeert in dit boek, waar
elke pagina vol staat van geweren, seks, geweld en alcohol. Ongetwijfeld was
Cremers Zuid-Amerikaanse avontuur in het kielzog van Mansfield een hallucinante
ervaring, maar de auteur heeft zijn verslag hier en daar behoorlijk gepimpt. Mansfield
komt uit het boek naar voren als een onzekere en kwetsbare vrouw die ook zeer
intelligent en bijzonder doortrapt is. Het is geen flatteus portret, maar
ondanks de alomtegenwoordige hyperbool wel overtuigend en menselijk. In zijn
oorspronkelijke context was dit verhaal omgeven door de verdere cowboyverhalen
die het Derde Boek vulden en het
verhaal wint onmiskenbaar aan kracht door op zichzelf te worden gepresenteerd.
In die zin voelde Cremer misschien dat hij iets goed had te maken ten aanzien
van Mansfield: ze hoorde niet gewoon een verhaallijn te zijn in een ander boek,
maar het onderwerp van een eigen boek. Door de hoofdstukken uit het eerdere
boek over te nemen heeft Cremer evenwel geen poging ondernomen om zijn eerdere
portret van Jayne bij te stellen. Dat betekent dat hij ook de literaire stijl
van het Derde Boek aanhoudt en die is
pittig journalistiek en sterk aangezet. Deze stijl mist evenwel de
scherpzinnigheid van Cremers beste werk, waardoor Jayne niet echt een Cremer grand
cru kan heten. Het is in elk geval geen monument voor een geliefde zoals
het indrukwwekkende Sirenen dat wèl
was.
Jan Cremer:
Jayne, De Bezige Bij, Amsterdam 2018, 168p. ISBN 9789403135908. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan