Voor wie
in het donker op mij wacht is de overweldigende
reconstructie in woord en beeldspraak van het laatste jaar uit het leven van de
79-jarige Celeste. Gevangen in de beklemmende greep van alzheimer blijft de
voormalige actrice verrassend levendig en bewust, zij het voornamelijk in de
geest. Het praten is haar bijna vergaan en wat ze zegt, is door het gebrek aan
context voor de omstaanders meestal niet te vatten. Toch is haar gedachtegang
duidelijk en logisch, want zoals auteur en psychiater, António Lobo Antunes het
schrijft, betekent de gedeeltelijke aantasting en het ogenschijnlijk krimpen
van het geheugen niet dat de herinneringen verdwijnen. Integendeel. De werking
door associatie blijft intact ; alleen gebeurt het niet meer via de ratio maar
uitsluitend op basis van prikkels, en van emoties die vooral tijdens de
kindertijd vorm hebben gekregen. In haar gedachten heeft zich een nieuwe logica
ontwikkeld die jammer genoeg alleen voor haar begrijpelijk is, zoals ze
meermaals moet ondervinden in de confrontatie met haar omgeving.
Celeste staat in haar
appartementje in Lissabon onder de hoede van een ongeduldige verzorgster, door
haar consequent 'de dame op leeftijd' genoemd, maar die doodsbang haar baantje
te verliezen als de familie tot opname zou besluiten. Het toezicht zelf wordt
uitgeoefend door een ronduit onaardig familielid, al even consequent 'de neef
van mijn man' genoemd, en die al lang spijt heeft van het feit dat hij zijn
oom, haar tweede echtgenoot, beloofd heeft tot aan haar dood voor zijn tante te
zullen zorgen. De gesprekken die hij voert met de derde persoon in haar huidige
leven, de behandelende arts gaan dan ook uitsluitend over haar toestand vandaag
en de toekomstperspectieven. 'De dokter: “Normaal gesproken duurt het twee of
drie jaar tot het brein helemaal is opgelost”.'
Intussen werken die hersens aan
een stuk door, wervelend doorheen tijd en ruimte, nu eens duidelijk accuraat
als het om herinneringen uit het verleden gaat, dan weer fabulerend als het
erom gaat de gebeurtenissen in het heden te duiden. Staat er nu wel een portret
van een hazewind op het keukenschort en hoort het beeldje van het meisje met de
zwaan niet eerder bij haar vroege kinderjaren in Portimão ?
Wonderlijk genoeg blijkt ze in
staat in haar verbeelding hele scenes, met dialogen en al, uit het leven van
haar neef, de dokter en de dame op leeftijd op te roepen, louter afgaand op de
gesprekken die ze zo nu en dan opvangt. Een talent dat ze misschien wel
ontwikkeld heeft in de jaren dat ze als actrice in Faro en Lissabon aan de slag
kon, zij het dat ze zich meestal tevreden moest stellen met kleine rolletjes en
figuratie.
Het
gros van haar herinneringen komt natuurlijk uit haar jeugd in de Algarve met
een verafgode maar te vroeg gestorven vader die zijn dochter altijd 'kind of
schatje' noemde. Een niet onknappe man overigens die door zijn jaloerse vrouw
regelmatig van ontrouw wordt verdacht, hoewel - of misschien juist daarom – hun
seksuele leven niets aan de verbeelding overliet. Voor Celeste blijft het beeld
van de gekruisigde Christus die boven het echtelijk bed hangt in haar geheugen
gegrift. Het bonzen van de crucifix tegen de slaapkamermuur ('Ben je zeker dat
ze ons niet kan horen?') komt als een mantra terug doorheen het hele verhaal,
ook als ze het heeft over haar twee voormalige echtgenoten die er, in
tegenstelling tot haar vader, maar weinig van bakten. 'Ik ben nooit zo alleen
geweest als samen met hen onder het laken, hun bewegingen, hun handen die
aandringen, knijpen.' Als ze beiden overleden zijn hangt het kruis er nog
steeds, maar 'zonder man slaat het niet meer'.
De aandacht die Lobo Antunes aan
de seksualiteit besteedt in zijn indrukwekkende beschrijving van de gedachten
van een alzheimerpatiënt, betekent misschien wel een nieuw inzicht, net zoals
zijn opmerkingen over de gevoelens van onvrede of liever de diepe droefenis die
hen al eens lijkt te overvallen. 'Soms is het niet zo dat ik triest ben, nee,
ik ben niet triest, ik ben nooit meer triest geweest, het is afgelopen met me triest
te voelen'.
Voor wie in het
donker op mij wacht is een indringend relaas, een getuigenis, par personne
interposée, van een in elkaar krimpende maar ook vrije geest, in staat tot
verrassend objectieve beoordelingen soms en waarbij ook de humor zelden
ontbreekt.
Lobo
Antunes is niet aan zijn proefstuk toe en heeft met deze misschien iets te lang
uitgewerkte roman een nieuwe, stilistisch schitterende parel aan zijn literaire
kroon toegevoegd.
'als de trippelnicht, met zoveel
ervaring, verzekert
“Jij trekt later volle zalen”
dan
ga ik natuurlijk volle zalen trekken met in het publiek de neef van mijn man,
de dokter en de dame op leeftijd
“Bravo”
terwijl ik
met mijn tong de pil heen en weer duw en probeer door te slikken, bang dat het
niet lukt, bang dat ik stik, bang dat hij in mijn keel blijft steken en ik geen
adem meer krijg, en dus luister ik terwijl ik op het toneel omval heel even
naar hun enthousiasme en het applaus en kijk hoe ze weggaan en steeds waziger
worden, steeds trotser op mij, en mij vaarwel zeggen.'
António Lobo Antunes : Voor wie
in het donker op mij wacht, Ambo/Anthos, Amsterdam, 2018, 376 p. Vertaling van
Para Aquela Que Está Sentada no Escuro á Minha Espera door Harrie Lemmens. ISBN
9789026341311. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan