Het voorplat van Oostende,
de zomer van 1936 toont de bekende foto van Joseph Roth die door zijn
vriend en geldschieter, Stefan Zweig, vaderlijk omarmd wordt. Het is een opname
uit de zomer van 1936, Roth kijkt wat wantrouwig de lens in, een glas water,
maar meer waarschijnlijk witte wijn, staat voor hem. De twee wereldberoemde
schrijvers zitten in de zon, ze lijken ontspannen, op hun terrastafeltje staan
meerdere glazen. Maar die zomerse gezelligheid verbergt niets minder dan het
verhaal van in Oostende aangespoelde ballingschapsauteurs, Zweig en Roth, Kisch
en Hermann Kesten, Ernst Toller, Arthur Koestler en Irmgard Keun.
Irmgard Keun had al
enige roem vergaard voor ze Duitsland moest ontvluchten, in Oostende is ze
anoniem. Deze jonge schrijfster
wordt de spilfiguur in Schaevers' reconstructie van deze enkele bijzondere
zomermaanden op Belgische bodem. Zijn rode draad is namelijk de relatie tussen
Roth en Keun. Egon Erwin Kisch, De vliegende reporter, heeft de twee
samengebracht. Kort na de ontmoeting trekt Roth bij haar in, dat wil zeggen,
gaat hij in haar hotel wonen (Roth woont dan al jaren uitsluitend in hotels).
Wat er in hun slaapkamer gebeurd is, moet Schaevers in het midden laten. De
twee kunnen het met elkaar vinden, schrijven beiden naarstig aan hun roman,
gezeten in een café (het café was Roths werkkamer), beiden te veel alcohol naar
binnen gietend. Roth was dan al een tijdje een destructief drinker, ook Keun
kon niet schrijven zonder alcohol.
Zweig, door Roth pragmatisch te vriend
gehouden, probeert hem van de ondergang te redden, maar kan niet lang genoeg
bij zijn landgenoot blijven. Roth sterft net voor de oorlog in Parijs aan de
gevolgen van zijn drankzucht en een beginnende longontsteking. De verpleegster
kon zijn laatste woorden niet begrijpen. Van groot literair belang is deze
zomer van 1936 niet echt. Grote werken werden er niet geboren, lang verbleven
de auteurs er niet. De redenen dat ze er verbleven, waren trouwens simpel (en
wat ontluisterend): Oostende was rustig en goedkoop. Als de zomer voorbij is, verdwijnt
iedereen in alle windrichtingen, de relatieve rust is voorbij.
Oostende 1936
dient Mark Schaevers als uitgangspunt om het dagelijkse leven in ballingschap
te illustreren, met al zijn petites
histoires en zijn verschrikkelijke achterliggende tragiek. Hij rijgt
gezwind anekdote aan anekdote en doet met spelend gemak uitstapjes naar de
literaire context en summiere schrijversportretten. Hij geniet duidelijk van
het materiaal en laat zijn lezers meegenieten. Zo groeit onder Schaevers' vaardige
pen deze kroniek uit tot een bijzonder meeslepende literaire reportage over het
lot van de ballingschapsauteurs.
Mark Schaevers: Oostende, de zomer van 1936, Atlas/Contact,
Amsterdam 2015, 141 p. : ill. ISBN 9789045029122.
Distributie VBK België
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf
deze pagina printen of opslaan