Poëzie

Silvia Marijnissen (sam.): Berg en water

door Marjan Bex

Om Chinese poëzie, en dan specifiek de landschapspoëzie, beter te kunnen begrijpen, is het meer dan prettig dat er nu een nieuwe, bovendien zeer boeiende anthologie over het genre verschenen is. We kunnen erin lezen hoe rijk die Chinese landschapspoëzie wel is, en wat de positie ervan is in de gehele Chinese literatuur. Sinologe Silvia Marijnissen bracht al tal van hedendaagse Chinese schrijvers onder onze aandacht, niet alleen via haar vertalingen, maar ook via het helaas ter ziele gegane tijdschrift Het Trage Vuur (over moderne Chinese literatuur), dat ze mee oprichtte. Belangrijk is te vermelden dat zij uit de oorspronkelijke taal put en niet uit het Engels, wat haar werk authentieker maakt en vaak ook correcter.

Berg en water
opent voor de lezer een rijk van wolken, bamboe en pijnbomen aangevuld met prachtige illustraties. Marijnissen weet haarfijn uit te leggen wat de symboliek achter de verzen is of welke sociale evoluties van belang waren voor een goed begrip van het gedicht. Ze heeft ook strak vastgehouden aan de vorm van de gedichten: elk vers van vijf karakters werd vertaald in een Nederlands vers van tien lettergrepen, elk vers van vier karakters in acht lettergrepen. Het werk bevat gelukkig meer dan populaire dichters als Wang, Wei, Bai Juyi en Du Fu, ook minder bekende goden als Lu You en Han Shan krijgen voldoende aandacht.

Marijnissen leert ons in de inleiding onder meer dat de oudste Chinese landschapsgedichten steeds een uiting zijn van het gemoed van de schrijver en dat ze een verband kennen met Chinese filosofische opvattingen als het taoisme. Vandaar ook de titel: bergen zijn hoog en woest (yang), water staat voor beweging (yin). Marijnissen gaat uitgebreid ook in op de achtergrond waarin de gedichten geschreven werden. Ze biedt een verantwoording naar vertalingen duidt voor ons de problemen waar ze mee te maken kreeg.

Voorts kunnen we gedichten lezen van een ruime selectie van zeventien Chinese dichters, die chronologisch, per dynastie gerangschikt staan. Voorafgaand aan de gedichten  leidt Marijnissen de schrijvers in aan de hand van een korte biografische schets. Ze wijst ons op hun belang, zowel in hun eigen tijd als in het hedendaagse China. Op die manier wordt ook duidelijk dat hét landschapsgedicht niet bestaat, elke schrijver kleurt de verzen door zijn achtergrond. De tijd op zijn beurt kan bepalen of de dichter een panorama weergeeft of een detail van een landschap. Ook de vorm van het gedicht is bepalend: is het een knotvers of een normgedicht?

De gedichten zijn vlot leesbaar en toegankelijk. Ook de lezer die niet bekend is met de Chinese literatuur, zal niet het gevoel hebben in het diepe gegooid te worden. Tegelijk schuwt Marijnissen de oorspronkelijke Chinese literaire termen niet, zodat haar tekst een wetenschappelijk tintje krijgt. Haar teksten bieden ook de China-liefhebber ongetwijfeld tal van boeiende invalshoeken. Voor wie het originele gedicht wil lezen, werd achterin dit standaardwerk over Chinese landschapspoëzie een literatuurlijst van de gebruikte Chinese edities van de gekozen schrijvers opgenomen.

Silvia Marijnissen (sam.): Berg en water, De Arbeiderspers, Amsterdam 2012, 425 p. : ill. ISBN 9789029584128. Vertaling uit het Chinees door Silvia Marijnissen. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri