Letterkunde

Bart Van Loo: Parijs retour. Literaire reisgids voor Frankrijk

door Bart Vonck

Bart Van Loo heeft met Parijs retour: literaire reisgids voor Frankrijk een vervolg geschreven op wat een "eigenzinnige Frankrijktrilogie" moet worden. Na het eerste culinaire deel, Als kok in Frankrijk (2004), is het de beurt aan romantische schrijvers uit de Franse 19e eeuw: Victor Hugo, Alexandre Dumas père, George Sand, Honoré de Balzac, Emile Zola en Guy de Maupassant. Buitenbeentje Gustave Flaubert wordt bij zijn andere collega's -- van wie hij qua literaire opvattingen grondig verschilt -- betrokken door een reeks brieven die Van Loo aan de auteur van Madame Bovary richt. Deze correspondentie werpt niet alleen een licht op de bedoelingen van Flaubert, ze is blijkbaar de beste vorm om Van Loo's eigen literaire opvattingen – die bepalend zijn voor de opzet en de uitwerking van het boek -- te ventileren.
 
Terwijl Van Loo zich in zijn andere bijdragen bekent tot een uitgesproken romantische visie op schrijven én lezen, stoot hij in zijn eerste brief aan Flaubert al meteen op een grens: "De vader van het realisme, zoals je ook steevast genoemd werd, kon me met zijn ogenschijnlijk koele beschrijvingen niet bekoren." De auteur verkiest 'Le Lys dans la vallée' van Balzac, een boek dat naadloos aansluit op zijn verliefde staat. Voor Van Loo moet het klikken tussen literatuur en leven, moet wat geschreven staat de directheid van een existentiële ervaring hebben. Een schrijver die afstand neemt van zijn materie en in de tweede graad nadenkt over hoe de vorm van zijn tekst zich tot de inhoud ervan moet verhouden, pleegt inbreuk op een authenticiteit die door Van Loo soms ietwat naïef tot de kwintessens van het literaire wordt verheven. 
 
Deze literatuuropvatting heeft directe gevolgen voor Van Loo's boek: enerzijds klinkt overal een soort ongegeneerde jubel door, een (af en toe zelfs lachwekkend) fanatiek gedweep met wat de auteur leest en wat hij daarvan in de werkelijkheid terugvindt; anderzijds is het door zijn drang naar herkenbaarheid dat Van Loo de literaire pelgrimages die hij onderneemt ook zó au sérieux neemt dat ze uitgroeien tot niet te versmaden kennisbronnen en behartigenswaardige reportages over de voornoemde schrijvers. Van Loo's kennis van de Franse 19e eeuw en haar romantische schrijvers is opmerkelijk. Hij weet waarover hij het heeft. Niet alleen las hij het volledige oeuvre van zijn bewonderde meesters (en het bleef nooit bij een enkele lectuur) en heel wat secundaire literatuur, maar hij weet zijn lectuur ook te verbinden met een politieke, sociale en artistieke achtergrond die er dan ook voor zorgt dat wat een futiele opsomming zou kunnen zijn van literaire weetjes (al dan niet verbonden met wat daarvan nog in de toeristische realiteit terug te vinden is), uitgroeit tot een levendig relaas waarvan de brandstof Van Loo's eruditie en enthousiasme is. 
 
Er zijn twee woorden die heel frequent uit de pen van de bedevaarder vloeien: 'net als'. Van Loo gaat op zoek naar gelijkenissen, overeenkomsten tussen de boeken en de realiteit waarnaar ze verwijzen. 'Net als' klinkt dan als een kleine triomfkreet die de auteur ook in de lezer wil opwekken: hij staat voor (bv.) het huis van Balzac en laat zich doordringen van de sfeer totdat die ook het oeuvre laat oplichten. Dan viert Van Loo bewust en gretig herkenbaarheid en schrijft daarom ook dit enthousiaste relaas van zijn pelgrimage. Natuurlijk is dat procedé een reductie: het literaire oeuvre is oneindig breder dan wat er nog in de geografie van rest. Wie zich met deze herleiding verzoent, zal leuke uren met dit boek spenderen. En wie zich aan de reductie ergert, krijgt in het laatste deel (Van Loo's brieven aan Flaubert) een correctie voorgeschoteld: neen, de auteur is niet echt naïef, heeft weet van de geproblematiseerde functie en opvatting van de literatuur. Maar hij veroorlooft zich zijn eigen spontane aanvoelen te volgen. En dat aanvoelen te toetsen aan de restanten van een realiteit die niet meer echt bestaat maar waarvan de illusie door de geciteerde romans beleden wordt alsof het geen illusie is.
 
Van Loo is "een literaire spoorzoeker" doorheen het werk van zijn geliefde auteurs en de restanten van hun leven en oeuvre in de hedendaagse realiteit. Eén van de draden die het web van dit boek samenhoudt is de tegenstelling tussen stad (in casu Parijs) en platteland ('la France profonde'of een ballingschapsoord, bv. in het geval van Victor Hugo). Van Loo wendt deze conflictueuze contradictie met veel kennis van zaken aan als een rode draad doorheen zijn boek. Maar ook hier wordt het thema niet fundamenteel geproblematiseerd. Dat zou wellicht te ver voeren en de schrijver vervreemden van de lezers die hij wil bereiken: mensen die, net als hij, in de ongebroken spiegel van de literatuur kijken en menen hun eigen trekken (en die van de ongerepte realiteit) in het glas te kunnen herkennen.
 
Dit is een vakkundig gemaakt en verkwikkend vakantieboek: je leest het zonder je al te veel vragen te stellen, je schakelt je al te kritische bewustzijn even uit, je verlaat je op de trouwe, erudiete en enthousiasmerende gids die Bart Van Loo is.
 
Bart Van Loo: Parijs retour. Literaire reisgids voor Frankrijk (E-book), De Bezige Bij, Amsterdam 2010, 414 p. : ill. ISBN 9789460420719. Distributie Standaard Uitgeverij

Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri