Het tiende en laatste deel in de
Berberbibliotheek sluit, negen jaar na de publicatie van deze literaire reeks
klassiekers uit de Berberlanden, af met werk van dichters afkomstig uit de Rif,
allen geboren in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Op één na zijn ze
verkast naar de lage landen, maar allemaal hebben ze naam gemaakt als dichters
die zowel hun afkomst als hun taal in het hart dragen, ieder op zijn manier
strijdbaar voor persoonlijke erkenning en een vrije samenleving.
De gedichten werden geselecteerd
uit bundels die verschenen in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw
en dragen vrijwel allemaal het merkteken van het lijden en de onderdrukking van
het Riffijnse volk dat, in oktober 2016 nog, in opstand kwam (de zogenaamde
'Hirak') na de vreselijke dood van een visverkoper, geplet door een
vuilniswagen, nadat hij door corrupte politieagenten van zijn waar was beroofd.
Toch kent de Rif-literatuur ook vreedzame verzen, zoals deze 'izran', een van
de epigrammen van Mohammed Chacha (1955-2016) die hij onder begeleiding van een
luit in het Berbers zong :
'Als een reiger
staar ik in zee.
Zonsondergang
is een schilderij
dat hangt
boven de ruimte.'
Maar zijn meeste werk
staat voor het trieste lot van een volk dat zijn drang naar meer autonomie niet
verloren is. Zo laat hij een moeder na de marteldood van haar zoon uitroepen
dat haar 'schoot nog meer strijders zal baren'. De roep om rechtvaardigheid
klinkt alom en zijn statement: 'ik wil geen handlanger zijn of bewaker',
verklaart zijn vrijwillige ballingschap en het daarop volgend asiel in
Nederland op 22-jarige leeftijd. Een stap overigens die het gemis naar zijn
land geenszins heeft verzacht. Het gedicht 'De emigrant' sluit af met 'zijn
gezin heeft hij herenigd. / Hijzelf is, uiteindelijk, nergens meer.'
Ahmed Ziani (1954-2016),
net als Chacha gestorven enkele maanden voor de hogervermelde Riffijnse opstand
uitbrak in Marokko, bereikte, op nog jongere leeftijd, Europa als verstekeling
en maakte naam als een vrij klassiek en elegisch dichter die, als voormalige
herdersjongen, heel dicht bij de natuur en het boerenleven stond, Natuurlijk
blijft de migratie het hoofdthema:
'Spreek tot mij en ik
spreek tot u over "Allal", hoe hij vertrok.
Rivieren
noch zeeën hielden hem tegen.
De cactushaag als een muur voor hem
opgetrokken, weerhield hem niet.
Hij verdroeg het niet meer neer
te zitten op een berg stenen, de ganse dag
avondeten te hebben,
maar te moeten twijfelen aan het ontbijt,
terwijl onkruid groeit
in de zoom van zijn kleed !'
Levenskracht is van nature de drijfveer voor het werk van
Ziani : de liefde, de vrouw, de natuur krijgen steeds weer de bovenhand:
'Jij die de hemel
draagt in je ogen
vervuld van vrijheid
toegangspoort
tot het leven!
Onstuimig golft de liefde op de oceaan van jouw
blik.
Je wimpers druppelen hartstocht in het hart
van
elk op wie jij je blikken richt.'
En:
'Hoeveel vlakte is er nodig om
een roos te kweken?
Hoeveel grond is er nodig om
een boom te doen groeien?
Hoeveel ruimte heb je
nodig om
een welwillendheid te planten
in een
mensenhart?'
Mimoun
el Walid (1959), een poëet en zanger-muzikant die de kerkers van het regime
heeft gekend, verlangt naar zijn geboorteland waar hij zonder levensgevaar niet
kan terugkeren. Dat ondanks de bede van zijn moeder:
'Keer terug mijn zoon, keer terug mijn lieveling!
Keer terug naar je land
om je recht te nemen, om te sterven
met je broeders.'
Zijn verlangen is al even bodemloos als hopeloos:
'Door de tralies van lange nachten
kijk ik
naar de wolken en
zie ik een wit paard galopperen door mijn hart.
Mijn hart is de renbaan van mijn voorvaderen
waar de
hoefijzers van de paarden vonken slaan.'
De enige die niet uit Marokko
wegging is de dichteres en feministe Fadma el Ouariachi (1957), ondanks de
moeilijkheden die haar, als taboedoorbrekende en emancipatorisch strijdbare
vrouw, regelmatig in de weg worden gelegd. Opgeven staat niet in haar woordenboek:
'als een droom met geen pen te
beschrijven
van alle nachten die nog zullen komen, zal
ik haar optekenen, dit bloed stromend uit mijn hart'.
Hoe moeilijk het soms ook is, zo
alleen:
'als dorst water behoeft
dan ik jouw warmte, net zo sterk
net zo sterk als de
weerloze tuin een hek
wenst dat hem beschut'.
Eerlijke, emotionele verzen die
op de een of andere wijze onderdrukking wensen te ontlopen... of juist niet.
Interview met Asis Aynan over de Berberbibliotheek
Mohammed Chacha,
Mimoun el Walid, Fadma el Ouariachi, Ahmed Ziani: Vallende tijd, Jurgen Maas,
Amsterdam 2019, 94 p. ISBN 9789491921575. Vertaling door Roel Otten, Khalid
Mourigh, Ahmed Aynan en Abdelkader Benali. Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan