Vrij onverwacht komt Japans bestverkopende
auteur met een non-fictie werk op de proppen. De achterflap belooft een
openhartige inkijk in Murakami’s leven en schrijverschap. Die belofte wekt
meteen verbazing op, want Murakami staat er nét voor bekend dat hij zo weinig
mogelijk over zichzelf vertelt, nagenoeg nooit interviews geeft en maar heel
zelden publiek optreedt.
Helaas wacht een flinke teleurstelling. Hoewel Romanschrijver van beroep uit elf
hoofdstukken bestaat waarin Murakami iets vertelt over met elkaar verweven
onderwerpen zoals het leven als schrijver, literaire prijzen, zijn persoonlijke
schrijfproces en dergelijke meer, kom je nauwelijks iets weten. Murakami wil
namelijk zo goed als niets loslaten over zijn privéleven – dat is zijn volste
recht – maar brengt zichzelf natuurlijk in moeilijkheden met zo’n persoonlijk
onderwerp als dit te kiezen. Het is gewoonweg technisch onmogelijk je
privéleven uit de weg te gaan wanneer je iets wil vertellen over je werk en
welke impact dat heeft op je dagelijkse bestaan. Hij omschrijft de rol van zijn
schrijfproces in zijn dagelijkse leven zo vaag en flou, dat bijna het hele boek
problematisch wordt.
Daarenboven ontstond Romanschrijver van beroep als een
herwerkte bundeling van voordrachten, eerder verschenen tijdschriftartikels en
dergelijke meer. Dat verklaart meteen de wat oneven structuur. Slechts in twee
gevallen komt Romanschrijver als beroep
een beetje op dreef, en dat is in het hoofdstuk waarin Murakami zijn mening
over de zin en betekenis van literaire prijzen geeft en in het slothoofdstuk,
dat voor zijn doen erg concreet handelt over zijn inspanningen om voet aan wal
te krijgen op de Amerikaanse markt voor vertaalde literatuur.
De keuze van het bij uitstek persoonlijke
onderwerp in combinatie met de extreem onpersoonlijke uitwerking geven de tekst
iets onoprechts. Daarenboven domineren banaliteiten en platitudes Murakami’s
betogen, zodat je nooit de indruk krijgt dat je iets (wezenlijk nieuws) te
weten komt. Een erg sympathieke indruk laat de Japanse auteur ook niet achter
omwille van de ernst waarmee hij zijn eigen schrijfproces benadert, een
merkwaardig onderscheid maakt tussen gewone auteurs en echte auteurs (die net
zoals hij heel veel boeken schrijven), en continu refereert naar (bijna)
Nobelprijswinnaars. Kortom, een zweem van wereldvreemd superioriteitsgevoel
hangt op vele plaatsen boven de tekst. Wanneer je zo’n loden atmosfeer
vergelijkt met het spontane gemak van een debutante als Nell Stevens die in het
vorig jaar verschenen Bleaker House
over haar worstelingen als beginnend schrijfster vertelt, of de herinneringen
die een oudgediende als Yann Queffélec in zijn Naissance d’un Goncourt oprakelt, kan je alleen maar concluderen
dat Murakami zijn fans inhoudelijk ernstig teleurstelt.
Qua taalgebruik scheert Romanschrijver van beroep evenmin hoge
toppen. Murakami viert de teugels van de beminnelijke vertelstem met de heldere
metaforen zoals je die kent uit zijn fictiewerk. Dat levert een overdaad aan
metaforen op en een geweldig aantal herformuleringen en nuanceringen die weinig
toevoegen. Heel merkwaardig is het constant tussen aanhalingstekens plaatsen
van begrippen en zegswijzen. Het lijkt wel alsof de schrijver voortdurend om de
juiste woorden verlegen zit. Wanneer hij dan op verschillende momenten koudweg
toegeeft zijn gevoelens en gedachten niet goed onder woorden te kunnen brengen,
zakt het vertrouwen helemaal weg. Dat is immers het allerlaatste wat je van een
schrijver als Murakami verwacht.
Haruki Murakami: Romanschrijver van beroep, Atlas Contact,
Amsterdam, 256 p. ISBN 9789025449834. Vertaling van Shokugyō to shite no shōsetsuka door Luk Van Haute.
Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan