‘Dood na dood na dood, een lawine van dood’,
dat hoor je de jeugdige hoofdfiguur al meteen klagen op de tweede bladzijde van
deze vuistdikke roman. De verdere afwikkeling van het verhaal illustreert deze
tragedie uitvoerig: zijn hele familie gaat eraan, de ene wat vroeger, de andere
wat later, inclusief huisdieren. De dood zweeft als een misselijkmakende geur
over het hele boek. Van begin tot eind vormt hij een acute dreiging, voor
sommigen wordt hij ook het eindpunt, voor wie overleeft de te temmen tegenstander.
Wat is dat toch dat Mexicanen dermate verslingerd maakt op de dood dat ze die,
zoals Octavio Paz schrijft, tot hun lievelingsspeelgoed maken? Wat is het dat
hen deze morbide haat-liefdeverhouding doet cultiveren? Ligt het aan de
volksaard? Aan de hedendaagse gewelddadige context? Of dient het beschouwd als
een residu van het verre Azteken/Maya-verleden, toen weliswaar de fysieke dood
maar meer nog de permanente onzekerheid omtrent het eigen lot als bedreiging
werd ervaren? Wie wilde leven moest ervoor vechten, ontembaar zijn. En als
ontembaar, zo wordt Juan Guillermo Valdés opgevoerd, de adolescent die het
verhaal draagt.
Aanvankelijk veertien jaar oud is Juan Guillermo, de vroegrijpe tiener
die, op zoek naar vertier, met zijn vrienden de straten van zijn wijk in
Mexico-stad afschuimt met vooral de daken als geliefkoosd operatieterrein. Hij
kijkt erg op naar zijn zes jaar oudere broer Carlos, die allerlei handeltjes
opzet om aan geld te komen en die uiteindelijk in de drugshandel verzeild
geraakt. Wat hem het leven kost. Voor Juan Guillermo verandert de dood van zijn
broer alles. De puber van veertien wordt nu, op zijn zeventiende, een
onstuitbare wreker-in-spe die het opneemt tegen de moordenaars (een bende
godsdienstfanaten), en de (corrupte) gezagsdragers die hen de hand boven het
hoofd houden. Het wordt een strijd met het overleven als inzet. Een zelfde
uitdaging gaat hij aan met de halfwilde wolf Fang die hij onder zijn hoede
heeft genomen. Op het spel staat de macht om te beslissen over leven en dood.
Tussen de
episodes door die Juan Guillermo’s worsteling met de tegendraadse werkelijkheid
in beeld brengen, ontvouwt zich, ver daar vandaan, een ander episch drama: dat
van de Inuit-jager Amaruq in zijn gevecht op leven en dood, ook al, met de
schijnbaar ontembare Alaska-wolf die hij in een klem gevangen heeft.
Aanvankelijk is het voor de lezer even zoeken naar de functie van deze tussenin
geschoven hoofdstukjes, maar naarmate het einde van het verhaal in zicht komt
wordt duidelijk waar het allemaal om draait. De verbitterde veldslagen die ver
van elkaar uitgevochten worden tussen de twee ‘jagers’ en ‘hun’ wolven, in de
brede setting van een vijandige omgeving, tilt hun strijd van het anekdotische
naar het existentiële niveau, daar waar onderwerping, vrijheid, overleving, van
tel zijn. Op dat niveau is ontembaarheid de drijvende kracht. Maar wat houdt
dat in? Heeft Juan Guillermo zijn wolf Fang getemd, of eerder omgekeerd? En
Amaruq? Wie is de ontembare, wie de getemde? Alvast iets om over na te denken.
Nadenken dat de auteur extra stimuleert door zijn langlopend verhaal geregeld
te onderbreken voor korte mythische escapades, die het perspectief aanzienlijk
verbreden.
Wat een overdonderende vertelkracht spreidt deze Mexicaan
ten toon in dit veelgeaderd verhaal, dit bijna-epos waarin de gebeurtenissen
meer dan eens op hol lijken te slaan! De acties
denderen onstuitbaar verder in een verbluffende vaart, niet als een gewone,
maar als een hogesnelheidstrein; al wordt je leessnelheid soms afgeremd doordat
de auteur, vrolijk de chronologische gang van zaken aan zijn laars lappend, van
vandaag naar gisteren dartelt, een uitstapje maakt naar eergisteren en
vervolgens terugkeert naar vandaag. En al mindert hij (jammer genoeg) naar het
einde toe wel wat vaart. Toch zijn, vóór je het goed en wel beseft, de
achthonderd pagina’s voorbij. Waarbij alles keurig in elkaar is geschoven en de
op dood azende demonen zijn afgeschud. Een ware belevenis, zo zou je deze
blitse roman wel kunnen noemen.
Guillermo Arriaga: De Ontembare,
Atlas Contact, Amsterdam 2019, 830 p. ISBN 9789025450953. Vertaling van El Salvaje door Eugenie
Schoolderman en Peter Valkenet. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan