Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2019

Maurice Blanchot: Als de tijd daar is

door Jan Baes

'Claudia kwam even later terug. Ik kende haar niet. [...] Ik vermoed dat ze meer over mij wist dan de meesten van degenen die dicht bij mij waren geweest. Ik stel me voor dat Judith het in het begin over mij had gehad: heel weinig, maar niettemin eindeloos - dat was de trieste kant van de dingen. [...] Ik moet er dus van uitgaan dat ze mijn terugkeer al verwachtte.'
 
Het verhaal telt drie personages: de verteller die, na lange (!?) tijd, aanbelt bij een huis in Parijs, waar hij ooit met Judith samenleefde. Hij treft in het opnieuw ingerichte interieur een voormalige actrice, Claudia aan, de huidige relatie van Judith. Terloopse opmerkingen geven aan dat het appartement gelegen is aan de rue de la Victoire nabij de opera van Parijs en dat alles zich afspeelt in oorlogstijd. De personages die er een gewoonte van maken uit het raam te staren, kijken uit op de verminkte gevel van de opgeblazen synagoge. Ze verwarmen zich met hout - het is koud en het sneeuwt regelmatig - en het gebeurt al eens dat de stroom uitvalt.
 
Deze gegevens hebben voor het verhaal echter niet het minste belang. Ze vormen immers geen raamwerk voor de tekst, maar komen slechts toevallig ter sprake in de korte gesprekken die de personages met elkaar voeren of tijdens de eindeloze beschouwingen van de verteller over de betekenis en de motivatie van hun woorden en (ver)houdingen. Beschouwingen over de werkelijkheid of de onwerkelijkheid van hun observaties. Over de zin of onzin van hun uitspraken, over de onoverkomelijke spagaat tussen het zijn en het niet-zijn. 'Wie wil leven moet kunnen steunen op de illusie van een verhaal', zegt de verteller, 'maar deze steun is mij niet vergund.' Eerder al had hij verklaard : 'Het is helaas geen verhaal'. En Claudia zei het ook : "Niemand hier wenst zich aan een verhaal te verbinden.'
 
Wat we in feite meemaken, is een soort rondedans die de personages met elkaar aangaan in de kleine flat. Hun gesprekken zijn zelden meer dan de uitwisseling van rudimentaire zinnen, die verwijzen naar onduidelijke situaties die als bekend worden verondersteld. Als de tijd daar is, oorspronkelijk gepubliceerd in 1951 als Au moment voulu, doet meer dan eens denken aan Huis clos, het toneelstuk dat Sartre eind 1943 uitbracht en dat, ondanks de berucht geworden uitspraak 'L'enfer, c'est les autres' door hem als komisch en burlesk was bedoeld. Komisch en burlesk, zoals ook Proust en Kafka veel van hun teksten zagen. Een uitspraak van de verteller : 'Ik denk dat we spelletjes met elkaar speelden, maar met zo weinig mogelijk bedrog', wijst in dezelfde richting.
 
Natuurlijk kunnen we Maurice Blanchot (1907-2003) moeilijk een grapjas noemen, vooral in het licht van de fysieke problemen waarmee hij zijn toch wel lange leven te maken kreeg, en mede waardoor thema's als afwezigheid, leegte en dood een zo nadrukkelijke plaats kregen in zijn werk. Onder invloed van Levinas en Heidegger zou hij later nog meer nadruk leggen op de onmogelijkheid van communicatie, waar ook de taal ('de sleutel van alles') geen greep op krijgt.
 
Zijn literaire werk, filosofisch van aard en aangetast door de nouveau roman, wordt er niet makkelijker door. Zeker niet als men zijn zeer invloedrijke essays als bijsluiter gaat bezigen voor het begrip van zijn toch wel fascinerende romans en verhalen. Daarvoor is, mijns inziens, de lectuur van Kafka een meer aangewezen pad.

Uit Als de tijd daar is: 'Het lukt me niet om tot het einde van deze zin te komen. Ik was gaan staan; ik viel bijna op de grond. Godzijdank stond ik op het punt van sterven, deze woorden waren geen ontdekking, maar terwijl ik viel, werden ze geopenbaard in een fel daglicht als een soort orakel dat mijn kracht smoorde en aanzette tot die meedogenloos wijde vibratie: De dood! Maar om te sterven moest ik schrijven - Het einde! En daarom moest men schrijven tot het einde.'
 
Maurice Blanchot: Als de tijd daar is, Vleugels, Bleiswijk 2019, 84 p. ISBN 9789078627654. Vertaling van Au moment voulu door Kiki Coumans

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri