De roman Helblauw
van Thomas Meinecke – verschenen in 2001, maar pas eind vorig jaar in het
Nederlands uitgebracht door uitgeverij het balanseer – is in vele opzichten
uniek. Het boek bestaat vooreerst niet uit hoofdstukken, maar is een bijna 400
bladzijden vullende opeenvolging van paragrafen. Deze tekstblokken zijn
bovendien van een hoge densiteit en het is opvallend dat er in het boek nergens
dialogen te bespeuren zijn. Er is ook het veranderende font, van een klassieke
schreefletter naar een quasi onleesbaar gebroken schrift en, naar eigen zeggen,
7.992 mengvormen tussenin.
Erg bijzonder dus, en dan heb ik het nog niet over het
verhaal zelf gehad. Want waarover gaat Helblauw?
De Duitser Tillmann brengt de zomer door op een eiland voor de kust van North
Carolina in het kader van een megalomaan onderzoek naar de Black Atlantic. Deze
term verwijst naar de specifieke trans-Atlantische zwarte cultuur die elementen
uit Afrika, Amerika, de Britse en Caraïbische eilanden mengt.
Zijn verblijf op Ocracoke Island
is de aanzet tot een caleidoscopische briefwisseling met zijn kompanen Yolanda
(in Chicago) en Cordula (in het Duitse Mannheim). Caleidoscopisch is in deze
context wel degelijk het juiste woord, want hun neergeschreven gedachten
vervellen in de praktijk tot een onontwarbaar kluwen van informatie over
getorpedeerde oorlogsschepen, antroposofisme en chassidische pijpenkrullen, om
alvast enkele onderwerpen prijs te geven. Ze resulteren ook in een stroom aan
namen die soms wel en soms niet geduid worden, en aan referenties naar boeken,
onderzoekers, technoplaten en andere muzikanten. Een voorbeeld, ter
illustratie:
‘Tot op de dag van vandaag kon
niemand mij uitleggen waarom zoveel freyleksh van de klezmorim in hun
meeslepende syncopische ritmiek doen denken aan de Hambone Beat van Elias
McDaniel. Elias McDaniel, Afro-Amerikaan uit McComb, Mississippi, in 1955 door
de Poolse Jood Leonard Chess in Chicago ontdekt, op de Checker Subsidiary door
platenfirma Chess gecontracteerd en naar een, zoals op bepaalde plaatsen
voortdurend wordt benadrukt, primitief Afrikaans instrument Bo Diddley
gedoopt.’
Het
boek leest als Wikipedia, las ik ergens op internet. Maar dan niet de versie
waarbij je zelf kan kiezen op welke hyperlink je doorklikt. In dit boek lijkt
het alsof een aantal pagina’s over schijnbaar willekeurige onderwerpen in een
dossier werd gebundeld, afgedrukt en gebonden. En oh ja, zonder dat er eerst
grondige redactie op de tekst werd toegepast om de leesbaarheid te bevorderen.
Helblauw is, met andere woorden, een
zeer moeilijke leeservaring. Heel af en toe zitten er interessante stukken bij
waar je echt iets van opsteekt, of leer je de personages beter kennen omdat ze
wat over hun eigen levens uitweiden. Dan stel je als lezer ook vast dat je
benieuwd bent naar meer van deze auteur. Alleen zorgt alles wat deze roman net
uniek maakt voor ballast. Je doorzettingsvermogen wordt voortdurend zodanig op
de proef gesteld dat de neiging om het boek aan de kant te schuiven steeds
groter wordt. Om het nadien wellicht nooit meer in de hand te nemen.
Thomas Meinecke:
Helblauw, het balanseer, Gent 2018, 381 p. Vertaling van Hellblau door een
collectief van 50 vertalers onder leiding van Arne De Wilde, Kris Latoir &
Marc Kregting. ISBN 9789079202553. Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan