Dit jaar wordt Luc Tuymans de grote ster van de Biënnale in Venetië, wat
mag gelden als de ultieme bekroning van zijn lange artistieke loopbaan (die
uiteraard een zich nog steeds ontwikkelend proces is). In de aanloop naar die
feestelijke kroning publiceert Danny Ilegems een boek met de interviews die hij
de voorbije twintig jaar met de kunstenaar heeft gevoerd, omkaderd met wat
anekdotes en couleur locale over de tentoonstellingen en kringen der
internationale superrijken, waarin Tuymans tegenwoordig circuleert.
De grote verdienste
van het boek ligt in de manier waarop doorheen de verschillende gesprekken en
de omkaderende verhalen een zeer goed beeld ontstaat van Tuymans als mens en
kunstenaar, zijn opvattingen over zijn werk, zijn houding tegenover de
kunstwereld, en de motieven die hem drijven. Ondanks de stuursheid van zijn
imago komt Tuymans hier uiteindelijk als een beminnelijke dwarsligger naar voren
en helpen de gesprekken wezenlijk om zijn werk te begrijpen: de lectuur van dit
boek doet de waardering voor het werk toenemen. Tuymans is voor mij altijd een
weerbarstig figuur geweest en ik heb zijn werk ook niet op de voet gevolgd: ik
behoor niet tot de kring van ademloze bewonderaars. Door dit boek zal men zich ook
niet tot die kring bekeren (en zo hoort het ook: met hagiografie schiet niemand
iets op, ook Tuymans niet), maar het verdiept wel de waardering en het respect
voor het oeuvre en maakt op een ongedwongen manier de ernst en toewijding
duidelijk waarmee Tuymans aan zijn oeuvre bouwt.
Verschillende motieven komen
doorheen de jaren steeds terug. Zo spreekt Tuymans zeer lucide over de
commerciële en zakelijke machinaties van de kunstwereld, waar hij al bij al
geen hoge pet van op heeft. Hij vertelt hoe hij samen met zijn galeriehouders
bewust de speculatie met zijn werk vermijdt door kortingen aan te bieden aan
musea (zodat het werk voor het publiek toegankelijk blijft), aan een divers
publiek te verkopen, en met name het werk uit handen te houden van verzamelaars
die enkel als speculanten aankopen. Doorheen zijn argumentaties komt Tuymans
naar voren als een hoogbegaafd maar nuchter kunstenaar, die weet dat kunst ook big
business is, maar die zich toch weet te vrijwaren van de perversies van dat
systeem. Dat Tuymans wordt gevierd als de meest invloedrijke levende schilder
en niet als de meest invloedrijke levende kunstenaar tout court zegt
bijvoorbeeld heel weinig over Tuymans, maar heel veel over hoe de kunstwereld
functioneert, hoe kapitaal daar circuleert, en hoe de prijzen worden
uitgedeeld. Tuymans is zich bewust van die nuances en kijkt er met zekere
ironische afstand naar.
Een ander belangrijk thema is het geweld dat niet alleen
doorheen het hele oeuvre waart (vaak latent en moeilijk concreet te duiden)
maar ook door het leven van de kunstenaar, die na een moeilijke jeugd (hij werd
systematisch gepest) jarenlang als buitenwipper werkte in het nachtleven en ook
in zijn schilderijen graag de vinger op maatschappelijke pijnpunten legt, zoals
de manier waarop ons koningshuis geïmpliceerd werd in de moord op Lumumba.
Tegenover diegenen die hem hebben gekwetst, koestert Tuymans een langdurige
vruchtbare wrok en hij beleeft een zeker pervers genot aan de rancune en de
wraak, ongetwijfeld gevoed door de wetenschap dat hij voldoende in het leven
heeft bereikt om de rancune ook waar te kunnen maken.
Het is jammer dat de katern met
afbeeldingen vrij beperkt is, want men zou iets vaker graag het beeld kunnen
zien dat in de gesprekken aan bod komt, en nu en dan is Ilegems zelf misschien
iets te nadrukkelijk aanwezig in de omkaderende teksten. Maar als kennismaking
met en inleiding tot een belangrijk hedendaags kunstenaar is dit een heel
geslaagd boek, niet het minst omdat het vrij is van de pedante toon die men al
te vaak in dit soort publicaties aantreft.
Danny Ilegems: Tuymans volgens Tuymans: Twintig jaar in
gesprek met Luc Tuymans, Lebowski, Amsterdam 2019, 176p. : ill. ISBN
9789048849574
deze pagina printen of opslaan