Vertaald proza

BOEKEN NR. 8, SEPTEMBER 2019

Marco Balzano: Ik blijf hier

door Inge Lanslots

‘In de zomer maak ik kleine wandelingen langs het stuwmeer. De stuwdam wekt heel weinig stroom op. Het is heel wat goedkoper om die van de Franse kerncentrales af te nemen. In een paar jaar tijd is de kerktoren die op het stille water drijft een toeristische attractie geworden. De toeristen die erlangs kwamen waren eerst verbaasd, maar al snel viel het hun niet meer op. Er worden foto’s gemaakt met de kerktoren op de achtergrond en iedereen trekt dezelfde stupide glimlach. Alsof zich onder het water niet de wortels van de oude lariksen liggen, de fundamenten van onze huizen, het plein waar we elkaar troffen. Alsof er geen verleden heeft bestaan.’
 
Aan het woord is Trina, de ik-vertelster van Ik blijf hier, de roman die Marco Balzano’s internationale doorbraak betekende en die in 2018 meedong naar de prestigieuze Strega-prijs. Uiteindelijk sleepte hij een hele rits andere literaire prijzen in de wacht. In haar sobere vertelling beschrijft Trina hoe enkele bergdopjes in Zuid-Tirol moesten verdwijnen voor de aanleg van een stuwmeer, het Lago di Resia (ofte Reschensee). Trina en haar eeltige dorpsgenoten overtuigden de paus hun zaak te bepleiten, maar hun argumenten konden niet op tegen de naoorlogse vooruitgang. Trina draagt de naam van de dorpsbewoonster die als allerlaatste Curon verlaten heeft. Alleen de klokkentoren herinnert nog aan het mooie bergdorp. Het sprookjesachtige aanzicht verhult een tragische geschiedenis.
 
Het verhaal van de teloorgang van haar Curon loopt parallel met de conflicten die zich in deze grensstreek afspelen – Zwitserland en Oostenrijk liggen op een boogscheut van Trina’s dorp, conflicten waarop Balzano (1978) in zijn nawoord verder ingaat. Bij monde van Trina, die hoopt haar hele leven te kunnen lesgeven, verneemt de lezer hoe Mussolini het gebruik van het Italiaans had willen opleggen aan de bergbewoners. Velen kwamen hiertegen in opstand en Trina werd een van die lesgeefsters die in clandestiene schooltjes koppig in het Duits onderwezen. De voorliefde voor het Duits duwt Trina’s zoon Michael en andere jongeren richting Hitlers gedachtegoed. Zo gaan in Ik blijf hier nazisme en fascisme naadloos in elkaar over. Ik blijf hier doet je nadenken over welke ravage geopolitieke en ideologische grenzen kunnen aanrichten…
 
Zo zullen Michael en zijn vader Erich beiden hun aandeel hebben in Mussolini’s megalomane oorlogsplannen, maar Erich vermijdt een tweede oproep door zich met Trina in de bergen terug te trekken. De oorlogstijd is meedogenloos en de trauma’s zinderen lang na. Velen verliezen een naaste en moeten hun leven tweemaal heropbouwen, eerst in Curon en dan in Curon Venosta dat het ondergelopen bergdorp moet vervangen. De bewoners lijken zich moeilijk een nieuwe identiteit aan te meten. Daarnaast zullen Trina en haar man ook nooit vergeten hoe hun dochter met familie naar Duitsland trekt en nooit zal terugkeren. Trina probeert dat gemis te compenseren door haar verhaal neer te schrijven – haar chronologische vertelling is gericht aan de afwezige Marica, Erich klampt zich aan de herinnering van zijn dochter vast door haar eindeloos te tekenen.
 
Trina lijkt zich van Balzano’s geprefereerde werkinstrument te bedienen, het woord, waarmee je de realiteit kan vatten, terwijl ze, zoals ze in het eerste hoofdstuk aankondigt, zich mettertijd met een schildpad identificeert en zich steeds meer in haar schild terugtrekt. Ze realiseert zich dat anderen, in het bijzonder haar zwijgzame man en haar verloren dochter, doorgronden een onmogelijke taak lijkt. In Ik blijf hier vraagt Trina zich vertwijfeld af in welke mate je het verleden moet loslaten en naar de toekomst moet kijken.
 
Marco Balzano: Ik blijf hier, De Arbeiderspers, Amsterdam 2019, 238 p.  
Vertaling van Resto qui door Edwin Krijgsman. ISBN 9789029528504. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri