Beschouwingen

BOEKEN NR. 9, OKTOBER 2019

40 jaar schrijven en sculpteren: Bernard MacLaverty’s 'eenzame stem'

door Kris van Zeghbroeck

In 1977 debuteerde de intussen 77-jarige Ierse schrijver Bernard MacLaverty (1942) met kortverhalen. Veertig jaar later publiceerde hij in 2017, na een lange periode van stilte, zijn laatste roman Midwinter Break, vorig jaar onder dezelfde titel vertaald bij uitgeverij Cactus Books. Een afronding van een bijzonder oeuvre?

'My life has been a seamless piece of laziness, and work, and thoughts, and all the rest of it over the years. A whole lot of things that have not appeared for journalists’ inspection' (Irish Ttimes). Dat zegt MacLaverty als iemand vraagt naar de zestien jaar die sinds de vorige roman, The Anatomy School (2001, De leerschool van anatomie), verstreken zijn.

Centraal staat het uitgebreide familieleven met vrouwlief, vier kinderen en acht kleinkinderen die in de buurt (Glasgow) wonen en op regelmatige basis het ouderlijke huis bezoeken. Maar die zestien jaar zijn tevens de conceptieperiode van zijn laatste roman en tegelijk de exploratie van nieuwe horizonten met het schrijven van opera libretti en het regisseren van de bekroonde kortfilm Bye-Child (naar een gedicht van Seamus Heaney).

Dat Bernard MacLaverty het vredige Schotland koos voor zijn leraars- en schrijversloopbaan, kan tegen de achtergrond van de Noord-Ierse onlusten gezien worden. Niet dat hij in zijn zelfgekozen ballingschap die bladzijde van meer dan 30 jaar opgroeien, leven en werken in Belfast zomaar omdraaide. 'Wanneer je als schrijver aandachtig bent en opeens explodeert de wereld rondom je in geweld en haat, dat gaat je tekenen als schrijver en voor altijd'. MacLaverty gelooft vol optimisme dat kunst haat kan bestrijden, maar dan wel in grote hoeveelheden en verschillende vormen, en over een periode van jaren.

Roman-, kortverhaal-, scenario-, en kinderboekenschrijver Bernard MacLaverty werd op 14 september 1942 geboren in het Noord-Ierse Belfast. Zijn vader overleed toen hij pas 12 was. Bernard groeide op omringd door sterke vrouwenfiguren; thuis zijn moeder, grootmoeder en groottante, en aan de overkant van de straat tante Cissie, met haar partner Madeleine en drie dochters.

Op school behaalde hij A-levels in Engels en chemie, waarna hij aan de slag kon als laboratorium-technieker op de anatomieafdeling van Queen’s University in Belfast. Op zijn 28ste ruilde hij zijn job in voor studies Engels aan diezelfde universiteit. Nadat hij in 1974 afstudeerde, verhuisde hij naar Schotland, waar hij les gaf in Edinburgh (1975-1978) en op het eiland Islay (1978-1981). In 1981 zei hij het lesgeven vaarwel en begon full-time te schrijven met Glasgow als thuisbasis. 

MacLaverty begon vanaf zijn 20ste met schrijven om iets om handen te hebben wanneer er niets meer op de buis was. De eerste voedingsbodem voor zijn ambities was de lectuur van Dostojevski’s De gebroeders Karamazov, maar in het begin moest hij zich tevreden stellen met “een paragraaf over zijn grootmoeder en haar handtas”.

Hij ontving in 1975 een beurs van de Northern Arts Council voor verhalen die in tijdschriften en anthologieën verschenen, maar debuteerde uiteindelijk pas op zijn 35ste met de verhalenbundel Secrets (1977), wat hem meteen een bekroning van de Scottish Arts Council opleverde. Zijn debuutroman Lamb (1980, Het lam), de daaropvolgende bundel kortverhalen A time to dance (1982, Tijd om te dansen) en zijn tweede roman Cal (1983, Cal) maakten van hem in snelle opeenvolging een vaste laureaat van de Scottish Arts Council Book Award.

De verfilming van Lamb en vooral Cal heeft extra bijgedragen tot het internationale succes van beide romans. Het mag dan ook geen toeval heten dat in 1984, met Het lam, Cal en Tijd om te dansen, drie boeken in één klap vertaald werden bij de Wereldbibliotheek. MacLaverty schreef nog twee verhalenbundels, The great Profundo (1987) - in 1988 werd hij verkozen tot Scottish Writer of the Year - en Walking the dog (1994), voor hij, 14 jaar na Cal, met een derde roman op de proppen kwam.

In het spoor van de voor de Booker en Whitbread Prize genomineerde Grace notes (1997, Siernoten), treedt hij meer dan ooit op de voorgrond van de internationale literaire scène. Met slechts één van de vijf verhalenbundels vertaald, blijft dat aspect van zijn oeuvre echter voor een groot deel onontgonnen gebied. Net zoals zijn kinderboeken, die hij zelf illustreert (A man in search of a pet (1978), Mochua the monk (1978) en Andrew McAndrew (1989)). Ook op het vlak van scenario’s heeft MacLaverty zijn sporen verdiend, getuige verschillende onderscheidingen. Naast de romans Lamb en Cal bewerkte hij o.m. zijn kortverhalen ‘My dear Palestrina’, ‘Phonefun limited’, ‘The daily woman’, ‘Secrets’ en ‘No joke’, voor film, televisie of radio.

In een roman als Lamb mag MacLaverty’s verwijzing naar de Noord-Ierse politieke situatie slechts onderhuids zijn, het blijft verrijkend. Centraal staat de (onschuldige) liefde tussen broeder Michael Lamb en het epileptische kind Owen Kane, die samen het jongenstuchthuis ontvluchten. Voor Owen, een taai maar kwetsbaar kereltje uit de ruige Dublinse achterbuurten, is het begin van een epileptische aanval het mooiste moment dat hij ooit ervaren heeft. Als ze zonder geld in Londen dreigen opgepakt te worden, verwisselt Michael Owens anti-epilepsiepillen voor aspirine. Wanneer de jongen een aanval krijgt, verdrinkt de broeder hem, opdat Owen een ellendig leven bespaard zou blijven.

'He had started with a pure loving simple ideal but it had gone foul on him, turned inevitably into something evil. It had been like this all his life, with the Brothers, with the very country he came from'. Het zijn vooral de prachtige evocatie van beide personages en het verschrikkelijke en ontroerende einde, waarin impliciet de verschrikking van de Noord-Ierse situatie vervat zit, die de sterkte van deze roman uitmaken.

Cal daarentegen focust ondubbelzinnig op de Ulsterse problematiek. Hierin wordt Cal, een Noord-Ierse katholieke jongeling op de dool, overgehaald om als chauffeur te fungeren op IRA-missies. Op een van die aanslagen wordt een man gedood en zijn vader zwaar gewond. Cal ontmoet later Marcella, de vrouw van die man, een 10 jaar oudere bibliothecaresse. Hij krijgt een job op de boerderij van haar schoonouders en kost en inwoon als zijn ouderlijk huis door een benzinebom verwoest wordt.

Ondanks zijn schuldgevoelens over de dood van haar man, worden Cal en Marcella geliefden. Uiteindelijk wordt hij opgepakt door de politie, “grateful that at last someone was going to beat him to within an inch of his life”. Het boek is een aanklacht tegen de onderlinge haat in Noord-Ierland. Opvallend is de geloofwaardige karaktertekening waarbinnen twee cultureel sterk verschillende mensen, met tegengestelde persoonlijke interesses, van elkaar kunnen houden.

Dat MacLaverty enkel aan het voor hem zeer arbeidsintensieve romanproces begint vanuit een diep vanbinnen gewortelde noodzaak, verklaart misschien waarom het 14 jaar duurde voor zijn derde roman, Grace Notes, er kwam. Meteen zijn eerste roman die vanuit het standpunt van een vrouw geschreven werd en bovendien haast dubbel zo lang als Cal en Lamb.



Na vijf jaar afwezigheid keert Catherine McKenna terug naar haar Noord-Ierse geboortestad, omdat haar vader overleden is. Uit gesprekken met haar moeder voor en na de begrafenis, blijkt dat ze totaal vervreemd is van haar familie en herstellende van een zware post-natale depressie. Ze heeft een dochter van Dave, die ze leerde kennen toen ze muzieklerares was op het Schotse eiland Islay. De relatie lijdt onder zijn overmatig drankgebruik; haar depressieve worsteling met haar moederrol staat haar muzikale inspiratie in de weg.

Uiteindelijk vindt er een omslag in haar gemoedsgesteldheid plaats: op het strand vormt zich een compositie in haar hoofd terwijl haar dochter haar eerste stapjes zet. Ze verlaat Dave en oogst succes met een muziekstuk waarin de trommels van de door haar vader gehate protestantse Oranjemannen centraal staan. Een prachtige compositie over moederschap, ouderrelatie en zoektocht naar identiteit, in beeld gebracht met muzikale metaforen.

Hoewel MacLaverty zijn bekendheid vooral aan zijn (intussen vijf) romans te danken heeft, is hij ongemeen getalenteerd op het gebied van het kortverhaal. Zijn vijf verhalenbundels (Secrets (1977), A Time to Dance (1982), The Great Profundo (1987), Walking the Dog (1994) en Matters of Life & Death (2006)) vormen in aantal en gezamenlijk volume een cruciaal deel van zijn oeuvre. Een centraal gegeven in zijn verhalen is eenzaamheid; zijn karakters ondergaan tegenspoed, zoeken in zichzelf naar betekenis en steun, terwijl hun leefwereld verscheurd wordt door politieke of emotionele conflicten. Ze zoeken 'een vorm van communicatie, van voldoening'.

MacLaverty’s speciale band met het kortverhaal heeft o.m. te maken met wat Frank O’Connor (1903-1966), de grootmeester van het Ierse kortverhaal, de 'eenzame stem' noemde. Voor MacLaverty is 'het kortverhaal de beste plaats voor eenzaamheid, daar waar de roman over samenleving en contact tussen mensen gaat. En misschien spitst het zich toe op één persoon en de strijd om met andere mensen samen te gaan'. Pijn is het sleutelwoord in de exploratie van zijn karakters, verzacht met een soms wrang vleugje ironie.

Pijn en humor, ingrediënten van het dagdagelijkse leven waarmee aardse thema’s als liefde en familiegelegenheden op een haast poëtische manier vorm krijgen. Vooral de vader(ouder)-zoon(kind) relatie loopt als een rode draad door MacLaverty’s werk, als een constante herinnering aan zijn vaderloze jeugd. Onvermijdelijk komt de onschuldige kinderwereld in aanvaring met de (corrupte) wereld van de volwassene, met alle ontgoochelingen vandien.

Maar die menselijke en sociale conflicten verdiepen hier de kinderwereld met gevoelens en realiteitszin in plaats van haar te vernietigen; een kinderwereld waarin volwassen en bejaarde karakters via herinneringen vaak troost vinden om met zichzelf in het reine te komen, al was het maar voor even. Dit alles krijgt vorm in een sereen stilistisch observatievermogen dat met meesterlijk getekende details vaak een scala van psychologische beslommeringen oproept.

In The Anatomy School (2001, De leerschool van de anatomie) moet de rooms-katholieke adolescent Martin Brennan slagen voor het eindexamen. Worstelend met zijn ontwakende seksualiteit en vragen over geloof en wetenschap, kan hij zich moeilijk op zijn werk concentreren. Uiteindelijk slaagt hij en krijgt een aanstelling als leerling-analist op de afdeling anatomie van de universiteit van Belfast. Een seksuele initiatie met een Australisch meisje tijdens een nachtdienst, geeft hem het nodige zelfvertrouwen om een afspraakje te maken met het meisje dat hij bewondert. Een bildungsroman met komische noten.

Midwinter Break (2017, Midwinter Break) focust op het meer dan veertig jaar getrouwde, gepensioneerde stel Gerry en Stella Gilmore, gedurende een winterse city-trip in Amsterdam. Hij was architect, zij een onderwijzeres. Ze zijn opgegroeid en getrouwd in Noord-Ierland, maar na een tragische gebeurtenis tijdens 'the troubles' migreerden ze naar Schotland. Een schijnbaar gerijpt huwelijk, maar onder het oppervlak manifesteren zich wrok en spanningen. Gerry is een rationele, strijdlustige alcoholieker, die voortdurend de spot drijft met Stellas katholieke geloof. De zwijgzame, intelligente Stella overweegt om haar man te verlaten en in het klooster te gaan.

In deze langzaam onderzoekende klaagzang, tekent MacLaverty twee fijn gesculptuurde personages die er niet in slagen hun levens zinvol te sturen. Ze kunnen niet verwoorden wat voor hen van belang is in het leven, nu hun volwassen zoon in Canada woont. Een zoektocht naar wat verbindt en welke geheimen mensen gescheiden houden. Kan je elkaar echt kennen?, resoneert voortdurend in MacLaverty's exploratie van hun zoektocht naar zichtzelf en de ander. Bovendien zijn ze ballingen, op de vlucht voor hun (Noord-Ierse) verleden, waarvan de trauma's nog lang niet verteerd zijn.

Over het schrijfproces zegt Bernard MacLaverty: 'If I've learned anything, it's to underwrite as much as possible and to rewrite. I think you reach a stage where instead of rewriting, you just don't bother writing the bad stuff down. But at the beginning, I wrote and rewrote and hacked it about and crossed out words. I don't do so much rewriting now; I think because you have a pre-edit in your head before you put it down.'

'I'm a very disorganized person. I can only refer to what has happened in the past, that if I do start a piece of work like Lamb or Cal, I'll work at it almost solidly, all day and at night, until I get it into some sort of shape. And then I might work regular hours on rewriting it. I think both the novels were written in about two-and-a-half to three months, and then each of them I worked on for about a year rewriting.'

'I think it's a bit like being a sculptor in a way, in that you can't sculpt anything if you don't have a block of stone. For the writer, that block of stone is the basic first draft of fifty to sixty thousand words or whatever. Once he's got that, then he can begin to work the material.' (Contemporary Authors)

Bernard MacLaverty: Midwinter Break, Vintage London, 2018, 242 p. ISBN 9781784704919. Distributie Penguin RandomHouse Benelux

Bernard MacLaverty: Midwinter Break, Cactus Books Kampen, 2018, 271 p. ISBN 9789492504142. Vertaling van Midwinter Break door Janine van der Kooij





deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri