Frank Koenegracht is als dichter niet zo bijster bekend buiten een
kleine kring van poëzieliefhebbers. Nochtans is hij de auteur van een aantal
interessante dichtbundels, verspreid over ruim veertig jaar dichterschap. Net
daarom is het een uitstekend idee van zijn uitgever om zijn verzamelde
gedichten te bundelen. Alle gedichten bevat niet alles, maar toch een
aanzienlijk deel van die poëtische productie. In feite gaat het om een
heruitgave van de uitvoerige selectie die de dichter maakte voor Vroege sneeuw (2003), aangevuld met Lekker dood in eigen land (2011) en een
handvol nieuwe verzen. Het boek is daarenboven verlucht met een aantal
artistieke illustraties, waarin Koenegracht voor het merendeel verwante
dichters maar ook Freud en Erasmus verbeeldt op een kleurrijke, deels surreëel
aandoende manier. In ieder geval biedt deze fraaie uitgave een uitstekende
staalkaart van een boeiend en waardevol oeuvre.
Vanaf de vroegste gedichten is
daarbij een geheel eigen, nogal dubbelzinnige toon merkbaar. Koenegracht
schrijft erg toegankelijke gedichten met vaak een melancholische ondertoon. De
dichter is zich als geen ander (en zijn professionele activiteiten als
psychiater bevestigen hem daarin nog meer) bewust van de kwetsbaarheid van de
mens. De door hem opgevoerde personages zijn vaak vermoeid of moedeloos, een
gevoel waaraan ook het dichterlijke ik bij momenten niet ontsnapt. Daartegenover
staat echter een ironische en ontwapenende kijk, die zich onder meer uit in
laconieke opmerkingen, aansprekingen van de lezer en de personages, en een
voorkeur voor absurde en groteske situaties en beelden.
Daardoor lijken de verzen van
Koenegracht op scènes uit een tragikomedie, wat zijn werk tegelijk zwaarmoedig
en lichtvoetig maakt. Gaandeweg in zijn loopbaan zal de dichter dat theatrale
trouwens sterker aanwenden. Zijn eerste gedichten willen nog nadrukkelijker
poëtisch zijn; het taalgebruik is nog meer gestileerd en de beelden moeten
beklemtonen dat hier om poëzie gaat. Na verloop van tijd laat de dichter die
stijlbloempjes meer achterwege. Zijn toon wordt vertellend maar tegelijk ook
veel intenser. Het ogenschijnlijke realisme wordt nu door de beeldspraak en
door bruuske associaties ondermijnd, de dubbele bodems en de stijlbreuken zijn
al even functioneel. Vaak lijken de teksten haast vanzelfsprekend, maar bij
herlezing winnen ze aan kracht, aan subtiliteit en aan betekenis. De personages
worden in nauwelijks enkele lijnen neergezet, gevat in een paar indrukken of
een typische korte scène. Hetzelfde geldt voor het dichterlijke ik dat als het
ware in zichzelf praat of mijmert; in dit opzicht lijkt het een herhaling van
sommige personages, of omgekeerd lijken veel van de beschreven personages een
uitvergroot spiegelbeeld van de dichter zelf.
Daarbij komt een aanstekelijke
humor. Koenegracht mag dan wel de schaduwzijden van het bestaan niet uit de weg
gaan, in veel van zijn gedichten kantelt de tragiek door humoristische
tussenkomsten en laconieke opmerkingen. Daardoor gaat er van deze gedichten
iets onweerstaanbaars uit. Je begint in dit fraaie boekwerk te bladeren en te
lezen, en voor je het weet is er een uur verstreken. Dit is poëzie voor
eenieder.
Frank Koenegracht: Alle gedichten, De Bezige Bij,
Amsterdam 2019, 254 p. : ill. ISBN 9789403166001. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan