'Zelfmoordenaars zijn vermoeiend. Ze zeggen altijd
hetzelfde'. Zo klinkt het in 'Hulp bij zelfmoord', een hoofdstukje uit de korte
‘hedendaagse zedenroman’ getiteld Onmenselijk, geschreven door de
Franse auteur Philippe Claudel, die zich de laatste tijd lijkt te specialiseren
in het mensen-een-geweten-schoppen.
Wanneer Turpon van de
expeditie-afdeling beslist om uit het leven te stappen, nodigt hij zijn
collega's uit om daarvan getuige te zijn. Al na de eerste glazen merken de
feestgangers dat de kandidaat bakzeil begint te halen, maar daar zijn ze niet
voor gekomen en ze beslissen hem een handje te helpen.
We bevinden ons in een niet zo veraf
gelegen toekomst en krijgen via de verteller een inkijkje in het leven van een
aantal boze witteboorden die zich blijkbaar doodvervelen. Ze heten Durand en
Dupond, Lepoutre en Fournier, Brognard en Morel, maar ze verschillen nauwelijks
van elkaar, zeker niet in hun visie op mens en samenleving. En ze kijken
nergens meer van op.
Hun wereld is afvalschoon, op de vele zwervers na die liggen te creperen
in de portieken. Morel trouwt met een berin en in de zoekertjes wordt God te
koop aangeboden. Gegarandeerd tweeduizend jaar oud. Om zich te vermaken besluit
de verteller zijn vrouw met kerstmis drie mannen cadeau te doen. 'Voor iedere
opening één'. Tijdens de seksvakanties aan het strand worden tochtjes op zee
georganiseerd om bootjes met vluchtelingen te zien ondergaan. Wedden is
toegelaten.
Toch krijg je van alles genoeg, vinden ze. Zoals van die perfecte Duitse
namaakvagina's, want dan zijn de karpers die je afzuigen in de jacuzzi leuker.
Of vanop een brug boven de autostrade auto's proberen te raken. Voor punten.
Maar steeds slaat de verveling toe en zelfs de dakloze filosofen die voor een
gratis maaltijd worden binnengehaald, bieden geen alternatief. Ze worden, na
een flink pak slaag, terug op straat gesmeten.
Het begon met de roman Archipel
van de hond en nu is er Onmenselijk, een verhalenreeks met
korte wreedaardige, cynische of satirische stukjes, die doet vermoeden dat de
schrijver Claudel een nieuwe weg is ingeslagen. Het tijdsgewricht laat geen
nuancering toe, geen sensitieve of poëtische beschouwingen meer die enkel
literair plezier nastreven. Geen relativering ook. Het is tijd voor
confrontatie met de werkelijkheid, tijd voor een waarschuwing over de foute
richting die we dreigen uit te gaan. Over de wereld die door onze
onverschilligheid meer en meer in de problemen komt en van de mensen onmensen
maakt.
De
vraag blijft of de methode die de schrijver hanteert (zijn stijl blijft
vloeiend en efficiënt) een ander doel bereikt dan verwonderen of verbazen.
Herkennen we dit macabere rariteitenkabinet met zijn gruwelijke, trieste, soms
zelfs grappige incidenten als echt? Herkennen we onszelf in de stupide en
geborneerde personages die elk gevoel voor de medemens zijn kwijtgeraakt? Het
antwoord is niet eensluidend en de boodschap in deze groteske vorm dreigt niet
echt aan te komen.
Philippe Claudel: Onmenselijk. Hedendaagse zedenroman, De Bezige Bij,
Amsterdam 2019, 118 p., Vertaling van Inhumaines door Manik Sarker, ISBN
9789303103006. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan