Koen Stassijns schrijft al sinds jaar en dag poëzie, maar de jongste
jaren was het toch opvallend stil geworden rond zijn werk en zijn persoon. In
plaats daarvan kwamen tal van thematische poëziebloemlezingen. Hemelingen vormt op die lange adempauze
een lijvig en krachtig antwoord. De bundel zal fans van Stassijns’ gedichten
zeker aanspreken. De dichter heeft immers zijn eigen, mild lyrische toon,
melodieus en ritmisch sterk uitgebalanceerd, met een voorkeur voor visuele
beelden en understatements en vooral een herkenbare melancholische ondertoon.
Dat alles is
in Hemelingen inderdaad aanwezig (met
inbegrip van de allusies op het werk van Herman de Coninck en Hugo Claus), maar
de breuk met vroeger is nog opvallender. Nooit eerder heeft de dichter zich zo
blootgegeven als in deze ontluisterende bundel. Vanaf de eerste gedichten is
het al prijs. De bundel opent met een poëticaal gedicht waarin wordt uitgelegd
hoe een vers ontstaat in het zwart rond het hart. Het lijkt op het eerste
gezicht een detail, maar het verraadt hoezeer de dichter getraumatiseerd is
door zijn verleden, door de werkelijkheid. De daaropvolgende verzen hebben het
onomwonden om seksueel misbruik op school door een priester-leraar, en
vervolgens volgt een relaas van persoonlijk lijden waarin de dichter zichzelf
en zijn lezers allerminst spaart: de zelfmoord van de moeder, de ontwrichte
relatie met de vader-apotheker (die ook nog eens wortelt in de Tweede
Wereldoorlog), de moeilijke verhouding met broers en zussen (met inbegrip van
allerlei familiale terreur). Het zijn elementen waarop in eerder werk al werd
gealludeerd maar die hier een meer intense invulling krijgen en een soort van
noodlottige ketting van gebeurtenissen vormen.
Bovenop die demonen uit het
verleden komt nog eens de persoonlijke tragiek uit het heden: de vervreemding
van de geliefde en de noodzaak om het eigen huis te verlaten. De dichter
analyseert dat uit elkaar groeien, maar tegelijk blijft hij hopeloos vastzitten
in de illusies en het geluk van vroeger. De melancholie blijft daardoor
wezenlijk onverwerkt. Deze gedichten zijn intens, maar wat mij betreft gaat het
soms op de rand van exhibitionisme. De zelfanalyse van de gefaalde minnaar is
aanmerkelijk minder diepgaand dan de analyse van eigen zwaarmoedigheid en het
doodsverlangen. Veel optimisme geeft dit boek niet te lezen, maar toch is het
belangrijk hoe Stassijns zijn vele gedichten voor de (verloren) geliefde over
de hele bundel heeft verspreid. In die zin vormt de liefde een tegengeluid voor
het geweld en de dood. Ook uit andere verzen her en der blijkt het grote belang
van medemensen.
Hemelingen is als bundel allicht te omvattend: wat mij betreft had
de selectie door dichter en redacteur wat strenger mogen zijn, ook al om
overlappende gedichten te vermijden. Toch maakt het boek een sterke indruk,
niet enkel door de intensiteit van wat hier beschreven wordt maar evenzeer door
de taalkracht, de manier waarop Stassijns zijn waarheid in beelden en frasen
weet vorm te geven. Deze bundel vormt dan ook een cruciale fase in zijn
dichterschap.
Koen Stassijns: Hemelingen,
Atlas/Contact, Amsterdam 2019, 157 p. ISBN 9789025458348. Distributie VBK
België
deze pagina printen of opslaan