De Nederlandse fotograaf Cas Oorthuys (1908-1975) heeft een
archief van meer dan een half miljoen negatieven nagelaten, dat beheerd wordt
door het Nederlands Fotomuseum te Rotterdam. De grote omvang van zijn erfenis
zit vervat in de tomeloze energie en het perfectionisme waarmee hij zijn
onderwerpen achtervolgde: 'Ieder ding fotografeer ik minstens tien keer. Ik
draai er gewoon omheen, een kerk, een plein, een situatie... Ik draai gewoon
aldoor maar rond en ik denk: ik heb het! Dat is mijn manier [...] Ik kan niet
zitten. Ik kan niet wachten’.
Tijdens de crisis van de jaren dertig sloot
Oorthuys zich als werkloos bouwkundig tekenaar aan bij de communistische
beweging, wat zijn fotografie en grafische ontwerpen sterk beïnvloedde. In het
spoor van de arbeidsfotografie koos hij voor propagandistische onderwerpen als
‘armoede, het politiegeweld, stempelende werklozen en huisuitzettingen. Zijn
uitvoering werd beïnvloed door de stroming van de Nieuwe Fotografie die
vormgeving belangrijker achtte dan het onderwerp’.
Tijdens de Tweede
Wereldoorlog ging Oorthuys bij het verzet en documenteerde hij vooral het
laatste jaar van de bezetting als lid van De Ondergedoken Camera. Het laatste
jaar 1944-45 werd de eerste van een lange reeks van meer dan honderd fotoboeken
waarmee Oorthuys naam maakte.
Een andere mijlpaal in zijn oeuvre is het
fotoboek Een staat in wording, waarin hij met sympathie voor de jonge Republiek
Indonesië, de ontvoogding van de Nederlandse kolonie vastlegt. Meteen ook een
voorbeeld van Oorthuys’ grote aandacht voor de lay-out van zijn boeken. Door
foto’s van onderhandelingen en wapengeweld tegenover elkaar te plaatsen, toont
hij de twee manieren waarop de spanningen tussen beide landen konden worden
beëindigd.
In een boek als Rotterdam, dynamische stad wordt de bedrijvigheid
dan weer versterkt door te kiezen voor een variabele lay-out met foto’s van
verschillende grootte. Uiteindelijk ‘recycleerde’ Oorthuys regelmatig zijn
archief om thematische uitgaven vorm te geven zoals De steden, Het landschap,
Het water in de reeks ‘De schoonheid van ons land’. De fotoboeken van Oorthuys
kenden een ongekende verspreiding via uitgeverij Contact, waar de laatste
herdrukken in 2009 verschenen.
Tot eind dit jaar loopt in het Museum van de Stad Brussel de
tentoonstelling Bruxelles / Brussel 1946-1956. Het begeleidende fotoboek werd
uitgegeven door de kleine Brusselse uitgeverij Plaizier. Daarin wordt een beeld
opgehangen van Brussel in het naoorlogse decennium. Oorthuys heeft in zijn
carrière een breed gamma van onderwerpen gefotografeerd, maar de
stad is een pijler in zijn oeuvre
Jos Vandenbreeden, directeur van het
Sint-Lucasarchief, is de tweetalige gids die door de toenmalige lichtstad
wandelt in het spoor van Oorthuys en auteurs van reisgidsen uit die periode als
Jan Heyn (Wandelingen door Brussel) en Camille Biver (Brussel bij nacht). Voor
Vandenbreeden portretteert Oorthuys beredeneerd ‘het leven van gewone mensen in
hun (vertrouwde) en alledaagse omgeving […] Het moment van opname is zo gekozen
om in een fractie van een seconde een gebeurtenis vast te leggen en tegelijk te
zorgen voor een compositie, die de gebeurtenis visueel aantrekkelijk maakt en
ze een menselijke dimensie geeft’.
Cas Oorthuys (fot.), Jos Vandenbreeden (red.), Wijnand
Plaizier (red.): Cas Oorthuys: Bruxelles/Brussel 1946-1956, PLAIZIER Brussel,
2012, 96 p., ill. ISBN 9789079005116
deze pagina printen of opslaan