Weinig
gebeurtenissen van de afgelopen jaren waren zo symbolisch beladen als de brand
die de Notre-Dame in Parijs in vlammen zette, op 15 april 2019. De brand zelf
werd gezien als het ultieme bewijs dat het Europees-Christelijke ideaal nu wel
echt verleden tijd is. De groteske financiële reddingsacties van ultrarijke
Franse zakenmannen waren dan weer een bewijs voor het failliet van werkelijke
medemenselijkheid, want waarom zijn er wel plots honderden miljoenen euro’s
beschikbaar voor het restaureren van een kathedraal, maar niet voor het ledigen
van de meest essentiële noden van vele miljoenen mensen die in armoede of
andere precariteiten moeten leven? En, tot slot, de eindeloze discussies over
de manier waarop de kathedraal gerestaureerd zou moeten worden: met respect
voor het verleden of juist als een symbool voor de toekomst?
Bas
Heijne, zelf woonachtig in Parijs, stond samen met zijn stadgenoten te kijken
naar de vlammen en zag daarin een diep, fundamenteel conflict in onze
samenleving, een conflict dat zich rond twee centrale assen centreert: waarheid
en identiteit. In zijn essay Mens/Onmens zet hij de brand in de
Notre Dame neer als de ideale metafoor voor de manier waarop deze twee
begrippen in ons huidige tijdsgewricht zwaar onder spanning staan. Een
tijdsgewricht waarin alles rond beleving draait, en dus de facto rond
subjectiviteit; waarin sociale media de mensheid genadeloos opdelen in kampen
die elkaar niet meer begrijpen, en er elk hun eigen waarheid op nahouden.
Verdeel en heers, maar dan ultiem en grenzeloos doorgedreven, en zonder dat de
verdeelden en beheersten het zelf goed doorhebben. Werkelijkheid en beleefde
werkelijkheid worden systematisch met elkaar verward, polarisering ligt
bijgevolg voortdurend op de loer.
Aan de basis van dit failliet van de waarheid ligt, volgens
Heijne, het feit dat het liberalisme als fundament voor onze samenleving
helemaal uitgehold is. Het verabsoluteren van de kernwaarden van het
liberalisme (individuele vrijheid, marktwerking, …) heeft ervoor gezorgd dat
deze niet meer bevraagd werden, en dat politiek niet meer gaat over een visie
op de toekomst maar enkel nog om het bedenken van praktische oplossingen in het
hier en nu. In Nederland is premier Mark Rutte er het ultieme voorbeeld van: ‘Als
visie een blauwdruk voor de toekomst betekent,’ zo citeert Heijne hem, ‘dan
verzet alles wat liberaal is in mij zich daartegen.’
Heijne
heeft maar weinig woorden nodig om een bijzonder scherpe, sombere analyse te
maken van onze tijd. Hij rijgt gebeurtenissen aan elkaar en centreert ze
rond enkele duidelijke assen. Hij eindigt met een verwijzing naar de bergrede
uit het Evangelie volgens Mattheus, met de boodschap dat we als mensen, ondanks
alles, toch zullen moeten blijven praten met elkaar, in een ultieme poging om
wederzijds begrip en respect centraal te blijven stellen in ons samenleven. We
moeten ons blijvend inspannen om de ander te begrijpen en dus onszelf in vraag
te stellen. Alleen als we in staat zijn om met de ander mee te denken, ook als
dat betekent dat we soms tegen ons eigenbelang in moeten denken, alleen dan is
het leven werkelijk de moeite waard, zo concludeert hij.
Heel erg nieuw, laat staan vernieuwend, zijn deze gedachten
niet. Zowel Heijne zelf als vele anderen hebben gelijkaardige analyses gemaakt.
Maar Heijne brengt deze gedachten wel glashelder samen, en verbindt ze met een
beperkt aantal uitstekend gekozen metaforen, die tekens zijn voor onze
verwarrende tijd. Met Mens/Onmens heeft Heijne
zijn talent om op onwaarschijnlijk heldere wijze een aantal cruciale
hedendaagse thema’s met elkaar te verbinden, nogmaals met veel branie
bevestigd.
Bas Heijne: Mens/Onmens, Prometheus, Amsterdam 2020, 127 p. ISBN 9789044641479.
Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan