Deze nieuwste
bundel van K. Schippers wordt op de kaft aangeboden als ‘Verhalen &
beschouwingen’ – een toelichting die we niet op het titelblad terugvinden, wat
op zich mogelijk niet zonder belang is. De verschillende stukken in het boek,
die variëren van korte essays tot teksten die eerder notities en observaties
lijken, hebben een uiteenlopende thematiek die toch verbonden is door het idee
dat de auteur enige tijd meeloopt en meekijkt met een ander iemand, en zo een
stuk van andermans wegen in kaart brengt en registreert wat daar te zien en te
vinden is. Daarbij ontstaat een mix van memoires en reflecties, maar
ongetwijfeld ook fictie en verzinsels, aangezien er ook van verhalen sprake zou
zijn.
Dat
onderscheid is in het boek zelf niet duidelijk. Het merendeel van de teksten
lijken beschouwingen waarin herinneringen worden opgehaald, onder meer aan de
dichter Hans Faverey. Er zijn flarden van reportage over het maken van televisiedocumentaires.
Notities en verslagjes uit contacten met onder meer de kunstenaar Thom Mercuur,
treffend geobserveerd tijdens de opening van zijn museum in bijzijn van
koningin Beatrix, of dwaaltochten door Rome in het spoor van De Chirico en
Balthus. De grens tussen feit en fictie, tussen reportage en verzinsel,
vervaagt daarbij regelmatig, zij het nooit op een ostentatieve manier, zodat
langzaam de indruk ontstaat van een onbetrouwbare verteller. Dit moet lezers
waakzaam maken die de teksten over collegae dichters en kunstenaars als bron
voor biografische informatie zouden willen gebruiken. Misschien is het wel
allemaal niet echt helemaal echt (maar waarom zou je er dan kennis van willen
of moeten nemen?). De mooiste stukken betreffen Jan Hanlo, en dan met name het
allereerste essay, waarin op heel precieze manier Hanlo’s tedere anarchisme
wordt gevat.
Schippers
schrijft precies en overdacht (een enkel stuk over de dood van Faverey is in
een dagboekachtige telegramstijl gesteld die voor de lezer eerder als drempel
voor de begrijpelijkheid werkt), waardoor de indruk van literaire miniaturen
ontstaat. Er zijn rake observaties, maar ook stukjes waarvan men zich afvraagt
waar het heen gaat of wat de auteur kan hebben bedoeld. Dit boek maakt duidelijk
deel uit van een oeuvre: wie Schippers’ andere werk kent en waardeert, zal hier
vermoedelijk naadloos op kunnen inpikken – voor de nieuwe lezer blijft het
allemaal soms wat uitwendig. Hoewel bepaalde passages fascineren, bleef voor
deze lezer toch vooral de vraag naar het waartoe en het waarom. Waardoor het
boek uiteindelijk niet beklijft. De stijl is scherp en licht tegelijk, en de
observaties vaak treffend, maar het geheel weegt lichter dan de beste
onderdelen.
Het
is echter perfect mogelijk dat dit louter een zaak is van temperament en dat
deze lezer en deze auteur zich slechts zelden met dezelfde anderman op dier
wegen zouden begeven, of elkaar daar ontmoeten. Als u een andere literaire
wandelaar bent, treft Schippers u mogelijk wel.
K. Schippers: Andermans wegen,
Querido, Amsterdam 2020, 190 p. ISBN 9789021419268. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan