Tijd tussen de
jaren is, hoewel er ‘roman’ op het kaft prijkt, toch eerder een novelle –
een klein boekje, maar tegelijk groots en indringend. Het ziet er haast net zo
uit als de oorspronkelijke Duitse uitgave, die verscheen in de Insel Bücherei –
wie de typische vormgeving van die reeks herkent, waarin korte teksten voor
fijnproevers worden gepresenteerd, weet dus eigenlijk al voordat hij of zij een
bladzijde gelezen heeft dat dit een kleinood moet zijn.
Een man keert na vele jaren in het buitenland terug naar
zijn geboortedorp in het Zwarte Woud. Hij is ziek en wil nog één keer zijn
broer spreken. Het is de periode tussen kerst en Driekoningen, de zogenaamde Raunächte
(zoals de oorspronkelijke titel luidt) waarin – het is de donkerste tijd van
het jaar – de boze geesten verschijnen, en het heeft flink gesneeuwd. Plaats en
tijd (en de Duitse titel) maken duidelijk: hier moet een duivel uitgedreven; hier
zal iemand met zichzelf in het reine proberen te komen. Hij huurt een kamer in
een pension, waar de waard hem herkent en vertelt over wat er in zijn afwezigheid
is gebeurd; daarnaast maakt hij lange wandeltochten. Dat alles zorgt ervoor dat
herinneringen worden opgeroepen: aan zijn moeder, die de geesten met kruidengeuren
trachtte te verdrijven; aan zijn broer, met wie hij het goed kon vinden tot
zijn ouders beslisten dat niet hij als eerstgeborene, maar zijn broer de
boerderij zou overnemen. Dat die ook meteen zijn lief inpikte was de
vernedering te veel – de man wilde tabula rasa maken door uit zijn eigen leven
te vertrekken. Maar nu hij stervende is, keert hij terug om alles op een rijtje
te krijgen.
Aan de hand van zijn herinneringen
kan de lezer reconstrueren wat er is gebeurd, maar voor het hoofdpersonage is
dit ook een manier om zijn eigen leven te overschouwen en het vervolgens te
kunnen afsluiten. Hoe, dat is niet duidelijk: wil hij de openstaande rekening
met zijn broer vereffenen of wil hij zich verzoenen? Als hij ijlend in bed
ligt, hoort hij de trap kraken en de deur opengaan. De laatste woorden van de
tekst zijn de namen van de beide broers die onder elkaar geplaatst worden. En
dan niets meer.
Tijd tussen de jaren is een hoogst
suggestieve vertelling, waarin meer sfeer getekend wordt dan dat er wordt verteld
wat er aan de hand is. In stukjes en brokjes kom je het trauma van de
hoofdfiguur te weten, maar het is toch vooral aan de omgeving dat je zijn gevoelens
kan aflezen. Faes, die een meester is in
natuurbeschrijvingen, slaagt erin om je, ondanks het feit dat er eigenlijk
niets gebeurt, aan je stoel gekluisterd te houden. Een klein boekje dat een
krachtige leeservaring oplevert.
Urs Faes: Tijd tussen de jaren, De Bezige Bij,
Amsterdam 2019, 80 p. ISBN 9789403173801. Vertaling van Raunächte door W.
Hansen. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan