Vertaald proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2020

Tim Winton: De herdershut

door Jen de Groeve

Hij raast tegen 160 per uur in een ‘geleende’ jeep naar het noorden, waar het warm en veilig en geheim is. In Magnet wacht zijn liefje op hem, dat hoopt hij tenminste. Jackson ‘Jaxie’ Clackton, 15 jaar oud, komt recht uit de zoutwoestijn van West-Australië en na maanden te hebben rond gezwoegd in de ruigte is rijden over het asfalt alsof hij ‘door de ruimte zweeft. Als een flitsende pijl van licht.’ Zijn oude leven is voorbij, hij weet nu wat hij wil, voor het eerst. En hij gaat het voor mekaar krijgen, dus loop hem verdomme niet in de weg.
 
Jaxie heeft de bush overleefd, en voordien al – wat niet min is -- zijn jeugd. ‘Kapitein Kloothommel’, alias zijn vader, had handen als mokers en haalde er, liefst totaal onverwacht en zonder reden, mee uit naar Jaxies hoofd. ‘Vijf minuten genade in dit land […] en je krijgt een wonder’, zei zijn moeder als de regen de rode kransbloemen uit het dorre zand liet opschieten. Maar zelfs vijf minuten genade zijn Jaxie niet gegund. Zijn moeder kijkt toe hoe haar kind verrot geschopt wordt, biedt geen bescherming en deelt zelf mee in de klappen. Jaxie evalueert haar keuze – als het al een keuze was – om ondanks alles bij haar man te blijven zo:
 
‘Zij was degene met lef. Ze bleef voor mij, had ze gezegd. En je weet niet hoe dat is, dat zoiets goeds en zuivers je zo’n smerig gevoel kan geven.’  
 
Zij blijft voor hem, hij houdt vol voor haar. Of misschien had hij zich beter van kant gemaakt, bedenkt hij, dan was zijn moeder vrij geweest om te gaan. Ook voor haar geen genade, dus, ze krijgt kanker en sterft een langzame, pijnlijke dood. Voor Jaxie ,die het moet aanzien, was het een soort verlossing wanneer zijn vader er zo op los ramde dat er geen gevoel meer in hem overbleef.  
 
‘Ik bad om moed en bleef bang.’
 
Jaxie is beschadigd door het geweld, zijn taal is elementair en onbehouwen, maar zijn stem is aangrijpend. Er klinkt intelligentie en bij momenten een rauw soort tederheid in door, en vooral een hopeloze hunker om aan de brutaliteit en de schamelheid van zijn leven te ontkomen. Maar hij is ook grillig en agressief, en wordt door iedereen gemeden. Behalve door Lex, zijn nichtje, die zijn liefje wordt, wat even weldadig is in zijn verklote leven als de rode kransbloem in de verdroogde natuur.
 
Wanneer hij zijn vader op een avond dood aantreft – hij werd verpletterd door de pick-up die hij aan het repareren was – weet Jaxie maar één ding en dat is dat hij weg moet. In het dorp zullen ze namelijk denken dat hij die ouwe eindelijk te grazen heeft genomen. Iedereen wist tenslotte dat hij daar alle reden voor had. Zijn fundamenteel wantrouwen in mens en samenleving, die hem tenslotte nooit enige bescherming hebben geboden, doet hem vluchten in de bush. Hij is te voet en weet niet hoe hij moet overleven. De wildernis is dan wel levensgevaarlijk als je niet voorbereid bent, maar de dreiging die van mensen komt, is groter.
 
Na een paar dagen zwerven, drijft gebrek aan water hem er toe het gezelschap van Fintan MacGillis te accepteren, een gewezen priester, die vanwege een niet nader gespecifieerd misdrijf naar een herdershut in de wildernis is verbannen. Twee keer per jaar komt er iemand langs om hem te bevoorraden. Jaxie heeft water, voedsel en onderdak nodig, Fintan vooral aanspraak en ze sluiten een onwillig verbond. Jaxie vindt Fintan bloedirritant en kan hem het grootste deel van de tijd wel de hersens inslaan, maar gaandeweg ontwikkelt hij een gevoel van verantwoordelijkheid voor de kwetsbare en in zijn ogen naïeve man.
 
Jaxie laat een vreemde en intense mix van gevoelens zien. In al zijn brutaliteit en agressie toont hij zich ook integer en hij gelooft rotsvast in het ophouden van waarden. Hij is permanent bezig met zelfevaluatie, weegt zijn persoonlijke ethiek en verantwoordelijkheid af tegen wat zijn ongenadige leven hem geleerd heeft.  
 
Mensen worden gevormd door hun omgeving, door hun sociale context en door het landschap. Dat is de grondtoon in Tim Wintons oeuvre. De wildernis, meer bepaald de verlatenheid en de ruigheid van West-Australië, waar de schrijver thuis is, speelt een belangrijke rol in zijn romans. In De herdershut worstelt Fintan met zijn geweten en hij heeft soms het gevoel dat de natuur hem ter verantwoording roept. Hij wil de illusie dat de wildernis hem beschermt, nochtans blijven koesteren. Jaxie daarentegen ziet gevaar in elke stap die hij zet. Illusie en verbeelding spelen de beide personages parten. Het landschap is verraderlijk. Jaxie slaat in paniek op de vlucht voor een luchtspiegeling, maar het reële gevaar dat de eindeloze leegte van de woestijn verbergt, ziet hij pas als het te laat is.
 
Veiligheid bestaat niet, Jaxie heeft er ook nooit in geloofd. Hij is doordrongen van angst, pijn en geweld, én van zijn eigen falen:
 
‘het maakt niet uit hoe slim je bent, en ook niet hoe voorzichtig je bent of hoeveel mazzel je hebt. Je maakt altijd weer dezelfde fouten. En daardoor werk je jezelf in nesten en doe je mensen pijn.’
 
De herdershut loopt uit in een apocalyptisch slot. Jaxies overwinningsroes als hij de beschaving weer bereikt, is een hopeloos soort triomfalisme. Hij is in een destructieve spiraal van geweld terechtgekomen. Zoals vaak bij Tim Wintons personages, blijkt hij, zijn vlucht, zijn intelligentie en zijn moraliteitsbesef ten spijt, gevangen te zitten in de wereld waar hij uit voortkomt.
 
‘Wat ben ik dan wel? Iemand die je niet ziet aankomen, dat ben ik. Iets wat je je bijna niet kan voorstellen.’
 
Winton puurt lyriek uit de bruutheid van Jaxies bestaan en geeft zijn basale taal een soms ondoorgrondelijke eloquentie, die overweldigt en verontrust. De herdershut is een zinderend en ontstellend boek. Onbarmhartig en prachtig, zoals de ruigte van West-Australië.
 
Tim Winton: De herdershut, De Geus, Amsterdam 2020, 284 p. ISBN 9789044541939. Vertaling van The Shepard’s Hut door Molly van Gelder. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri