De Franse Catherine Poulain (1960) trok van jongs af aan
de wijde wereld in. Amper twintig was ze toen ze appelen ging plukken in
Canada. Later ging ze aan de slag in een visconservenfabriek in IJsland en op
scheepswerven in de VS. Ze tapte in een bar in Hongkong en werkte tien jaar
lang op een vissersboot in Alaska, een ervaring die aan de basis ligt van haar
debuutroman Open zee. Ze zet daarin het harde
leven neer van een vrouw die zich staande moet zien te houden in de
mannenwereld van de visserij. In haar tweede autobiografische roman, De fruitplukkers, zoomt ze in op de
seizoenarbeid in de landbouw in de Provence, een eveneens door mannen
gedomineerd milieu.
Het verhaal speelt zich af in een bergstreek waar haveloze en om werk
verlegen lui naartoe trekken om lindebloesems, olijven, kersen of abrikozen te plukken
en ingezet te worden op lavendelvelden en wijngaarden. Een enkele
seizoenarbeider woont in een huis, de meesten moeten het stellen met een
containerwoning, een schuur, een (boom)hut of een aftands camperbusje. In het
dorp dat centraal staat in de roman, zijn er twee cafés waar ze welkom zijn. Bar
du Commerce wordt bestierd door de rondborstige, onbewogen Yolande, café En
Haut door een magere, overwerkte vrouw met een aanstellerige dochter van een
jaar of acht.
Na
de werkuren drinken de arbeiders zich daar lazarus, maar voor dag en dauw staan
ze steevast paraat om een plekje te bemachtigen op een veewagen of een pick-up,
waarmee landeigenaars hen naar de velden brengen. Twee vrouwen die ook voor dit
harde bestaan hebben gekozen zijn de van afkomst Duitse Rosalinde en Mounia,
een Franse met Algerijnse roots.
Rosalinde is halfweg de dertig en valt op door haar heldere
ogen en haar haren als een helm van vuur. Aangetrokken door de belofte van
vrijheid, draait ze al jaren mee in dit wereldje. Rust vindt ze echter
nauwelijks. Vooral de op haar geilende mannen jagen haar op. Nu eens wil ze zo
ver mogelijk van ze weg, dan weer weet ze met haar eigen begeerte geen blijf,
‘dat verdomde, geniepige, leugenachtige verlangen, dat zich altijd opdringt, je
overweldigt, een slang die je verlamt tot aan zijn onvermijdelijke val’.
Van de meeste mannen
wordt slechts hun hitsigheid belicht. Ze worden getypeerd als ‘de Parijzenaar’,
‘de Zigeuner’, ‘Loden Ogen’. Enkelen worden wel bij naam genoemd, maar ook hun
achtergrond blijft summier en eendimensionaal, zo bijvoorbeeld die van de
Portugese would-bedichter en anarchist Acacio, met wie Rosalinde geregeld
optrekt én voortdurend botst. Zijn landgenoot Cesario, eerder een stille
getuige van alles wat er zich afspeelt, kan het dan weer goed vinden met de
zesentwintigjarige Mounia, die gaandeweg de hoofdvertelster wordt van de roman.
Rosalinde is
en blijft evenwel het meest intense personage. Een van haar treffendste observaties
slaat op het dedain van de lokale dorpsgemeenschap voor het bonte allegaartje
van seizoenarbeiders, die om economische of existentiële redenen een
hardvochtig nomadenbestaan leiden: ‘Eigenlijk hebben de mensen van hier gelijk,
wij zijn echt mismaakte vruchten, alleen maar geschikt als afval. En dat komt
ze goed uit ook, dat sommigen geschift zijn. Abrikozen voor de pulp zijn net zo
goed nodig, de fabrieken voor het vruchtvlees van afgekeurd fruit moeten toch
ook draaien’.
De
uitwerking van de karakters is niet het sterkste punt van De fruitplukkers. De roman ontleent vooral diepte en reliëf aan de
in beeld gebrachte werksfeer op en rond de landerijen en aan de rauwe taferelen
in de dorpscafés, de enige plekken van vertier voor de zich uitslovende diehards
die worden verteerd door een verlangen om te vergeten enerzijds en voluit te
leven anderzijds. Dit gekwelde bestaan, dat de schrijfster sporadisch aanzet
met een poëtische toets, doet de mannen en vrouwen in kwestie stuk voor stuk
vervallen in wanhoop, excessen en (zelf)vernietiging, een cocktail die uitmondt
in een ontstellende ontknoping.
Catherine Poulain: De fruitplukkers, Cossee, Amsterdam,
2020, 235 p. ISBN 9789059368989. Vertaling van Le coeur blanc door Prescilla
van Zoest. Distributie Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan