Vertaald proza

BOEKEN NR. 5, MEI 2020

Jon Fosse: Melancholie II

door Kris Velter

Hoewel er van de Noorse auteur Jon Fosse al enkele novellen waren verschenen in Nederlandse vertaling, brak hij pas drie jaar geleden door bij een groter publiek met Melancholie I. In zijn typische en unieke muzikale stijl, gebaseerd op veelvuldige herhaling, wordt het leven geschetst van de negentiende eeuwse Noorse landschapschilder Lars Hertervig. Het is een prachtige, bezwerende roman die inzicht geeft in een geniale, getroebleerde en excentrieke geest aan de hand van een innerlijke monoloog. Hertervig was schizofreen.
 
In het tweede deel – minder volumineus dan het eerste deel – is de protagonist de fictieve zus van Lars Hertervig. Op de dag van de dood van de schilder volgen we de oude Oline. Net zoals in Melancholie I wordt het verhaal verteld vanuit de psyche van het hoofdpersonage. Er zijn descriptieve passages, maar het overgrote deel van de roman focust op de wijze waarop Oline denkt, voelt en beleeft. Daar waar Melancholie I de getroebleerde geest van Hertervig blootlegt, gaat het Fosse in Melancholie II om de innerlijke ervaring van het ouder worden. En dat weet hij opnieuw beklemmend te verwoorden.
 
Het boek speelt zich af in de herfst van 1902 in Stavanger. We maken op de eerste bladzijde kennis met Oline terwijl ze van de zee de steile helling naar haar huis oploopt. Ze is oud, heeft pijnlijke voeten en heeft een stok nodig om te lopen. Ze draagt vis aan een snoer. Deze tocht maakt ze elke dag. Oline is niet enkel slecht ter been, ze is ook vergeetachtig en incontinent. Terwijl ze met de vis de helling oploopt, komt ze langs het huis van haar broer Sivert, wiens vrouw haar vraagt om binnen te komen omdat haar broer ziek en stervende is. Een lang citaat waarin de stijl van Fosse fonkelt:
 
‘Mocht zij maar heengaan, denkt Oline en ze zet de stok naar voren, en dan haar ene voet, en o wat is het zwaar, het is alsof ze haar voet los moet rukken, hem vooruit moet schuiven, zo voelt het, alsof ze uit elkaar getrokken wordt, zo voelt het, en het is nog nooit zo erg geweest en dat komt waarschijnlijk doordat ze is blijven staan waar de helling op zijn steilst is, als het nou maar een gelijkmatige pijn was geweest, maar dit snijden, dit scheuren, dit is te erg, denkt Oline en ze zet ook haar andere voet naar voren en Oline loopt verder de helling op, langzaam, terwijl haar beide voeten zeer doen loopt Oline verder de helling op, met de stok in de ene hand en de vis in de andere loopt ze verder, en dat Sivert nu óók moet heengaan? nee dat is te erg, denkt Oline, nee, dat Sivert moet heengaan, dat kan toch niet, denkt ze, kan Onze-Lieve-Heer haar niet beter komen halen, zij die zo’n pijn heeft, denkt Oline, en nu moet ze nog een klein stukje lopen, dan mag ze blijven staan, als ze haar huis kan zien dan mag ze blijven staan en even bijkomen, zoals ze dat altijd doet, denkt Oline, nog maar een klein stukje, nu, dan zal ze eindelijk verlost zijn van de pijn, denkt Oline, en haar voeten doen zeer en Oline denkt dat het voelt alsof het overal pijn doet waar het maar pijn kan doen, denkt Oline, en nu kan ze gauw blijven staan, denkt ze, nu is ze er bijna, maar dat ze hetzelfde stuk vandaag nog tweemaal moet lopen, nee dat wordt gewoonweg te veel, maar als Sivert op sterven ligt, dan moet ze wel gaan en met hem praten, als hij heeft gevraagd of ze bij hem wilde komen om met hem te praten, moet ze wel naar hem toe, denkt Oline.’
 
Voordat ze haar broer bezoekt, wil Oline eerst naar huis om haar vissen weg te brengen. Bovendien voelt ze ‘aandrang’ en wil ze naar het toilet, geen modern toilet met waterspoeling, maar een hokje buiten met een houten plank waarin een gat gemaakt is,  ‘het secreet’. Ze haalt het huis net niet maar bereikt wel het secreet, waar ze de vissen dan maar aan de deurhaak hangt. Vervolgens vergeet ze om haar broer te bezoeken. Ze geeft per abuis de vissen aan de katten en houdt zelf de ingewanden over. Dus moet ze opnieuw de helling afdalen om nieuwe vis te halen. Zo geraakt ze toch nog bij haar broer. Het verhalende deel van de roman is dus vlug samengevat. Maar de echte onderwerpen van het boek zijn stijl, psychologie, bezwering.
 
Tijdens haar mijmeringen denkt Oline vaak terug aan Lars Hertervig. Van jongs af was hij een buitenbeentje, iemand die buiten de lijntjes kleurt. Hij was koppig en had woedeaanvallen. Soms verdween hij zomaar en kwam pas de volgende dag terug. Hij maakte tochten op het eiland waarop hij met het gezin woonde. Toen Oline Lars op een dag was gevolgd bleek dat hij houtskooltekeningen maakte op drijfhout. Op haar secreet denkt ze:  
 
‘[…] en dan die merkwaardige broer die zondert twijfel een groot schilder had kunnen worden, en hij heeft ook zonder twijfel de mooiste schilderijen gemaakt, maar op het laatst zat hij alleen nog maar wat te kladderen, op de deur in het secreet heeft ze trouwens nog zo’n schilderwerkje hangen, twee figuren, een paard met ruiter stelt het waarschijnlijk voor, op de achterkant van een etiket van een tabaksdoos geschilderd, ja ja, het gekladder is niet echt om aan te zien, maar het hangt er nu en het heeft er al zo lang gehangen dat het er ook wel mag blijven hangen, maar ze heeft vaak gedacht het weg te halen! nou en of! want dat iemand die zulke grote mooie schilderijen heeft gemaakt met zulk gekladder moest eindigen! nee, dat is treurig!’
 
De hypnotiserende stijl van Fosse wordt door sommigen mystiek of religieus genoemd. Hij is in elk geval bijzonder intens. Zelf heeft Fosse het over een ‘stille stem’ die gevonden kan worden achter de woorden en tussen de regels. Het is een feit dat de herhaling niet enkel bezwerend is, maar ook telkens kleine betekenisverschillen met zich meebrengt. Het is wegens die eerste eigenschap dat de lezer de neiging heeft om de roman snel te lezen, maar de verschuivingen van betekenis laten zich maar ten volle kennen door traag te lezen. Deze paradox maakt van het lezen van Melancholie II een verpletterende leeservaring. John Fosse toont met dit boek opnieuw aan dat hij tot de absolute top van de Europese literatuur behoort.
 
Jon Fosse: Melancholie II, Oevers, Zaandam 2020, 136 p. Vertaling van Melancholia II door Edith Koenders en Adriaan van der Hoeven. ISBN 9789492068361 Distributie Elkedag Boeken 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri