Vertaald proza

BOEKEN NR. 6, JUNI 2020

Boris Vian: De man die van het Empire State Building sprong

door Jan Baes

In de bossen van Picardië leeft een fraaie volwassen wolf Dennis genaamd, die zijn hol heeft ingericht met auto-onderdelen, die hij na diverse auto-ongelukken van de weg heeft geraapt. Op een van zijn dagelijkse avondwandelingen wordt hij onverhoeds in de schouder gebeten door de Tovenaar van Siam zodat hij, bij de eerstvolgende vollemaansnacht plots rechtop loopt en zijn volle zwarte pels is verdwenen. Alleen zijn rode wolvenogen kijken nog even priemend rond. Hij meet zich een keurig grijs pak met krijtstreep aan en waagt zich voor het eerst van zijn leven in de grote stad. (Le loup-garou)
 
Op een ochtend in augustus daalt een merkwaardige mist in evenwijdige lagen over de stad neer. Eerst over de grond tot ongeveer twintig centimeter hoogte, zodat een vrouw die bij het openen van de voordeur haar sleutel laat vallen, hem niet meer terugvindt. Later stijgt de mist tot aan de knieën, en dan verder, tot boven de daken en de kerktoren. Als de dronkaard Overt Latuile na een wilde nacht tegen de middag ontwaakt, denkt hij eerst dat hij blind is geworden, maar dan ziet zijn verdorven geest al gauw onverwachte mogelijkheden en na enig denkwerk stapt hij poedelnaakt bij zijn hospita, madame Panuche, binnen. Tot zijn verbijstering blijkt die al even naakt te zijn als hij. Het lijkt wel of de mist een afrodiserend effect sorteert. En dat niet alleen bij hen. (L'amour est aveugle)
 
Een assistent gaat elke dag met de trein postzegels vissen in een verafgelegen postzegelvijver. Van zijn baas krijgt hij niet alleen een karig loon, maar de onverlaat geeft hem ook nog vervalste treinkaartjes, zodat hij iedere dag een boete moet betalen aan de treinconducteur. Boontje komt echter om zijn loontje als de baas enkele peperkorreltjes wil kopen in ruil voor een blik onder het plooirokje van de aantrekkelijke peperverkoopster uit Mauritius. (Les poissons morts)
 
Een man klimt naar de honderdtiende verdieping van het Empire State Building en springt naar beneden. Terwijl hij langs de étages raast, kan hij niet nalaten naar binnen te kijken waar meerdere tafereeltjes hem doen denken aan zijn geliefde Winnie. Bij de twintigste verdieping vergeet hij even zijn ogen open te doen, wat hij pas drie verdiepingen lager merkt. Hij mindert vaart, stapt via het open raam de kamer binnen en zet zich neer in een groenleren fauteuil. Het meisje dat vervolgens de kamer binnenkomt, is helemaal niet verbaasd hem daar te zien zitten. Er komt zelfs een leuk gesprek op gang. (Le rappel)
 
Vier verhalen (op elf in totaal) geplukt uit diverse bundels (Le loup-garou, Les fourmis, L'herbe rouge en Le ratichon beigneur), alle postuum uitgegeven tussen de jaren 1960-1993 en eind vorige, begin deze eeuw nog eens herdrukt in het Verzameld werk bij uitgeverij Fayard. Nu de romans van Boris Vian (1920-1959) weer volop in de belangstelling staan, is de tweede druk van deze uitstekende vertaling een unieke kans om kennis te maken met de frisse fantasie, het luchtige cynisme, de absurde humor, de grenzeloze inventiviteit en de taalvirtuositeit van deze 'homme orchestre' zoals hij terecht wordt genoemd. Een duizendpoot die zich met alles, en dat allemaal tegelijk, bezig hield.
 
Boris Vian: De man die van het Empire State Building sprong en andere verhalen, Vleugels, 2020, 136 p. Gekozen en vertaald uit het Frans door Kiki Coumans. ISBN 9789078627241 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri