Edward Hopper
is niet alleen een van de belangrijkste schilders van onze tijd, hij is er ook
in geslaagd om een aantal iconische werken af te leveren die symbolisch staan
voor de hedendaagse mens. Het betreft dan vaak doeken waarop het typische
moderne (Amerikaanse) leven wordt geportretteerd, met straten, baancafés,
publieke ruimtes… Daarbij legt de schilder een voorkeur aan de dag voor
interieurs die via ramen een uitkijk geven op wat daarbuiten ligt. In die soms
onmetelijke decors zijn de mensen niet veel meer dan figuranten van wie vooral
de eenzaamheid en de vervreemding wordt beklemtoond. De sfeer is, kortom, bij
uitstek unheimlich en beangstigend.
Dat de schilder een dichter
inspireert is niet nieuw; her en der verschenen al wel verzen die een poëtische
verklanking vormen van een van Hoppers schilderijen. Roel Richelieu van
Londersele gaat echter veel verder door een hele bundel aan Hoppers oeuvre te
wijden. Daarbij baseert hij zich nadrukkelijk op de voorstellingen van Hopper,
maar tegelijk probeert hij in zijn bundel ook het verhaal te brengen van een
liefde, met enkele behoedzame dialogen tussen de lyrische portretten door. De
dromen en verlangens die mensen overeind horen, krijgen vooral in de twee
laatste afdelingen van de bundel, respectievelijk ‘De beklimming’ en ‘De
afdaling’, hun uitdrukking.
Van Londersele is, zoals steeds, bijzonder sterk in het
oproepen van een melancholische sfeer. Vooral in dit opzicht vindt hij in
Hopper zijn nevenknie. De dichter concentreert zich daadwerkelijk op een aantal
details uit de schilderijen, maar minstens even belangrijk is voor hem het
creëren van een zekere atmosfeer. Daartoe wordt veelvuldig gebruikgemaakt van
beeldspraak; de ruimte wordt bij momenten gepersonifieerd, als een daadwerkelijke
tegenspeler van de personages, terwijl omgekeerd de menselijke figuren vaak tot
een soort van passieve objecten worden gereduceerd. Het zijn procedés die
typerend zijn voor Van Londerseles poëzie, ook in het verleden, maar die in de
context van deze bundel een bijzonder krachtig effect hebben op de lezer.
Vooral de
gedichten waarin een personage in de ik-persoon aan het woord komt, maken
indruk. Die dramatische enscenering ligt de dichter duidelijk en draagt bij tot
een grotere inleving van de lezer. Omgekeerd zijn de meer beschrijvende verzen
afstandelijker, maar net die afstandelijkheid is ook typerend voor het werk van
Hopper. Tussendoor bevat de bundel ook enkele dramatische dialogen die de
liefdesrelatie explicieter verwoorden. Waar de gedichten doorgaans focussen op
de eenzaamheid en de onvervulde dromen analyseren de theaterfragmenten de
relatie via de confrontatie van twee stemmen. Ook dat draagt bij tot de
diepgang van deze bundel.
Dat Van Londersele hoopt op een internationaal publiek, mag
blijken uit het feit dat alle teksten in het Engels werden vertaald door Paul
Vincent. De vertaler heeft voortreffelijk werk afgeleverd, want de
suggestiviteit van de beelden en de kracht van understatement en ironie worden
in het Engels soms nog overtuigender dan in het origineel. Kortom, dit is
toegankelijk maar tegelijk sterk suggestieve poëzie die veel mensen kan
aanspreken.
Roel
Richelieu van Londersele: Hopper op de heuvel. Hopper on the Hill, P, Leuven 2019, 79 p. ISBN 9789492339959. Vertaling Paul Vincent
deze pagina printen of opslaan