Poëzie

BOEKEN NR. 8, SEPTEMBER 2020

Hester Knibbe: Inzake dit huis

door Stefan van den Bossche

Hester Knibbe is als dichter een vaste waarde in het Nederlandstalige literaire landschap. Dat mag geenszins verbazen: ze werd bekroond met de Herman Gorterprijs, de Anna Blaman Prijs, de Adriaan Roland Holst Prijs en de VSB Poëzieprijs. Qua literaire setting kan dat best wel tellen. En we weten: literaire prijzen zijn nu eenmaal de intersubjectieve vrucht van wie op dat ogenblik aan de jurytafel zit. Maar hier is er toch nog veel meer dan dat.  
Knappe beelden, consequentie, samenhang, trouw aan de eigen en sedert jaren beproefde poëtica… Knibbe observeert bij voorkeur haar directe omgeving. Het haar omringende leven in allerlei soorten en maten, de vergankelijkheid van al dat leven en de dingen eromheen, de al dan niet melancholische gevoelens en emoties die op dat alles en al deze observaties inwerken, ze vervormen, sturen om zich uiteindelijk door de dichteres zelf te laten bijsturen. Knibbe maakt zich meester van de tijd en valt daartoe terug op een zekere vormvastheid (in de positieve betekenis van het woord) van haar gedichten en op de greep naar de tijdloosheid ervan. Sedert haar debuut in 1982 valt de dichteres niet meer uit ons literaire micro-universum weg te denken. Een hele prestatie, gespreid over een coherent, sterk en toegankelijk oeuvre. Dat laatste mag ook wel eens.
 
En dan is er deze nieuwe bundel, Inzake dit huis, waarin de tegenstelling tussen thuiskomen en vlucht meesterlijk en sereen wordt geëxploreerd. Nog andere tegenstellingen wil de dichteres in haar werk overbruggen: liefde versus lijden en dood, de kracht en de ontoereikendheid van taal, een in wezen onvatbare werkelijkheid en de lamentabele pogingen van de taal om daar toch maar enigszins greep op te krijgen. Hester Knibbe laveert zich doorheen deze schier onoplosbare tegenpolen.
 
Maar begin uit zo’n knappe bundel maar eens enkele gedichten of citaten te releveren. Een poging dan maar, uit het gedicht ‘Handschrift’:  
 
‘Het huis. Ze wonen er ouder en samen.
Luchtstroom zegt dat de deur
 
Opengaat, voetstap die natrilt geur
die aanwaait dat er een lijf in de buurt is.’
  
En dan dringt zich de titelafdeling op. Het eerste gedicht uit de cyclus ‘Inzake dit huis’ begint zo:  
 
‘Werd geboren op de eerste dag
van de kleine koude. Vlinders
 
begonnen hun vleugels alvast
blijvend te vouwen en fel
 
was het licht en men zei: wat een kleine
geboorte wil zeggen is niets meer
 
dan een handvol oude beweringen’.
 
Finaal hebben we op dit alles, op al dat minimaal en maximaal, klein en groot, begin en einde, aldus de auteur, helemaal geen antwoorden. En misschien – dat laat ze in het midden – is het ook niet nodig om daar welk antwoord dan ook op te formuleren. Deze gedichten herbergen een soort eerzame zwijgzaamheid, helemaal des dichters. En ook is er die dualiteit tussen lichaam en geest. Lichaam: zoeken naar concrete dingen, desnoods in de koelkast, of vragen hoe de wereld er nu feitelijk uitziet. Honger en dorst. De ziel observeert en vraagt zich af ‘Waar is mijn wereld’? De ziel kijkt op plaatsen waar het lichaam niet vermag te komen. In een ander gedicht uit de titelcyclus wordt het een en ander geconcretiseerd:  
 
‘Het is donker in de kamer en ziel
zit tevreden onder de lamp, leest in lichaam
 
de kleine verdiensten, kruist die aan
schrijft in de marge liefde en kijkt
 
zo lang naar het woord dat het
huid wordt rond een gedachte.’  
 
Laat het ons eenvoudigweg zo stellen: met Inzake dit huis heeft Hester Knibbe – auteur van een samenhangend en kwalitatief bijzonder en door velen gewaardeerd oeuvre - in ons taalgebied een van de allerbeste bundels van de laatste jaren geleverd.  
 
Hester Knibbe: Inzake dit huis, De Arbeiderspers, Amsterdam 2020, 88 p. ISBN 978029541671. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri