Zwarte zomer is het tweede deel in een serie rond
de Britse rechercheur Washington Poe. Zoek echter niet naar het eerste deel, The
Puppet Show dat in 2019 winnaar was van de CWA Gold Dagger Award, want dat
is vreemd genoeg nog niet in het Nederlands vertaald. Er wordt in Zwarte
zomer nochtans regelmatig verwezen naar gebeurtenissen uit het eerste deel.
Het voelt een beetje vreemd aan om over personages te lezen die duidelijk al
een geschiedenis met elkaar hebben, maar al bij al kan je Zwarte zomer
ook op zich lezen.
Rechercheur Washington Poe werkt in het graafschap Cumbria in het
noordwesten van Groot-Brittannië. Het is een dunbevolkt gebied dat bekend staat
om zijn natuurpracht, schapenteelt en mijnbouw. De criminaliteitscijfers zijn
er laag en als er toch iets misdadigs gebeurt, dan spreekt men er jaren later
nog over. Daar kan Poe van meespreken want zes jaar geleden kreeg hij de
beroemde sterrenchef Jared Keaton achter de tralies op beschuldiging van de
moord op zijn dochter Elizabeth. Omdat Keaton een publiek figuur was – naast
drie Michelinsterren had hij ook enkele succesvolle televisieprogramma’s –werd
het onderzoek met argusogen gevolgd.
Maar dan duikt plots een jonge,
angstige vrouw op in de bibliotheek van Alston waar agent Graham Alstop de
maandelijkse zitdag van de politie houdt. De vrouw beweert dat ze Elizabeth
Keaton is, en dus zit Jared Keaton al jaren onschuldig in de gevangenis. Omdat
Poes getuigenis destijds doorslaggevend was voor Keatons veroordeling, belandt
Poe meteen in een mediastorm. En wanneer uit DNA-onderzoek blijkt dat de vrouw
wel degelijk Elizabeth Keaton is, krijgt Poe alle schijnwerpers op zich
gericht. Maar Poes intuïtie zegt hem dat de vrouw niet is wie ze beweert te
zijn. Alle bewijslast wijst echter op het tegendeel.
Hoofdpersonage Washington Poe is
een mooie protagonist, zijn vreemde voornaam kreeg hij overigens nadat zijn
moeder in de Amerikaanse stad werd verkracht. Daardoor is zijn relatie met haar
altijd stroef verlopen, wat zijn weerslag heeft op zijn latere relaties. Poe
kan het prima vinden met Tilly Bradshaw, de sociaal onbeholpen, maar briljante
data-analist van de National Crime Agency. Bradshaw is een krak met computers,
maar een ramp in menselijke interacties. De vriendschappelijke relatie tussen
Poe en Bradshaw wordt knap beschreven en vormt het hart van deze serie. Zij
worden bijgestaan door hun directe chef Stephanie Flynn, een capabele en
eerlijke vrouw die zich moet staande houden in een harde mannenwereld. Het trio
begint een race tegen de tijd om Keaton achter de tralies te houden. En te
zorgen dat Poe er niet achter belandt, want als Keaton onschuldig is, heeft Poe
het onderzoek immers lelijk verknoeit.
Zwarte zomer begint met
een kort hoofdstukje dat eigenlijk een stukje van de ontknoping is. Daarna
springt het verhaal twee weken terug in de tijd en in korte hoofdstukjes doet voormalig
reclasseringsambtenaar M.W. Craven een boeiend en spannend verhaal. Hier en
daar wordt het soms wat ongeloofwaardig, maar het tempo blijft hoog en de plot
zit goed in elkaar. Craven is zelf afkomstig van Cumbria en het landschap wordt
dan ookmet oog voor detail beschreven. Kortom, Zwarte zomer smaakt naar
meer, maar we waren wel graag de reeks begonnen bij het eerste deel.
M.W. Craven: Zwarte zomer, Luitingh-Sijthoff,
Amsterdam 2020, 357 p. ISBN 9789024590421. Vertaling van Black Summer door Fons Oltheten. Distributie: VBK België
deze pagina printen of opslaan