Lampedusa is in de ogen van velen de auteur van één werk,
De tijgerkat (Athenaeum 2020), de roman die voor het eerst verscheen in
1958 en die al snel uitgroeide tot een bestseller. De in 1896 geboren Siciliaan
heeft nooit kunnen genieten van zijn literaire roem. Niet lang nadat de auteur de
roman had afgewerkt, werd longkanker bij hem vastgesteld.
In die Italiaanse klassieker beschrijft
Lampedusa de neergang van de aristocratie en de opkomst van bourgeoisie ten
tijde van het Risorgimento en de eenmaking van Italië (1861-1871). Die complexe
geschiedenis wordt gebracht door de prins van Salina, een telg uit een
eeuwenoud maar verarmd geslacht, die de machtsovername door de bourgeoisie met
lede ogen aanziet en met fijne ironie beschrijft. In het eengemaakte Italië
lijkt de adel uitgeteld. Buiten Tancredi, de neef en jongere versie van Salina,
wil niemand dat vatten. Door het (verstands)huwelijk met het wulpse
burgermeisje Angelica, dochter van de lokale burgemeester, klimt Tancredi
overigens snel op de sociale ladder terwijl de familieleden zich blijven
vastklampen aan het verleden. In 1963 maakte Luchino Visconti van De
tijgerkat een heerlijk barokke film, met Burt Lancaster (Salina), Alain
Delon (Tancredi) en Claudia Cardinale (Angelica) in de hoofdrollen. Een
magistrale fotografie zette dat machtsverval extra in de verf. In zijn adaptatie
voegde Visconti ook nieuwe scènes toe.
Maar ook Lampedusa heeft zijn
roman aangevuld, of beter: met Mijn kindertijd en andere verhalen biedt
hij onrechtstreeks een inkijk in de ontstaansgeschiedenis van zijn grootse
roman, waarvan de titel verwijst naar het stemma van de adellijke familie en
die Charlotte Schrameijer in een van de illustraties verbeeldt. In de
kortverhalen werkt Lampedusa het personage van de prins van Salina verder uit,
maar de auteur blikt ook terug op zijn eigen kindertijd. Zijn familie mocht dan
wel verarmd zijn en flink geleden hebben onder de gevolgen van de aardbeving in
Messina (1908), ze had meerdere eigendommen die Lampedusa uitvoerig beschrijft
en die hij in zijn herinneringen met kinderogen blijft verkennen. Hij voegt er
zelfs tekeningen aan toe opdat de lezer zijn parcours makkelijker kan volgen.
Opvallend hierbij is Lampedusa’s aandacht voor het zintuiglijke. Met de auteur
snuift de lezer geuren op en wordt hij overmand door de pracht van de zee die
Sicilië omringt. In verschillende ruimtes wisselen lieflijke en sensuele
prikkels elkaar af, net zoals in De tijgerkat. Van dat laatste is de
figuur van de sirene, waaraan een kort verhaal gewijd is, de personificatie.
In diezelfde
korte verhalen, voorafgegaan door het gestoffeerde voorwoord van Lampedusa’s
verre neef en adoptiefzoon Gioacchino Lanza Tomasi, sijpelen de auteurs
literaire en andere modellen door. Lampedusa had altijd een teruggetrokken
leven geleid waarin veel plaats was voor kunst en literatuur. Zo hield hij in
beperkte kring sessies over literatuur. Stendhal was zijn grote voorbeeld en
niet toevallig vertrekt het eerste verhaal van de bundel vanuit een van diens
werken. De Franse auteur kon maat houden in zijn vertellingen, iets wat Lampedusa
niet van toepassing vond op eigen werk. De erg belezen Lampedusa bewonderde ook
Stendhals emotionele openheid en oprechtheid, maar hij keek ook op naar auteurs
als Jane Austen, Virginia Woolf, T.S. Eliot en Joyce. Zelf slaagde Lampedusa er niet om een vertelling
die zich in een tijdspanne van een dag zou ontwikkelen uit te werken,
zoals Joyce dat hem voordeed, maar in zijn eigen vertellingen combineerde hij subjectieve
herinneringen en sensuele ervaringen die zich steevast onttrekken aan tijd én
ruimte. Zijn taal is al even mythisch en beeldend, zowel in De
tijgerkat als in Mijn kindertijd en
andere verhalen.
Giuseppe Tomasi di Lampedusa: Mijn kindertijd en andere verhalen, Athenaeum-Polak
& Van Gennep, Amsterdam 2020, 155 p. : ill. ISBN 9789025312732. Vertaling van
I racconti door
Linda Yond Boeke en Patty Krone. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan