Poëzie

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2021

Paul Demets: De hazenklager

door Dirk De Geest

De landelijke natuur heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld in de poëzie van Paul Demets, maar sinds zijn aanstelling tot plattelandsdichter is die aandacht almaar toegenomen. De dichter werpt zich in zijn recente werk op als een pleitbezorger van de aarde en de bedreigde natuur, en daarmee kadert hij deze bundel nadrukkelijk in de discussies rond het antropoceen. De titels van de reeksen verwijzen ook naar de schadelijke invloed die de mens heeft op de biotoop waarin hij leeft.
  
De inzet van Demets’ dichterschap is daarmee niet enkel anekdotisch en persoonlijk maar ook algemener filosofisch. De motto’s voor de cycli zijn bijvoorbeeld ontleend aan denkers als Jacques Lacan, Gilles Deleuze en Bruno Latour, die alle de woekering in ons bestaan hebben geanalyseerd: in onze moeizame relatie tot de ander, maar ook in ons eigen onbewuste zelf. Ons driftleven wordt beheerst door een narcistische zelfvergroting, maar de ontnuchterende realiteit is dat wij niet meer zijn dan een korrel in het universum. Die dubbelzinnige opstelling vormt het centrale thema van deze bundel. Aan de ene kant doen mensen zich voor als het centrum van het heelal en wezens die graag de controle over de wereld hebben (om die aan zich te onderwerpen), maar aan de andere kant zijn zij enkel een nietige schakel in de kosmos; sterker nog, de invloed van de menselijke soort blijkt nefast voor andere organismen en zelfs voor de aarde.
 
Die tragische kijk op de relatie tussen de mens en de buitenwereld vormt de rode draad in deze bundel. Boeiend is vooral de manier waarop Demets die enorm grote (en toch wel abstracte) thema’s weet te verbinden met herkenbare situaties. Zo vormt de eerste reeks in feite de evocatie van een aantal kinderspelletjes (onder meer verstoppertje en blindemannetje). Achter de onschuld van het spel schuilen echter machtsmechanismen en bondgenootschappen, geweld en dood. Ook in de andere afdelingen vormt die spanning tussen natuur en cultuur een centraal thema. De mens staat op sommige ogenblikken tegenover de natuur en de aarde in een poging om die naar zijn hand te zetten. Jacht en landbouw zijn als het ware de basisstenen van onze samenleving sinds de prehistorie. Op andere momenten is de relatie tussen mens en wereld beduidend dubbelzinniger. Zo creëert de mens zijn eigen parallelle natuur, bijvoorbeeld in de manier waarop de landbouw wordt georganiseerd. In de rituelen van de maatschappij zijn omgekeerd animale patronen merkbaar.
 
Demets neemt in feite als een soort van antropoloog de rol in van een buitenstaander, maar als observator is hij meermaals ook de actieve deelnemer. Vooral de manier waarop het perspectief wisselt maakt deze analyse extra krachtig. Soms is de dichter het dier dat slachtoffer wordt van de mens, op andere momenten is hij evenzeer een beul of iemand die het land bewerkt en manipuleert om vruchten te kunnen plukken. Ook stilistisch is gestreefd naar een grote diversiteit. Zo zijn de slotreeksen haast hymnisch en vragend van toon. Ze maken gebruik van uitspraken van de klimaatactiviste Greta Thunberg en de mythische verhalen rond de aardegodin Gaia. Meteen krijgt de bundel zo een verbredend perspectief, van het autobiografische naar het algemene en zelfs mythische niveau. Parallel daarmee wordt ook de aandrang van de dichter om de stand van zaken aan te klagen steeds nadrukkelijker.
 
De hazenklager kan gelezen worden als een pendant van de plattelandsgedichten die Demets eerder publiceerde in De aangelanden. De relatie tussen beide bundels is niet onproblematisch, want veel van wat in deze bundel wordt aangeklaagd werd in de gelegenheidsgedichten nog bewonderd. Ook dat laat zien hoe Demets op zoek gaat naar moeilijke antwoorden op moeilijke vragen, met een zegging die de complexiteit van de wereld nergens wil tenietdoen. 
 
Paul Demets: De hazenklager, De Bezige Bij, Amsterdam 2020, 81 p. ISBN 9789403182308. Distributie Standaard Uitgeverij 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri