Deon
Meyer opent zijn nieuwe Bennie Griessel-thriller Donkerdrif in medias in res: samen met zijn vaste kompaan Vaughn
Cupido wordt hij opgeroepen voor een overval op een geldtransport. Bij het erop
volgende vuurgevecht valt al even de naam van Buddie Ficken, die als een ‘nogal
despotische heerser’ de scepter zwaait over het beslaghuis in Silverton, even
buiten Tshwane, waar geconfisqueerde wapens worden opgeslagen. Het is de aanzet
voor een typische Deon Meyer-thriller: pas aan het slot ervan zal Ficken weer
opduiken en zal de ware toedracht van zijn rol duidelijk worden.
Bennie en Vaughn
staan voor een moeilijke periode in hun leven en in hun loopbaan: wegens eerder
gemaakte overtredingen van de politiewetten worden ze van kapitein bij de
Valken gedegradeerd tot adjudant-onderofficier en wacht hun een overplaatsing
naar Laingsburg, een onooglijk gewest. Dat beiden daarna, zonder dat de ware
toedracht van de zaak wordt geëxpliciteerd, naar Stellenbosch worden gestuurd
om daar een zaak van vermissing op te lossen, is de aanzet voor een
veelgelaagde en bijzonder spannende thriller. De manier waarop Deon Meyer de
verschillende lijnen ervan uitzet en die naar elkaar toe weet om te buigen – alles
heeft zowat met alles te maken – getuigt weer eens van zijn voldragen
vakmanschap.
Er
is vooreerst de vermissing van de student Callie de Bruin. Wie bij zijn
ontvoering betrokken is, waarom hij moet worden vastgehouden en desnoods geëlimineerd,
het zijn vragen waarop Griessel en Cupido slechts moeizaam vat op krijgen. Aan
dit verhaalgegeven verbindt Meyer dan verder het relaas van en over Sandra
Steenberg, die als makelaar in dienst van een zekere Charlie werkt. Ze krijgt
een unieke gelegenheid aangereikt om haar persoonlijke financiële problemen op
te lossen als ze in contact komt met meester-oplichter Jasper Boonstra, die
zijn wijngoed ‘Donkerdrif’ te koop wil zetten.
Met oog voor details waar nodig
zet Deon Meyer de figuur van de corrupte zakenman Boonstra neer: hoe die zijn
zakenimperium via allerhande schijnconstructies op poten heeft gezet en zich nu
onaantastbaar waant, hoe hij meent recht te hebben op de vrouwen en die daarna
doodleuk dumpt… Dat Deon Meyer beide verhaallijnen afwisselend in kaart brengt,
zorgt ervoor dat de spanning blijvend wordt opgevoerd. Donkerdrif is bij dit alles ook een roman waarin de auteur de
nodige aandacht besteedt aan de menselijke kant van de zaak: aan de
vertwijfeling van Callies moeder, aan Bennie Griessels blijvende pogingen om
het contact met zijn zoon te herstellen, Vaughn Cupido die zich afbeult om zijn
overgewicht kwijt te raken…
Als overkoepelende thematiek in de roman is er de ‘donkere
drift’ die mensen ertoe brengt de grenzen van wat wettelijk kan en mag te
overschrijden: de hebzucht, zoals reeds aangegeven in het aan Stephen Hawking
ontleende motto bij de roman: ‘We dreigen onszelf te vernietigen door onze
hebzucht en domheid’. Jasper Boonstra is hier uiteraard het uitvergrote
voorbeeld, maar ook bij de andere personages komt het motief duidelijk aan bod,
zij het niet steeds vanuit oneerlijke motieven. Onderliggend speelt hier wel
altijd op een of andere manier de drang mee om de drukkende last van een verleden
van zich af te schudden.
Deon Meyer legt – misschien iets minder
nadrukkelijk dan eerder het geval was in zijn romans – de pijnpunten bloot die
Zuid-Afrika blijvend in een beknellende greep houden: ‘De corruptie, het
plunderen van staatsinstellingen, het gestage ineenstorten van spoor-, water-
en elektriciteitsnetwerken en de Nationale Vervolgingsautoriteit maken het
risico van de belegging gewoon te groot.’
Tot slot nog dit: de roman eindigt
met een reuze cliffhanger.
Deon Meyer: Donkerdrif, Bruna, Amsterdam 2021, 444 p. ISBN
9789400513020. Vertaling van Donkerdrif door Martine Vosmaer en Karine van
Santen. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan