Non-fictie

BOEKEN NR. 4, APRIL 2021

Nadette de Visser: Missie Turkije

door Hamide Doğan

Nadette de Visser focust zich in Missie Turkije. Louis Westenenk en de Armeense genocide op de korte periode waarin Louis Constant Westenenk (1872-1930), de overgrootvader van haar partner, als inspecteur-generaal was aangesteld in Constantinopel. Dit was kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de voltrekking van de Armeense genocide, een periode van ongeveer zeven maanden. Wat heeft Louis Westenenk gedaan en gezien in die tijd? Heeft hij iets voor de Armeniërs kunnen betekenen? Met deze vragen in haar hoofd volgt De Visser de Nederlandse diplomaat in zijn voetsporen. Ze verblijft in het hotel Pera Palas, bezoekt het Palais de Hollande (het Nederlandse consulaat) en een Armeense kerk. Ook neemt ze de huidige politieke situatie in Turkije in ogenschouw.  

Haar eigen mijmeringen in de stad geven wat lucht aan het boek, maar voegen niet veel toe aan het verhaal. Met haar vertaling van de geschiedenis naar de huidige politieke situatie toont ze ambitie. Ze gaat uitgebreid in op de politiek van de huidige Turkse president Erdoğan en op de Arabische lente. Ze buigt zich over het diepe wantrouwen van Turkije tegenover westerse machten. Aan de basis van alle wantrouwen ligt het in het Midden-Oosten beruchte, en in Nederland weinig bekende, Sykes-Picot Verdrag. Dit verdrag werd in 1916 in het geheim gesloten. Het Midden-Oosten werd onder Europese mogendheden verdeeld, waarbij nieuwe grenzen tussen landen soms letterlijke langs de kaarsrechte lijn van een liniaal werden getrokken Verschillende volkeren werd zelfbeschikkingsrecht beloofd wanneer ze massaal tegen de Ottomaanse heersers in opstand zouden komen.
 
Het sterkst is De Visser in haar boek als ze zich op Louis Westenenk richt en een inkijkje in de diplomatieke betrekkingen tussen het uiteenvallende Osmaanse Rijk en de westerse grootmachten geeft. Het Ottomaanse Rijk werd gedwongen om de eerder toegezegde Armeense hervormingen na te leven. Deze hervormingen moesten de positie van de Armenen versterken en hun veiligheid garanderen. Omdat Nederland geen onderdeel uitmaakte van een grote coalitie en ten opzichte van het Ottomaanse Rijk een neutrale positie innam, mocht het een inspecteur-generaal leveren. De Visser heeft duidelijk respect voor de hoofdpersoon van haar boek en zet Louis Westenink neer als een ambitieuze, bekwame en integere man, die al zijn diplomatieke vaardigheden moet inzetten om alle betrokken partijen tevreden te houden.
 
Verschillende invloedrijke personen komen aan bod. De Visser beschrijft onder anderen de gehaaide Poolse Ostroróg, die adviseur was van eerst de Ottomaanse regering en vervolgens van Enver Pasja en Talaat Pasja, de Jong-Turkse leiders die na de afbrokkeling van het rijk hun heil zochten in Turks nationalisme en de uitroeiing van de Armeense bevolking. Met de kennis die we nu hebben, is het fascinerend om te lezen over de vriendelijke Talaat Pasja. We krijgen een blik gegund in de inrichting van de woning van Enver Pasja en Talaat Pasja. Waar Enver Pasja’s huis rijkdom en weelde uitstraalde, woonde Talaat Pasja heel sober. Wel had hij een bijzonder apparaat in zijn woonkamer staan, een telegraaf. Met een eigen telegraaf kon Talaat Pasja zonder tussenkomst van derden, zonder teveel getuigen, zijn bevelen naar de Ottomaanse provincies versturen. Hij en Enver Pasja waren de architecten van het plan om de Armeense bevolking te deporteren. Er werd bewust zo weinig mogelijk geregistreerd en ambtenaren moesten bewijsmateriaal vernietigen om later niet van mensenrechtenschendingen beschuldigd te kunnen worden.
 
De Jong-Turken voelden zich gedwongen een Europese bondgenoot te vinden om het Ottomaanse Rijk te beschermen tegen verder grondverlies. Ze gingen een bondgenootschap aan met Duitsland en nemen zo deel aan de oorlog. De Duitsers waren op de hoogte van de Armeense deportaties en mogelijk was er zelfs sprake van actieve hulp hierbij. Westenenk moest terug naar Nederland en had toen nog het idee dat hij na de oorlog zijn werkzaamheden kan hervatten.
 
De Visser zoomt voortdurend uit naar de grote geschiedenis om tekens opnieuw weer terug te keren naar Louis Westenenk. Dagboekfragmenten komen langs die leiden tot verschillende anekdotische verhalen die het boek kleur geven. Zo vertelt ze over Louis en zijn vrouw Adriana die op audiëntie gingen bij koningin Wilhelmina. De koningin blijkt erg vooruitstrevend te zijn op het gebied van man-vrouwverhoudingen en ze is erg geïnteresseerd in de activiteiten van Adriana. Ook Nadette de Visser is geïnteresseerd in de rol van de vrouw. Ze wijdt een heel hoofdstuk aan de positie van vrouwen in het Ottomaanse Rijk. Onder de Jong-Turken kregen vrouwen meer toegang tot het openbare leven en het aantal vrouwenverenigingen nam toe. Halide Edib Adıvar en Nezihe Muhiddin komen hieruit voort.
 
Halide Edib Adıvar is een bekende naam in Turkije, maar niet iedereen is zich misschien bewust van haar aandeel in de turkificatie van jonge Armeense, Griekse, Arabische en Joodse minderheden, de oorlogswezen in Ottomaanse weeshuizen. De kinderen kregen een islamitische naam en werden gedwongen alleen Turks te spreken. Ze schrijft er openlijk over in haar memoires. Wel spreekt ze zich expliciet uit tegen de moorden op de Armeense bevolking.
 
Tijdens de oorlogsjaren werden vrouwen noodgedwongen broodwinnaars en ontplooiden zich buitenshuis. Onder Atatürk werd de vrouw gelijkwaardig verklaard voor de wet, maar het lichaam van de vrouw werd ingezet als onderdeel van het Turks-nationalistische plan. Zij moest zorgen voor het nageslacht. Abortus en contraceptie waren dan ook verboden. Nezihe Muhiddin richtte in 1923 de eerste feministische politieke partij opgericht, maar kwam toen en in 1924 niet door de ballotage. Ook de in 1934 opgerichte vakbond werd opgeheven. Nezihe Muhiddin werd gedwongen af te treden en ze werd zoals meer vrouwen in die tijd ‘hysterisch’ verklaard en opgenomen in een inrichting waar ze in 1958 zou sterven. De mannen begonnen de oorlogen en de vrouwen mochten niet meedenken over een oplossing, concludeert De Visser.
 
Het boek is niet altijd in evenwicht, de toon en sfeer in de beschrijvingen van de actuele politiek zijn veel stelliger dan die van Westenenks ambtsperiode in Constantinopel. Toch is het boek een waardevolle aanvulling op de bestaande literatuur over deze geschiedenis. Voor zo’n zwaar onderwerp leest Missie Turkije heel vlot en ondanks de veelheid aan informatie verlies je nooit het overzicht. Er bestaat weinig Nederlandstalige literatuur over de Armeense genocide. Dit is dan ook een urgent boek.
 
Nadette de Visser: Missie Turkije. Louis Westenenk en de Armeense genocide, Querido, Amsterdam 2021, 480 p. : ill. ISBN 9789021409504. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri